Wat is de status van uw voorstel? In het regeerakkoord werd 250 dagen bedenktijd bij een voorstel tot ontslag of strategiewijziging geopperd.
„Het ligt nu bij Economische Zaken. Daar wordt voor zo ver ik weet één en ander bestudeerd, het moet wel in overeenstemming met Europees recht zijn.”
Was er gehoor bij politiek?
„Jazeker.”
Begrepen politici het goed?
„Principes zijn duidelijk, de technische uitwerking is wat gecompliceerder.”
De Stichting Ahold Continuïteit houdt dit jaar op te bestaan. Speelde dat mee voor Hommen en u, als oud-Ahold mannen?
„Niet in onze discussie, maar ik heb gelezen dat u dat suggereerde.”
Is het afschaffen van de dividendbelasting een goedmakertje naar buitenlandse beleggers voor de extra bescherming?
„Weet ik niks vanaf, en ik heb over die dividendbelasting eigenlijk geen mening.”
Toen u in 2009 bij Ahold wegging, kon u ook met pensioen.
„Toen was ik 62. Ik heb niet veel alternatieven. Ik reis veel, lees boeken, dat kan ik vaker doen. Maar ik vind het ook wel leuk om op kantoor te zitten. Klein kantoor, leuke zaken, volle werkweek. Het alternatief is dat ik niet meer werk. Maar dan moet ik wel mijn dagindeling voor me zien. Ik kom wel eens in een sportcentrum, dan zie ik mensen kaarten, met een flesje witte wijn, gelukkig kijkend. Dat zou iets kunnen zijn.”
Ahold heeft voor zijn boekhoudfraude nooit een boete betaald aan de Amerikaanse autoriteiten. SBM Offshore hoopte op eenzelfde scenario, maar wordt nu keihard aangepakt.
„Nu is dat zo anders. Toen hebben we zonder eigen mensen te offeren, eraan meegewerkt. Schikken zonder schuld bekennen. Don’t admit, don’t deny. We hadden een beetje geluk omdat de Amerikanen het eerste buitenlandse bedrijf dat meewerkte wilden belonen. Tegenwoordig wil men altijd dat je schuld bekent, wat na de strafrechtprocedure de deur wijd openzet voor civiele claims. En die zijn nu heel erg hoog.’’
Wat was de strategie bij Ahold?
„Snelheid, absoluut snelheid. US Foodservice had onder andere het ministerie van defensie als klant. Zolang je zo’n affaire niet afrondt, kan het je hinderen in de bedrijfsvoering.”
U kiest vaak de kant van de prooi, niet die van de jager.
„Ja, in de VS had je vroeger Marty Lipton, die koos altijd voor defence, de verdediging van de aangevallen bedrijven. En Joe Flom die vertegenwoordigde altijd de aanvallende partij. Elke maandagochtend bespraken ze in een café in New York de stand van zaken. Grappig toch? Ik ben voor defence, niet voor offence.”
Waarom?
„Kijk, er zijn mensen die zeggen ’we leven in een open economie’. Bedrijven gaan vrijwillig naar de naar beurs en dus zijn ze te koop. Maar anderen, en daar behoor ik ook toe, menen dat het nationale belang ook een factor is. Is er een gelijk speelveld. Prima. Dan hoef je geen maatregelen te nemen. Maar andere landen zijn veel machiavellistischer. Zelfs in Engeland, zeker sinds de overname van chocolademaker Cadbury door Kraft in 2010. Cadbury presteerde goed en haar aandeelhouders steunden haar. ’Kraft is niet van ons niveau’, vonden de Engelse lords en ladies bij het eerste bod. Maar zelf de trouwste aandeelhouders gingen overstag toen het bod werd verhoogd. ‘Dat kunnen we niet laten lopen, wij moeten ook aan onze achterban denken.’ En dan komt het spel op de wagen. Hedgefondsen die speculeren op een overname komen erbij en er ontstaat een totale wisseling van je aandeelhouders.’’
Wat moet je doen als er barbaren aan de poort staan?
„Je moet bij zo’n overnamepoging drie zinnen in je hoofd hebben, als De Telegraaf belt. Daar moet je van tevoren al goed over nagedacht hebben. Die drie zinnen moeten overtuigend en helder zijn, geen wollige woorden van een strategisch adviesbureau. Ze moeten door de topman worden uitgesproken, niet door een in managementpraat getrainde woordvoerder. Hij of zij moet direct ’nee’ (of ’ja’) zeggen en het meteen uitleggen. Communicatie is bij overnames extreem belangrijk. Er mag geen enkel misverstand over bestaan. Dan kun je de beurskoers managen. Straal je uit: ’Wij gaan hier geen seconde over nadenken, deze overname gaat echt niet gebeuren’, dan gaat je beurskoers ook niet ineens door het dak.”
Waar komen al die activisten ineens vandaan?
„Er is veel geld in de markt. Amerikaanse bedrijven worden op de beurs hoog gewaardeerd en dus is het vanuit de VS naar Europa trekken vaak makkelijk. Activisten kunnen zich met zo’n overname bemoeien en heel lang doorbeuken. Het interesseert ze namelijk niks of ze rechtszaken winnen. Ze openen gewoon de volgende zaak om de druk er maximaal op te houden. Op de eerste mededeling dat een activist in een bedrijf stapt, stijgt de koers vaak al fors. Ik wil er geen moreel sausje over gieten hoor, maar je moet je wel beschermen. Die discussie moet je overigens niet voeren in zin van moraliteit, maar meer met de vraag: ‘Bescherm je je eigen bron voldoende?’”
De Financial Times noemde het bod van KraftHeinz op Unilever kettingzaagkapitalisme.
„De trigger was geweest, het bod verhogen en dan ook daar de aandeelhouders in beweging krijgen.”
Dat gebeurde niet. Topman Paul Polman (die in één weekend KraftHeinz verjoeg) heeft dus goed gereageerd?
„Jazeker. Zodra de deksel op de pan gaat en de koers van je aandeel niet te veel stijgt, heb je het goed gedaan.”