Opvallend is de geringe aandacht die er dit jaar uitgaat naar de rapportage van de bedrijfscijfers over het afgelopen jaar. Gezien de huidige hoge correlatie van de beurzen met de olieprijs lijkt die prijsontwikkeling momenteel het enige wat telt. Het gebrek aan belangstelling kan natuurlijk ook komen doordat tot nu toe slechts de minderheid van de ondernemingen uit de S&P 500 haar kwartaal- (en tevens jaarcijfers) heeft gepubliceerd en doordat de verwachtingen vooraf lager waren dan ooit.
Feitelijk is er in de Verenigde Staten sprake van een winstrecessie. Schrik niet van het woord ‘recessie’, want in dit verband gebruikt is het iets heel anders dan een economische recessie. Het duidt er slechts op dat de winstmarges van het bedrijfsleven min of meer aan hun top zitten en de komende tijd waarschijnlijk terrein moeten prijsgeven aan stijgende lonen. Het aandeel dat de afgelopen jaren naar aandeelhouders ging was historisch erg hoog en zal bijna alleen maar kunnen afnemen. Als het economisch beter gaat, zullen werknemers immers ook hun deel van de koek opeisen.
Sombere analistenverwachtingen
Hoe dan ook, nu het seizoen op gang is gekomen vallen de cijfers mee: meer dan 70 procent van de bedrijven overtrof de winstverwachtingen en meer dan de helft overtrof de omzetverwachtingen. Opvallend vooral was dat er relatief weinig bedrijven in de periode voorafgaand aan het cijferseizoen een winstwaarschuwing hebben afgegeven. Dat zou logisch geweest zijn bij zulke sombere analistenverwachtingen. Blijkbaar zagen (en zien) veel managers de toekomst echter minder somber in dan de heren en dames analisten.
Hier dient uiteraard bij aangetekend te worden dat de energiesector de grote boosdoener is in dit sombere verhaal. Wanneer die winsten, of beter het gebrek eraan, eruit worden gefilterd blijkt dat er ook in de Verenigde Staten sprake is van een groei van de winst per aandeel. Sinds 2009 vertoonden de winsten een gestage regelmatige groei (ex- energie). Waar momenteel een winst per aandeel van 121 dollar over 2016 wordt verwacht voor de gehele S&P 500 bedraagt het aandeel van de energiesector daarin slechts 3 dollar! Dat was een jaar geleden nog 19 dollar. Met andere woorden, ondanks deze enorme winstdaling binnen de energiesector is de totale winst min of meer gelijk gebleven. Dat lijkt me geen onaardige prestatie.
Olie- en gasindustrie
Sinds de start van het cijferseizoen is de S&P 500 niet verder weggezakt. Per sector is het koersverloop wel verschillend. Een aantal, grote, ondernemingen heeft een zeer voorzichtige prognose voor het volgende kwartaal afgegeven. Zo blijken niet de energiesector maar de financials samen met de grondstoffen (ex- olie) dit jaar tot nu toe de grote verliezers. Amerikaanse banken hebben een behoorlijke exposure naar de olie- en gasindustrie en beleggers maken zich daar zorgen over.
Het zal niet verbazen dat de meer defensieve sectoren er het beste vanaf komen in het huidige sombere beursklimaat. De farmacie en de consumentengoederen doen het nog redelijk en de nutsbedrijven staan als enige zelfs nog in de plus. Samenvattend zou je kunnen stellen dat beleggers zich voor de aanvang van het cijferseizoen behoorlijk schrap hebben gezet en hebben gekozen voor de meer defensieve aandelen. De enigszins meevallende cijfers hebben beleggers (nog) niet van het tegendeel kunnen overtuigen.
Selectiever
Daar zijn wellicht ook betere macrocijfers voor nodig. Want ondanks alle onrust over China, het Midden-Oosten, de lagere olieprijs en spanningen in de Europese Unie blijkt er van een recessiedreiging in de Verenigde Staten geen sprake. Inderdaad, het houdt niet over met die groei, maar er is groei. Datzelfde geldt overigens ook voor de Europese economie. Het groeit weliswaar niet hard, maar het gaat nog steeds de goede kant op. Ook hier komen bedrijven met meevallende cijfers (Ahold, ASML, Unilever, Philips, Siemens). Zolang de twee belangrijkste economische regio’s van de wereld blijven groeien, kunnen beleggers op hun aandelen blijven zitten.
Wel is het zo dat je als beleggers steeds selectiever moet zijn. Want zit je in de verkeerde aandelen dan word je ongenadig afgestraft. Pik daarom vooral de krenten uit de pap. Voor mij zijn dat ondernemingen met een ijzersterke marktpositie, een roestvrijstalen balans, een sterk management en het liefst ook een sterke dividendhistorie. En houd ook een ruime spreiding aan. Je zult als belegger maar een zware overweging hebben in net de verkeerde sectoren…
Martine Hafkamp is algemeen directeur van Fintessa Vermogensbeheer. Fintessa is een zelfstandig, onafhankelijk en gespecialiseerd vermogensbeheerkantoor uit Baarn, en tweevoudig winnaar van de Gouden Stier.
Deze publicatie is samengesteld door Fintessa B.V. De in deze publicatie vermelde gegevens zijn ontleend aan door Fintessa B.V. betrouwbaar geachte bronnen en publiekelijk bekende informatie. Deze publicatie bevat beleggingsaanbevelingen, maar geen beleggingsadvies noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Voor de juistheid en volledigheid van de genoemde feiten, gegevens, meningen, verwachtingen en uitkomsten daarvan kan Fintessa B.V. niet instaan.
Fintessa B.V. is een beleggingsonderneming en beschikt over een vergunning op grond van de Wet financieel toezicht. Fintessa B.V. staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. Voor de uitgebreide Disclaimer verwijzen wij naar onze website www.fintessa.nl.