Stel, je loopt de Lidl binnen, en ziet een dichte doos staan in het wijnschap. Prikkelende verpakking, prettig prijskaartje en op de doos staat duidelijk te lezen: rode wijn uit de Bordeaux-regio. Zou je je portemonnee trekken? Nee toch? Eerst het etiket op de fles lezen. Dan proeven, en de recensie in de wijngids erop naslaan.
Toch schaffen veel beleggers ETF’s aan als een dichte doos wijnineenbudgetsupermarkt: ze kijken alleen naar beheerkosten, en kiezen de goedkoopste aanbieder. Maar hoe weet je na een blik op de kosten wat de bestanddelen zijn van de ETF? En hoe zeker ben je dat de ETF zijn belofte nakomt: de onderliggend index zo nauwkeurig mogelijk volgen? En los van die prettig lage beheerkosten: weet je hoeveel je echt betaalt?
Wie met een ETF belegt in een bekende, breed samengestelde index zoals de AEX, S&P 500 of Euro Stoxx 50 komt niet snel voor een verrassing te staan – hoewel het best knap is om alle 500 of 50 aandelen opgenomen in deze indices te kennen. Maar in dit geval geldt meestal: wat je ziet, is wat je krijgt.
Met of zonder Zuid-Korea?
Toch kunnen beleggers die denken in hetzelfde te beleggen anders. blootgesteld zijn aan de markt en afwijkende rendementen ervaren. Gekeken naar totaal belegd vermogen zijn de Vanguard FTSE Emerging Markets ETF en iShares MSCI Emerging Markets Index de twee grootste opkomende markten-ETF’s die de markt breed volgen. De FTSE Emerging Markets index vangt opkomende markten echter zonder Zuid-Korea en de MSCI Emerging Markets index met.
Doordat Zuid-Korea voor bijna 15% meeweegt in MSCI Emerging Markets index is ook het rendement anders van beide trackers. De FTSE Emerging Markets index heeft een hogere blootstelling aan China, Taiwan en India. De Vanguard FTSE Emerging Markets ETF zou dus de betere keuze zijn voor wie in deze drie Aziatische grootmachten gelooft.
Ik bedoel maar te zeggen dat wie de samenstelling kent van de index die een ETF volgt, een heel eind op weg is in het selectieproces. Het is onvoldoende om te weten dat een ETF zich richt op Europese smallcaps of een wereldwijde dividendstrategie aanhangt.
Trackingverschil
Een andere controlepunt voor aanschaf is hoe nauwkeurig de ETF het rendement nabootstvan de onderliggende index. Hoe beter een ETF in het afgelopen jaar (of jaren) in de buurt is gebleven van dat rendement hoe kleiner het trackingverschil zal zijn.
Een kleine afwijking tussen de prestaties van een index en de ETF is logisch. Dat komt door de kosten die het fonds moet dragen, belastingen of aan- en verkoopkosten bij bijvoorbeeld een herweging van de index. Het rendementsgat kan worden verkleind of soms zelfs gedicht door de opbrengsten van het uitlenen van effecten, of optimalisatie van belastingen.
Met winst verkopen
Wijn drink je op; een ETF wil je met winst verkopen of snel van de hand kunnen doen als de vlam in de beurspan slaat. Een rendement van 10% klinkt best aardig, maar de winst kan flink inklinken als de koper moeilijk is te vinden. In dat geval kunnen de bied- en laatprijs ver uit elkaar liggen. Een liquide ETF laat zich gemakkelijker tegen redelijke kosten verhandelen. Peil voor aankoop altijd de spread bij een online broker.
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!