De olieprijs fluctueert het hele jaar al rond de 60 dollar per vat. Vorig jaar december werd er ruim 50 dollar voor een vat Brentolie neergeteld, terwijl in april dit jaar eenzelfde vat voor bijna 75 dollar van eigenaar wisselde. Sinds de zomer blijft de prijs in de buurt van de 60 dollar hoezeer de OPEC-plus, de gezamenlijke olie-exporterende landen met Rusland, ook tracht de productie te beperken en daarmee de olieprijs naar boven te sturen.
Zo waarschuwde het Internationaal Energie Agentschap de OPEC recent dat er in 2020 een groot olieoverschot dreigt. Er worden naar schatting 1,4 miljoen vaten meer geproduceerd dan de wereld nodig heeft en dat zet druk op de olieprijs. Het is een druk die de olieproducerende landen niet goed uitkomt. Om hun uitgavenpatroon te kunnen handhaven is namelijk een hogere olieprijs ingecalculeerd.
De reden voor de lagere olieprijs moet echter buiten de OPEC gezocht te worden. De Verenigde Staten zijn met een productie van 12 miljoen vaten per dag de grootste olieproducent ter wereld. Ze zijn Saoedi-Arabië en Rusland ruim gepasseerd.
Game changer
Dat heeft alles te maken met de spectaculaire opkomst van schalieolie in de Verenigde Staten. Daar is de schalieproductie vanaf 2010 opgevoerd van nul naar zeven miljoen vaten per dag. Aanvankelijk werd er vooral olie gewonnen in Eagle Ford (Texas) en Bakken (Noord Dakota). De productie in deze twee gebieden bereikte in 2015 zijn plafond. Inmiddels wordt de meeste olie in Permian (Texas) opgeboord.
De snelle groei van de schaliesector was niet minder dan een game changer in de wereldeconomie. Zo werden de Verenigde Staten een netto-exporteur van olie en veel minder afhankelijk van aanvoer uit het Midden Oosten. Mede om die reden konden de Verenigde Staten hun grote militaire aanwezigheid in deze regio terugbrengen. De lagere olieprijs was een flinke stimulans voor de Amerikaanse economie en de schalie business zorgde voor veel nieuwe werkgelegenheid. Het heeft er mede toe bijgedragen dat de Amerikaanse werkloosheid op een historisch laag niveau is beland.
Welwillend Wall Street
De snelle groei werd mede mogelijk gemaakt door een zeer welwillend Wall Street. De financiële sector pompte snel erg veel geld in de oliewereld, niet zozeer in de vorm van aandelen maar in de vorm van kredieten. Beleggers in aandelen van schalieoliebedrijven zijn de afgelopen jaren weliswaar niet erg gelukkig geworden, maar de verstrekkers van leningen wel.
Zo maakte de schaliesector een belangrijk deel uit van de portefeuille van de High-Yield-beleggingsfondsen. Daar zijn er veel van in de Verenigde Staten. Ook banken waren niet terughoudend wat betreft het verstrekken van kredieten aan de sector.
Het tij lijkt te keren
Sinds het einde van 2018 lijkt het tij te keren. De piek in de productiegroei eind 2018 van 1,8 miljoen vaten per dag op jaarbasis is gezakt naar nog maar een miljoen vaten per dag. Niet alleen de productie per boorput neemt af, maar ook nieuwe putten leveren steeds minder op.
Daarnaast wordt er geleidelijk meer gas en minder olie geproduceerd. Met gas valt echter veel minder te verdienen. De break-even kosten van schalieolie liggen op zo’n 60 dollar per vat. Dat is hoger dan de kosten voor andere vormen van oliewinning.
Het is dan ook niet zo vreemd dat steeds meer olieproducenten het loodje leggen. De schalieboom lijkt veel eerder dan verwacht over zijn hoogtepunt. Volgens oliedienstverlener Baker Hughes neemt het aantal olieplatformen snel af. Investeerders trekken zich terug en een grote consolidatie in de sector lijkt aanstaande.
Alarmbellen
De beurswaarden van grote spelers als Pioneer Resources, EOG Resources, Devon en Apache zijn inmiddels fors lager. Ook bij de kredietverstrekkers gaan de alarmbellen. Banken waarderen het onderpand voor hun leningen af en ook het aantal leningen aan de sector daalt. Faillissementen nemen toe. Slechts 10% van de bedrijven rapporteerde een positieve operationele kasstroom. De productiviteit daalt en de kosten stijgen. De veronderstelde grote reserves in de schaliebassins blijken fors tegen te vallen.
Op korte termijn lijkt er nog niet zo veel aan de hand. Alleen de productiegroei neemt af. Maar de plots herwonnen olie-onafhankelijkheid van de Verenigde Staten komt op losse schroeven te staan. Wanneer oplopende spanningen in het Midden Oosten tot een hernieuwde olieschok leiden, zou dat voor de olieprijs grote gevolgen kunnen hebben.
Martine Hafkamp is algemeen directeur van Fintessa Vermogensbeheer. Fintessa is een zelfstandig, onafhankelijk en gespecialiseerd vermogensbeheerkantoor uit Baarn, en tweevoudig winnaar van de Gouden Stier.
Deze publicatie is samengesteld door Fintessa B.V. De in deze publicatie vermelde gegevens zijn ontleend aan door Fintessa B.V. betrouwbaar geachte bronnen en publiekelijk bekende informatie. Deze publicatie bevat beleggingsaanbevelingen, maar geen beleggingsadvies noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Voor de juistheid en volledigheid van de genoemde feiten, gegevens, meningen, verwachtingen en uitkomsten daarvan kan Fintessa B.V. niet instaan.
Fintessa B.V. is een beleggingsonderneming en beschikt over een vergunning op grond van de Wet financieel toezicht. Fintessa B.V. staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. Voor de uitgebreide Disclaimer verwijzen wij naar onze website www.fintessa.nl.
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!
Klopt, hoewel bij een stijging boven de $ 60 allerlei schalie producenten weer actief zullen worden en zo een prijsstijging zullen dempen ..