De uitbraak van het Coronavirus heeft de wereld in zijn greep. Hoewel de risico’s van een pandemie aanzienlijk zijn, lijkt het niet erg waarschijnlijk dat de gevreesde situaties zich ook daadwerkelijk zullen voordoen. De economische gevolgen van de uitbraak zullen substantieel zijn, maar van voorbijgaande aard.
Dat schrijft Michael Spence, een voormalig Nobelprijswinnaar economie, in een artikel op de gerenommeerde opiniewebsite Project Syndicate.
Terwijl epidemiologen over de hele wereld naarstig op zoek zijn naar de overdrachtsmechanismen van het virus, kan niemand met zekerheid zeggen wanneer de uitbraak onder controle zal zijn, laat staan wat de economische gevolgen ervan zullen zijn.
Kortetermijneffecten
Dit betekent echter niet dat er geen goed onderbouwde gissingen kunnen worden gedaan, zegt Spence, hoogleraar economie aan New York University en auteur van The Next Convergence: The Future of Economic Growth in a Multispeed World. De geschiedenis leert dat de economische schade van grote schokken als een wereldwijde epidemie op de korte termijn aanzienlijk kan zijn.
Nu beleggers massaal bezig zijn hun portefeuilles risicovrij maken, zal de marktvolatiliteit in sectoren die het meeste last van het virus hebben, zoals de reissector, toerisme, luxegoederen en auto's, toenemen.
De jaarlijkse groei van het bruto binnenlands product in China zal naar verwachting tussen de 2 en 4 procentpunten per kwartaal kunnen dalen totdat het virus een hoogtepunt bereikt. Met name de consumptie en de productie zijn hard geraakt door de quarantaine-maatregelen in China, die miljoenen werknemers aan hun huizen hebben gekluisterd.
Zwarte zwaan
Optimisten verwachten een gedeeltelijk herstel in het tweede kwartaal van dit jaar, maar volgens Spence is het realistischer om uit te gaan van herstel in het derde kwartaal. Hij sluit bovendien niet uit dat een langdurige pandemie veel grotere economische schade zal aanrichten als gevolg van bedrijfsfaillissementen, dalende werkgelegenheid, haperende particuliere investeringen en inadequate of te late beleidsmaatregelen.
Behoudens een dergelijke zwarte zwaan-gebeurtenis, leert de geschiedenis dat de langetermijneffecten van de COVID-19-uitbraak vrij klein, zelfs verwaarloosbaar kunnen zijn, zo stelt Spence.
Digitalisering
Dit is des te waarschijnlijker omdat de economie van China verre van fragiel is. China is minder afhankelijk van de internationale handel dan in 2003, toen de wereld te kampen had met een uitbraak van SARS, een ander coronavirus.
Spence wijst verder op de snelle expansie van China's digitale economie. Ruim eenderde van alle Chinese detailhandelverkopen vindt nu online plaats; de penetratie van mobiel internet is zeer hoog en neemt toe, en China's mobiele betaalsystemen zijn de meest geavanceerde ter wereld.
Dit zal de economische veerkracht van China aanzienlijk vergroten, vooral tijdens een crisis die de fysieke mobiliteit van mensen beperkt. In tegenstelling tot in 2003 hebben veel werknemers nu de mogelijkheid om thuis te werken, zelfs als ze in quarantaine worden geplaatst of worden opgesloten. Sluitingen van scholen of universiteiten kunnen worden opgevangen middels geavanceerde online onderwijssystemen.
Bovendien kan voor bedrijven die te maken hebben met een tekort aan kasstroom en werkkapitaal het krediet worden verlengd en kunnen de voorwaarden op afstand worden aangepast. Dit zou de schade voor de dienstensector, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen, op lange termijn tot een minimum beperken.
Langere termijn
Zelfs als COVID-19 vrij snel wordt ingedamd, zou de crisis er wel toe kunnen leiden dat delen van mondiale toeleveringsketens uit China vertrekken. Dit proces is al enkele jaren aan de gang, gedreven door de verschuiving van goedkope arbeidsintensieve productie naar verhandelbare activiteiten met een hogere toegevoegde waarde. De handelsspanningen tussen de Verenigde Staten en China hebben deze trend versterkt. Het Coronavirus zou daaraan een extra impuls kunnen geven.
Een aantal analisten heeft erop gewezen dat de virusuitbraak de geloofwaardigheid van de Chinese regering zal aantasten. Maar volgens Spence lijkt dit onwaarschijnlijk. Ondanks de verlate reactie in het begin van de uitbraak, hebben de Chinese autoriteiten uiteindelijk toch maatregelen genomen.
Spence concludeert dat de economische gevolgen van de uitbraak waarschijnlijk aanzienlijk zijn, maar van voorbijgaande aard.
Lees ook de column Zwarte (coronavirus)zwaan?
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!