In alle landen binnen de eurozone is er sprake van groei. Daarbij is de economie in de eurozone met een groei van ongeveer 2,3% afgelopen jaar, aangehaakt bij de opgang die we in de rest van de wereld zien. Het beeld voor de korte termijn is dan ook gunstig. Voor de middellange termijn zijn er echter wel degelijk risico's.
Dat stelt Nicola Mai, portefeuillebeheerder van Pimco, in een vooruitblik over de eurozone.
Voor dit jaar verwacht Mai een groei van 2 tot 2,5% voor de eurozone, waarbij de eerste tekenen erop wijzen dat dit eerder hoger dan lager uitvalt.
Te weinig beleid
Toch zijn er ook risico’s voor de eurozone. Zo wijst Mai op de sterke sterke economie van Duitsland, waar de inflatie structureel laag is, wat het voor andere landen binnen de eurozone moeilijk maakt om hun concurrentievermogen te herstellen. Een probleem dat door de inflatiedoelstelling van de Europese Centrale Bank - van net onder de 2% - alleen verergerd wordt. Er is volgens Mai te weinig beleid om macro-economische omstandigheden van de verschillende landen met elkaar in lijn te brengen.
Verder boeken landen in de periferie wel vooruitgang, maar die zijn tot op heden nog ontoereikend. In kernlanden binnen de eurozone zijn daarbij de inspanningen om de binnenlandse vraag te stimuleren, verwaarloosbaar. Landen als Nederland en Duitsland hebben overschotten van 8 tot 9% van het bbp op de lopende rekening, en er is geen duidelijk beleid om de binnenlandse vraag ten opzichte van de rest van de regio te stimuleren.
Economische schok
Ook onderstreept Mai dat ondanks liquiditeitsmechanismen als het ESM, er geen budget van betekenis is dat anticyclische externe schokken kan opvangen. Ook blijven de kapitaalmarkten in de eurozone volgens de portefeuillebeheerder versnipperd. Zo ontbreekt een echte bankenunie of een gemeenschappelijk depositogarantiesysteem. Hoewel de ECB dit vooralsnog opvangt, kan de centrale bank die rol niet in alle omstandigheden vervullen.
De omstandigheden kunnen een probleem worden wanneer zich een economische schok voordoet. Mai gaat er niet van uit dat de toenadering tussen Frankrijk en Duitsland op de korte termijn zorgt voor een overeenkomst en verwacht geen grote veranderingen in de infrastructuur van de eurozone.
"Door de gunstige vooruitzichten op korte termijn kunnen de spreads voor Italiaanse en Spaanse obligaties verder verkleinen, maar de risico’s op de lange termijn beletten ons om hier een duidelijk overwogenpositie in te nemen", voegt Mai daaraan toe. "Vanwege de onzekerheid op de middellange termijn hechten we veel belang aan liquiditeit. Daarom hebben we wat obligaties uit de periferie betreft, een voorkeur voor posities in landen die veel staatsobligaties uitgeven."
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!