13 oktober NRC
‘Jezelf serieus nemen, is het begin van het einde’
Thierry Vanlancker moet als nieuwe topman van AkzoNobel het bedrijf splitsen én opstandige aandeelhouders het hoofd bieden „Je zit aan tafel, ofwel je ligt erop. Dat is de markt, daar kun je niet aan ontsnappen.”
Menno TammingaJoris Kooiman
We zitten in Kaapstad. Niet de stad, maar de vergaderzaal op de tweede verdieping van het AkzoNobel-hoofdkantoor aan de Amsterdamse Zuidas. Tegenover ons zit Thierry Vanlancker, de nieuwe bestuursvoorzitter van het verf- en chemieconcern, met een omzet van 14,2 miljard euro en 46.000 medewerkers, van wie 5.000 in Nederland. De 52-jarige Vlaming, opgeleid als chemicus én filosoof, oogt ontspannen. Hij grapt wat over de verwarrende namen van de vergaderruimtes – „Dan schrik ik omdat ik in mijn agenda een afspraak zie staan in ‘Peking’ die over een uur begint” – en lijkt op geen enkele manier onder de indruk van het feit dat hij onverwacht het bevel heeft gekregen over een Nederlands bedrijfsicoon op drift. „Stress doet me weinig”, zegt Vanlancker.
Een prettig gegeven, Akzo kan wel wat onverstoorbaarheid gebruiken. Het bedrijf is al maanden inzet van een uitzonderlijke strijd. Een strijd die aan de buitenwereld ook wordt gepresenteerd als een conflict tussen Angelsaksisch aandeelhoudersdenken en het zogeheten Rijnlandse bestuur, dat met alle belanghebbenden in een onderneming rekening wil houden, óók werknemers en de lokale gemeenschap. Het concern heeft driemaal een overnamepoging van concurrent PPG afgewezen, kampt met een revolte onder zijn eigen aandeelhouders en zag achter elkaar bestuursvoorzitter Ton Büchner en financieel directeur Maëlys Castella uitvallen om gezondsheidsredenen.
Vandaar de plotselinge promotie van Vanlancker, een jaar geleden bij de Amerikaanse concurrent DuPont weggeplukt om Akzo’s chemietak te gaan leiden – nota bene de divisie die binnenkort wordt afgesplitst. In de loop van 2018 moeten er aparte bedrijven zijn: chemie los van verf, zoals beleggers al jaren bepleiten.
Lees ook het profiel van de nieuwe Akzo-topman Vanlacker: Onbekende techneut ‘met ceo-profiel’ gaat Akzo leiden
De voorbereiding op de miljardensplitsing verloopt volgens plan, zegt de topman.
Hij kan het weten: bij DuPont, waar Vanlancker in 1988 begon op de verkoopafdeling, voordat hij managementposten kreeg in Europa en de VS, leidde hij de afsplitsing van de lakkendivisie die uiteindelijk in 2012 onder de naam Axalta naar de beurs ging. Later zou hij ook chemiedivisie Chemours verzelfstandigen.
Een ervaringsdeskundige op het gebied van splitsingen dus, uit de Amerikaanse school, tot zover kunnen we zijn profiel inkleuren. Verder is Vanlancker vooral een grote onbekende, zowel hier als in België, zoals zijn voorganger Büchner óók al een grote onbekende was bij zijn aantreden in 2012. Vanlancker is voortvarend van start gegaan. Hoewel de bestuursvoorzitter zijn aandeelhouders direct moest trakteren op een winstwaarschuwing, slaagde hij erin een wapenstilstand te sluiten met de grootste plaaggeest van allemaal. Elliott, de activistische belegger en grootaandeelhouder die het verzet tegen de Akzo-top aanvoerde en Büchner tot wanhoop dreef.
U bent de grootste onbekende topman van een grote Nederlandse onderneming. We willen u een aantal keuzes geven die u typeren.
Manager of ondernemer?
„Ondernemer.”
Aandeelhouderswaarde of het Rijnlands ondernemingsbestuur?
„Een combinatie. Dat mag niet? Dan toch meer de aandeelhouderswaarde.”
Dylan of Stones?
„Bob Dylan, zonder twijfel.”
Auto of fiets?
„Als u metro had gezegd, had ik die gekozen. Nu kies ik auto. Ik haat de fiets.”
Voetbal of golf?
„Ik ben geen groot voetbalfan, maar om golf hangt een sfeertje van ons-kent-ons, en daar ben ik absoluut niet in geïnteresseerd. Toch maar voetbal dus.”
Nederland of België?
„Haha, België. Je kunt de man wel uit het land halen, maar nooit andersom.”
Verf of chemie?
„Verf, daar ben ik straks verantwoordelijk voor. Maar ik heb in beide branches gewerkt. En weet u, ik geloof dat het niet zo gek veel uitmaakt wát je precies verkoopt. Belangrijker is de aanpak die erachter zit, en daarop zijn steeds dezelfde principes van toepassing. Waar zit de waarde? Hoe krijg ik de mensen aan boord om die waarde eruit te halen? En hoe zorgen we ervoor dat we zo min mogelijk worden afgeleid? Daar gaat het om.”