Deel 2;
Proefschrift
Wat is het potentieel van aardwarmte, voor Nederland en de wereld? Op vrijdag 16 februari promoveerde Jon Limberger aan de Universiteit Utrecht. Zijn proefschrift ging over de structuur van de lithosfeer. Dat is het buitenste deel van de aarde, bestaande uit de aardkorst en het buitenste deel van de zogeheten aardmantel. Limberger onderzocht welke gevolgen die structuur heeft voor aardwarmtebronnen.
Uit de Nederlandse samenvatting van zijn proefschrift: ‘De jaarlijks winbare aardwarmte is in dezelfde orde van grootte als het totale jaarlijkse mondiale energieverbruik, zelfs met inachtneming van een zeer conservatieve winningsfactor en korte levensduurverwachting voor aardwarmtesystemen.’
Met alleen aardwarmte zou de wereld dus aan zijn energievraag kunnen voldoen. Maar dat is de theorie. Zoals altijd met energie, is de praktijk anders. Om een evergreen uit de energiedebat erbij te halen: ook de zon levert genoeg energie voor de hele wereld.
Limberger vervolgt: ‘Toch is er een grote kloof tussen de technisch winbare hoeveelheid en het daadwerkelijk gebruik van aardwarmte. De belangrijkste redenen hiervoor zijn de hoge kosten voor het opzetten van aardwarmtesystemen, de gedecentraliseerde productie van aardwarmte, het gebrek aan uniformiteit van aardwarmteprojecten en allerlei geologische en technische onzekerheden.’
Subsidie
De hoge kosten worden ondervangen door subsidie. Daar is aardwarmte nog van afhankelijk. Dat geldt ook voor zon en wind, maar die vormen van energieopwekking zijn steeds meer ‘concurrerend’. Energie uit zon en wind wordt in sommige landen al goedkoper opgewekt dan energie uit fossiele brandstoffen. Dat komt vooral door schaalgrootte. In China is een manifeste zonne-industrie opgetuigd, die met halsbrekende snelheid zonnepanelen uitspuwt en daar de wereld mee overvoert. Het aanbod is kolossaal en dus daalt de prijs, zelfs al stijgt ook de vraag naar panelen.
Voor wind speelt, zeker in West-Europa, eenzelfde dynamiek. Er komen meer turbines, die groter zijn. Bij Urk werd in de zomer van 2016 een windpark geopend. Nieuwe molens vervingen turbines uit begin jaren negentig. Destijds werden er vijftig windmolens neergezet in de Noordoostpolder. Dat was toen het grootste windpark van Europa. Twee windturbines die er nieuw werden geplaatst, hadden net zoveel vermogen als vijftig van die oude molens. Groot, groter, grootst: zo kan er meer worden opgewekt en dat drukt de prijs.
Geothermie ontbeert dat. Van het wereldwijde energiegebruik in 2017, kwam 81% uit olie, gas en kolen. Fossiele bronnen, met veel CO2-uitstoot. Dat blijkt uit het Global Energy Statistical Yearbook 2018. Energie uit warmte? Dat werd wereldwijd afgerond op 0%.
Verwaarloosbaar, dus. In de periode 2010 tot 2014 werd ongeveer $20 mrd geïnvesteerd in geothermie, door 49 landen, zo meldde de World Energy Council in haar laatste rapport over aardwarmte, twee jaar geleden. In 2015 werd er $2 mrd geïnvesteerd in die energiebron.
Ter vergelijking: Shell investeert in één jaar al snel zo’n $25 mrd in zijn olievelden. Afgelopen jaar alleen al stak het $2 mrd in de zoektocht naar nieuwe olievelden. En dat is slechts één bedrijf.
Maar de energievorm is wel veelbelovend, zo stelde de World Energy Council. Het tempo van de ontwikkeling kan versnellen door de wereldwijde zorgen over klimaatverandering en daarmee de toenemende behoefte om de energiesector CO2-vrij te maken, aldus de Council. Die wees nog op ‘conservatieve wetgeving’ rond aardwarmte.
$20 mrd
In de periode 2010 tot 2014 werd ca $20 mrd geïnvesteerd in geothermie door 40 landen. Ter vergelijking: Shell investeert per jaar zo'n $25 mrd in zijn olievelden
Ook in Nederland is wetgeving een punt. Althans, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) heeft zich vorig jaar nog zeer kritisch uitgelaten over geothermie. 'Op dit moment is het gewoon niet goed genoeg', zei toenmalig inspecteur-generaal Harry van der Meijden in de zomer van vorig jaar tegen het FD. ‘Veel risico’s bij het boren naar geothermie zijn vergelijkbaar met die in de olie- en gassector.’ In Grubbenvorst waren de boringen te dicht bij een breuk in de aardlaag, zo oordeelde SodM.
In zijn algemeenheid stelde de toezichthouder uit Den Haag: de calamiteitenplannen van veel aardwarmtebedrijven waren wankel, net als hun financiën. SodM besteedde veel tijd aan de controle van wat nu nog een minuscule bedrijfstak is. 'Op termijn is dat niet vol te houden', zei Van der Meijden. Dit najaar herhaalde SodM nog dat de situatie sindsdien weinig is verbeterd.
Dus: de sector moet groeien want alleen dan komt er een verbeteringsslag en dat zal de kosten drukken. Onlangs vroeg Shell een vergunning aan om in de regio Rotterdam aardwarmte te ontwikkelen. Daar was SodM blij mee: 'Ze hebben schaalgrootte waardoor kennis en ervaring bij meer dan een persoon is geborgd, wat veiligheid ten goede komt', zei Wouter van der Zee, hoofd ondergrond van SodM, toen Shell vorige maand zijn aanvraag bekendmaakte.
Uiteindelijk is er voor groei vooral geld nodig. Nederland kent een fijnmazig subsidiesysteem. Aardwarmteprojecten kunnen aanspraak maken op SDE+ subsidie. In de eerste helft van dit jaar is er €493 mln toegezegd aan subsidie voor aardwarmte. Zo’n toezegging is nog geen uitkering: wanneer een geothermieproject stilligt, of de resultaten achterblijven bij de prognoses, zal de exploitant geen of minder subsidie krijgen.