De recente overname van twee beursgenoteerde 3D-printingbedrijven door het Amerikaanse General Electric (GE) heeft 3D-printing mondiaal nog meer op de kaart gezet. Immers, GE is een van de grootste en oudste industriële conglomeraten ter wereld. Als dit bedrijf, dat onder meer onderdelen voor de luchtvaart en elektriciteitscentrales maakt, in een keer twee 3D-printing bedrijven – het Zweedse Arcam en het Duitse SLM Solutions – voor 1,4 miljard dollar van de beurs haalt, dan is er wat aan de hand. Want passen GE en 3D-printing wel bij elkaar? GE denkt van wel. Interessant ook voor beleggers! (I)
Je zou de ontwikkeling van de 3D-markt in grote lijnen als volgt kunnen schetsen: aanvankelijk vooral iets voor hobbyisten. Maar die fase is al jaren voorbij. Nu worden al een flinke tijd veel 3D-printers verkocht aan grote industriële bedrijven die met deze apparaten snel en goedkoop prototypes kunnen maken.
In het expertisecentrum van Volkswagen in Portugal bijvoorbeeld staan talloze 3D-printers, waarmee de drieduizend medewerkers snel, nauwkeurig en goedkoop auto-onderdelen ontwerpen. Maar de volgende fase is al ingezet. Bedrijven beginnen nu ook hele productielijnen in te richten rond 3D-printers. Zo print Mercedes-Benz Trucks sinds begin deze maand standaard 30 belangrijke (reserve)onderdelen: snel en goedkoop. Hierdoor hoeft Mercedes-Benz deze kunststof onderdelen niet meer op voorraad te houden. Als een dergelijk belangrijke automobielonderneming zo’n stap zet, weet je dat er iets belangrijks gaande is.
Medische toepassingen
Maar ook medische toepassingen zoals het printen van kunstheupen, gebitsimplantaten en protheses nemen sterk toe. Luchtvaartmaatschappijen printen bijvoorbeeld cruciale vervangingsonderdelen voor hun toestellen. Daarom begrijp ik de zet van GE wel. Het bedrijf stelde zelf in een toelichting dat de overnames van Arcam en SLM Solutions bijdragen aan de transformatie van GE in de richting van een digitaal industrieel bedrijf.
GE investeerde al eerder zo’n 1,5 miljard dollar in 3D-printing en het concern heeft grote verwachtingen van de nieuwe aanwinsten. Het bedrijf verwacht dat de 3D-printing-technologie tot grote interne kostenbesparingen zal leiden. Kostenbesparingen die volgens GE de komende tien jaar kunnen oplopen tot jaarlijks 5 miljard dollar. Bovendien kan GE met deze acquisities zelf een belangrijke leverancier van 3D-printers worden. Bepaald geen vreemde combinatie dus, GE en 3D-printing!
Reshoring
Specialisten denken voorts dat reshoring – terughalen van maakproductie uit landen als China – met 3D-printing steeds vaker zal plaatsvinden. Daarmee zal 3D-printing een belangrijke rol binnen de industriepolitiek van Europa kunnen vervullen. Er zijn in ieder geval zoveel positieve ontwikkelingen binnen 3D-printing, dat ik beleggers aanraad deze trend goed in de gaten te houden. Zeker omdat de groei fors is: vorig jaar ging er 5 miljard dollar om in deze markt, onderzoeksbureaus verwachten dat dat tegen 2018 tussen de 12 en 15 miljard dollar zal zijn.
(I) Deze beleggingsaanbevelingen zijn opgesteld door Robert Schuckink Kool, directeur bij Trend Invest. De heer Schuckink Kool heeft op het moment van publicatie geen eigen positie in de besproken fondsen. Overige meldingen inzake de Wet Marktmisbruik kunt u hier vinden.
Deze column is geschreven door Robert Schuckink Kool, directeur van Trend Invest
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!