In tijden van groeiend wantrouwen tegenover duurzaam beleggen is het geen verrassing dat toezichthouders de regels aanscherpen. Morningstar onderzocht de impact van de nieuwe regels voor fondsnamen van duurzame fondsen die recent van kracht werden.
Op 14 mei 2024 presenteerde de Europese toezichthouder ESMA (European Securities and Markets Authority) haar definitieve richtlijnen voor beleggingsfondsen die duurzaamheids- of ESG-termen in hun naam gebruiken. Het doel van de nieuwe regelgeving is het beschermen van beleggers tegen “greenwashing”, oftewel het onterecht laten overkomen van een fonds als duurzaam zonder dat dit terug te zien is in de beleggingsstrategie of portefeuille.
Minimumeisen
Met de nieuwe regels, die op 21 mei 2025 ingingen, worden minimumeisen gesteld aan duurzame fondsen indien zij woorden als “ESG”, “duurzaam” of “impact” in hun naam voeren. Deze nieuwe regels zijn geen vrijblijvende suggesties, fondsen moeten aantoonbaar investeren volgens de gestelde duurzaamheidscriteria die verschillen afhankelijk van welke term in de fondsnaam wordt gebruikt.
Minimaal 80% van de portefeuille moet voldoen aan de E (milieu) of S (sociale) criteria van de benadering. Aanvullend moeten voor het gebruik van de term “ESG” zogenaamde Paris Aligned Benchmark (PAB) exclusies worden toegepast, wat ondermeer de uitsluiting van bedrijven die actief zijn in de fossiele-brandstofindustrie behelst. Voor een referentie naar “duurzaam” in de naam dient ook minimaal 50% van de beleggingen als zodanig te worden gekwalificeerd, terwijl bij het gebruik van impact er sprake moet zijn van meetbare milieu of sociale impact.
Veel fondsen omgedoopt
Op papier lijkt dat logisch. Immers, een fondsnaam wekt verwachtingen bij beleggers. Maar in de praktijk blijkt dat veel fondsen wel deze termen gebruikten, maar niet aan de door ESMA geïntroduceerde minimumvereisten voldeden. Uit een studie van Morningstar die werd gepubliceerd op 20 mei 2025 blijkt dat maar liefst 880 fondsen hun naam veranderden, waarbij de ESG-referentie in de naam volledig werd verwijderd of werd aangepast.
In een vervolgstudie, die wordt gepubliceerd op 26 juni 2025, werpen de fondsanalisten van Morningstar een nadere blik op de impact van de naamgevingsregels op de fondsen die zij volgen en onder de regels van ESMA vallen. In totaal gaat het daarbij om 143 fondsen - waarvan 93 actief beheerd worden en 50 een index volgen - die voor de bekendmaking van de nieuwe regelgeving een ESG-referentie in de naam droegen.
Vijftien actieve fondsen verwijderden deze referentie en vijf fondsen brachten er een wijziging in aan. Voor passieve fondsen waren de cijfers nog substantiëler met zeventien fondsen die de ESG-referentie verwijderden en nog eens vijftien fondsen die een wijziging aanbrachten.
Toch hebben bijna alle fondsbeheerders aangegeven dat hun beleggingsaanpak ongewijzigd blijft, ook al verdween de ESG-verwijzing uit de naam.
Strategie en index
Opvallend is dat de meeste actief beheerde fondsen hun strategie niet hoefden aan te passen. In de meeste gevallen ging het om aanpassingen in de gehanteerde ESG-criteria, bijvoorbeeld door het toepassen van de PAB-uitsluitingsregels of de minimumeisen voor duurzame blootstelling. Dit betrof met name fondsen die de ESG-termen in de naam ongewijzigd lieten.
Voor passieve fondsen was de impact iets technischer van aard. Terwijl er weinig veranderingen waren in de doelstellingen van de fondsen, was dit anders voor de methodologie van de onderliggende index om aan de nieuwe eisen te voldoen, zoals het uitsluiten van bedrijven met te hoge fossiele brandstofblootstelling. Dit was het geval voor meer dan twee derde van de fondsen die de ESG-referentie in de naam handhaafden of wijzigden. Ter vergelijking: geen van de fondsen die de ESG-referentie uit de naam weghaalden zag een dergelijke wijziging in de indexmethodologie.
Weinig veranderingen
Toch werden er bij actieve noch passieve fondsen ingrijpende portefeuilleverschuivingen waargenomen. Van de onderzochte fondsen veranderde slechts een klein aantal daadwerkelijk hun portefeuille, waarbij de invloed meestal beperkt bleef tot maximaal enkele procentpunten.
Een belangrijke kanttekening is de beschikbaarheid van data. Veel fondsen pasten hun naam pas vlak voor de deadline in mei 2025 aan. Dit betekent dat er weinig actuele portefeuillegegevens beschikbaar zijn waarmee beleggers kunnen toetsen wat de invloed van de nieuwe regelgeving op de portefeuilles is en of de fondsen nog voldoen aan hun duurzame normen en waarden.
Een wijze les
Hoewel de impact van de nieuwe regelgeving op de uiteindelijke beleggingen beperkt was, is de introductie van de nieuwe regels voor fondsnamen wel een belangrijke les. Beleggers dienen nooit blind uit te gaan van de fondsnaam wanneer zij een beleggingsproduct selecteren. Dat geldt voor duurzame fondsen, maar ook voor conventionele fondsen. Denk daarbij aan fondsen met referentie aan een bepaalde stijl (bijvoorbeeld groei en waarde), een specifiek marktkapitalisatiesegment (zoals mid- en small-caps) of een geselecteerd type belegging (onder andere special situations).
In dit specifieke geval van duurzame fondsen onder de nieuwe regelgeving is het raadzaam om de komende tijd te monitoren of er door de beheerder significante wijzigingen worden aangebracht in de portefeuille. Tot slot, en met name voor de fondsen die de ESG-term uit de naam verwijderd hebben, zullen beleggers zich af moeten vragen of het fonds wel aan hun duurzaamheidscriteria voldoet.
Ronald van Genderen, CFA
is fondsanalist bij Morningstar Benelux