HOUSTON (AFN/BLOOMBERG) - Oliedienstverleners Halliburton en Baker Hughes zien af van een fusie. Dat maakten beide bedrijven zondag (Amerikaanse tijd) bekend. De beslissing komt nadat het Amerikaanse ministerie van Justitie een rechtszaak had aangespannen om de samensmelting te blokkeren.
Door het mislukken van de deal moet Halliburton zijn branchegenoot 3,5 miljard dollar betalen. In een verklaring werden de moeilijkheden om de deal wettelijk rond te krijgen en de aanhoudende malaise op de oliemarkt als redenen genoemd van het genomen besluit.
Met de fusie van de op een en twee na grootste oliedienstverleningsbedrijven zou 28 miljard dollar gemoeid zijn. Door samen te smelten wilden de bedrijven krachtiger kunnen opereren ten opzichte van marktleider Schlumberger. De mogelijke fusie stuitte op verzet van de Amerikaanse justitie, die de samensmelting schadelijk acht voor de concurrentie en innovatie.
Europese Commissie
Ook de Europese Commissie had bezwaren tegen de deal, omdat die gevolgen kon hebben voor de energieprijzen voor consumenten en bedrijven in Europa. Eurocommissaris Margrethe Vestager (Mededinging) wees er maandag op dat elke zaak ,,op basis van de feiten'' moet worden beoordeeld. Deze transactie wierp volgens haar bezwaren op ,,in een groot aantal markten'', gerelateerd aan de olie- en gassector. In Brussel hadden meerdere partijen geklaagd omdat ze het niet eens waren met de fusieplannen.
Baker Hughes maakte maandag bekend het bedrag van 3,5 miljard dollar te gebruiken om voor 1,5 miljard dollar aandelen in te kopen en voor 1 miljard dollar schulden vervroegd af te lossen. Verder wordt het bedrijf stevig op de schop genomen, in een poging de kosten te verlagen. Dit moet eind dit jaar al resulteren in 500 miljoen dollar aan bezuinigingen.
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!