Koffiekamer « Terug naar discussie overzicht

Draadje:Pensioenfondsen en effect op de beurs

10.075 Posts, Pagina: « 1 2 3 4 5 6 ... 476 477 478 479 480 481 482 483 484 485 486 ... 500 501 502 503 504 » | Laatste
Beperktedijkbewaking
0
Hoe de hardwerkende Nederlanders gepakt worden

Vergeet als jongere je koopkracht maar, alle loonruimte gaat volgend jaar verloren door de rekenwaanzin van kabinet en DNB. Volgens hun fundamentalistische en achterhaalde rekenregels, in combinatie met een omlaag gemanipuleerde en volstrekt onrealistische rekenrente, moeten de pensioenpremies nog veel verder omhoog!

Premietotaal 2018 : 33 mrd (alle pfn bij elkaar)
Premietotaal 2019 : 35 mrd (geschat)
Premietotaal 2020 : >38 mrd?

Absoluut onnodig! Want op hun beleggingen verdienen de pfn nog veel meer dan er aan premies binnen komt, namelijk ca 82 mrd per jaar (gemiddelde in 2015-2019 ondanks slechte jaar 2018; groei in 2019H2 geschat op 0,5 × groei in H1).
Over de periode 2001-2018, dus incl. de beursdips in 2002 en 2008, was het ca 47 mrd per jaar.

O ja, er worden ook nog pensioenen uitgekeerd: 31 mrd in 2018 en ca 32 mrd in 2019. Er zijn gekken die vinden dat daarop volgend jaar gekort moet worden...

statistiek.dnb.nl/downloads/index.asp...

josti5
1
quote:

Beperktedijkbewaking schreef op 8 oktober 2019 18:01:

Hoe de hardwerkende Nederlanders gepakt worden

Vergeet als jongere je koopkracht maar, alle loonruimte gaat volgend jaar verloren door de rekenwaanzin van kabinet en DNB. Volgens hun fundamentalistische en achterhaalde rekenregels, in combinatie met een omlaag gemanipuleerde en volstrekt onrealistische rekenrente, moeten de pensioenpremies nog veel verder omhoog!

Premietotaal 2018 : 33 mrd (alle pfn bij elkaar)
Premietotaal 2019 : 35 mrd (geschat)
Premietotaal 2020 : >38 mrd?

Absoluut onnodig! Want op hun beleggingen verdienen de pfn nog veel meer dan er aan premies binnen komt, namelijk ca 82 mrd per jaar (gemiddelde in 2015-2019 ondanks slechte jaar 2018; groei in 2019H2 geschat op 0,5 × groei in H1).
Over de periode 2001-2018, dus incl. de beursdips in 2002 en 2008, was het ca 47 mrd per jaar.

O ja, er worden ook nog pensioenen uitgekeerd: 31 mrd in 2018 en ca 32 mrd in 2019. Er zijn gekken die vinden dat daarop volgend jaar gekort moet worden...

statistiek.dnb.nl/downloads/index.asp...

Het is allemaal een opmaat tot een totaal andere opzet van het gepensioneerde-inkomen, waarvan de blauwdrukken al ergens in de Haagse laden verstopt liggen.
Anders vallen de idiote rekenrente en de hoge premies niet te verklaren.

De inkomensafhankelijke AOW zit er vroeger of later gewóón aan te komen. De huidige generaties werkenden die nu een hoge premie betalen en straks ongetwijfeld te maken krijgen met hogere pensioenen (reden waarom de pensioengerechtigden van nu zo fanatiek gekort worden!), zullen op hun AOW gekort gaan worden, waarna de AOW verder afgebouwd gaat worden tot een soort bijstandsuitkering voor ouderen zonder pensioen en/of zonder vermogen, waarbij het eigen huis uiteraard opgegeten dient te worden.

Let maar op...
Beperktedijkbewaking
0
quote:

josti5 schreef op 8 oktober 2019 20:43:

[...]
Het is allemaal een opmaat tot een totaal andere opzet van het gepensioneerde-inkomen, waarvan de blauwdrukken al ergens in de Haagse laden verstopt liggen.
Anders vallen de idiote rekenrente en de hoge premies niet te verklaren.

De inkomensafhankelijke AOW zit er vroeger of later gewóón aan te komen. De huidige generaties werkenden die nu een hoge premie betalen en straks ongetwijfeld te maken krijgen met hogere pensioenen (reden waarom de pensioengerechtigden van nu zo fanatiek gekort worden!), zullen op hun AOW gekort gaan worden, waarna de AOW verder afgebouwd gaat worden tot een soort bijstandsuitkering voor ouderen zonder pensioen en/of zonder vermogen, waarbij het eigen huis uiteraard opgegeten dient te worden.
Let maar op...
Of er nu een bewust plan 'in de laden' ligt of niet, ik vrees dat het idd die kant op zou kunnen gaan. Geleidelijk en sluipend, eerst de zieltjes masseren, dan politieke druk. Zo van: "de tijden zijn veranderd".
In het FD las ik een mogelijke andere geheime agenda:

"Het nieuwe pensioenstelsel is een complot van de grote 3 verzekeraars. Na de coup van de zorgverzekeringswet waarmee de ziekenfondsen werden geliquideerd volgen nu de pensioenfondsen. Men wil een ander pensioenstelsel: geen 200 fondsen, geen 100, maar 3 verzekeraars, NN, AEGON, ASR.
In dit geval, net als het gestandaardiseerde basispakket bij de zorgverzekeraars, met behulp van een gestandaardiseerde regeling voor pensioenen.

Premiebetalers zijn de komende jaren de klos om de transitie naar NN in Nederland mogelijk te maken. Elk jaar de keuze bij wie van de 3 de jaarlijkse 40 miljard (fiscaal nu begrensd op 27%) wordt ingelegd.
Vandaar de vergelijking met de defecte Zorgverzekeringswet uit 2006. "Pensioensector volgt ontwikkelingen in de zorg". Van consolidatie komt standaardisatie, daarna gaan de grote drie zich over onze pensioenpotten 'ontfermen'.

Maar net zoals de zorgverzekeraars 13 jaar na invoering van het nieuwe zorgstelsel nog altijd met zorgaanbieders onderhandelen over de kwantiteit, zal men ook op pensioengebied nooit aan kwaliteit toekomen. Wel vindt, 3 tot 4 jaar na de overname, 'vereffening' plaats door het ministerie en kan de definitieve eindafrekening worden opgemaakt. De 1500 miljard zijn in een zee van onderzoekrapporten, convenanten, nota's, overnameprocedures, eindeloze rechtszaken, moties, wetten en slappe smoezen zoekgeraakt..."

Zou ook kunnen. zeg niet dat het ondenkbaar is. In dit artikel wordt er door een 'expert' al over gedagdroomd:
fd.nl/opinie/1319268/pensioensector-v...

hirshi
0
Een veertigtal wetenschappers en mensen uit het bedrijfsleven pleit er in een brief aan de Tweede Kamer voor dat de rekenregels voor pensioenen worden aangepast. Het huidige stelsel zorgt volgens hen voor een onzeker pensioen.

Het huidige systeem zou uitgaan van "korten wanneer mogelijk", terwijl volgens de groep pas "indien nodig" voor korten moet worden gekozen.

"Er is geen enkel ander land dat zoveel pensioenvermogen per inwoner heeft opgebouwd als ons land. En toch lezen we dagelijks in de krant dat onze pensioenfondsen in grote moeilijkheden verkeren", staat in de brief.

Het pensioenstelsel zou volgens hen rekening moeten houden met de feitelijke rendementen van de pensioenfondsen in plaats van met de risicovrije rente, die op dit moment bijna de 0 procent heeft bereikt.

De dekkingsgraden zijn op dit moment gebaseerd op "het theoretische geval dat pensioenfondsen de komende vijftig jaar geen rendement meer zullen maken", aldus de critici. De rekenregels worden daarnaast momenteel "in extremis" aangehouden, stellen ze.

Bekende ondertekenaars van de brief zijn onder anderen voormalig CDA-minister Elco Brinkman, oud-directielid bij De Nederlandsche Bank Lex Hoogduin en voormalig voorzitter van de Sociaal-Economische Raad Herman Wijffels.


www.nu.nl/geldzaken/6003854/wetenscha...
voda
0
Prominenten dringen aan op versoepeling pensioenregels

Een groep van veertig hoogleraren, oud-bestuurders van pensioenfondsen en voormalige topmanagers dringt aan op versoepeling van de in hun ogen te strenge rekenregels voor de pensioenfondsen. In een brief aan de Tweede Kamer schrijven zij dat de huidige regels leiden tot een 'buitengewoon onzeker pensioen'.

Woensdag debatteert de Commissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Tweede Kamer weer over de pensioenen.

?
Ons pensioenstelsel verdient beter.pdf

Onder de ondertekenaars bevinden zich onder anderen oud-Shell-topman Jeroen van der Veer, oud-Rabo-bestuursvoorzitter en voormalig SER-voorzitter Herman Wijffels en voormalig directeur van De Nederlandsche Bank Lex Hoogduin. Veel van de prominenten die de brief ondertekenden hebben al eerder kritiek geuit op het te starre pensioenbeleid. Zij waren zondagavond niet bereikbaar voor een reactie.

Ook oud-APG-topman Dick Sluimers heeft de brief ondertekend. Hij schreef vorig jaar in het FD al een opiniestuk over de rekenregels rond pensioenen. Daarin pleitte hij al voor het aanpassen van de regels rond het verwachte rendement van pensioenen.

Grote zorgen

De ondertekenaars maken zich grote zorgen over de pensioenproblematiek. Door de aanhoudend lage rentestand wordt het steeds lastiger om de toegezegde pensioenen in de toekomst te kunnen garanderen. Als de regels niet snel veranderen 'rekenen we onszelf alleen maar verder de put in', aldus de briefschrijvers.

‘De pensioenfondsen hebben sinds het begin van de jaren negentig jaarlijks een gemiddeld rendement gemaakt van ongeveer 7%’

De huidige strenge regels leiden ertoe dat de premies verder moeten stijgen of dat de aanspraken omlaag gaan. Zo wordt volgens de briefschrijvers het huidige pensioenstelsel ondermijnd. Jongeren zouden steeds minder trek hebben om hun geld te steken in een onzeker pensioen. In hun brief wijzen ze de Kamerleden erop dat pensioenfondsen veel meer beleggingswinst halen dan die 0% waarmee ze moeten rekenen. 'De pensioenfondsen hebben sinds het begin van de jaren negentig jaarlijks een gemiddeld rendement gemaakt van ongeveer 7%.'

Bij de huidige standen van de dekkingsgraden dreigen bij tientallen fondsen kortingen op de pensioenen van 5% tot 8%. Dat komt vooral door de daling van de rente dit jaar. De stand van de dekkingsgraad op 31 december is allesbepalend: als de rente stijgt valt de schade mogelijk mee, als die verder daalt of als de beurzen dalen, bijvoorbeeld door de brexit of een handelsoorlog, dan kan de korting nog hoger uitvallen.

fd.nl/economie-politiek/1320109/promi...
voda
0
Verzekeraars zien solvabiliteit fors dalen bij alternatieve rekenrentes

Nederlandse en Duitse verzekeraars staren in een zwart gat. Als de Europese toezichthouders sleutelen aan de kunstmatige rekenrente waarmee ze hun verplichtingen berekenen, heeft dat vooral gevolgen voor bedrijven uit deze twee landen.

Dit blijkt uit een deze week gepubliceerde consultatiepaper van de Eiopa, de Europese koepel van toezichthouder op pensioenfondsen en verzekeraars. Daarin staan voorstellen om de toezichtregels voor de sector, Solvency II, volgend jaar te veranderen.

In een extreem geval zouden Nederlandse verzekeraars aankijken tegen een solvabiliteitsdaling van 119 procentpunt. Vrijwel alle grote maatschappijen zouden dan onder de 100% uitkomen, het wettelijke minimum.

Verzekeraars berekenen de contante waarde van hun verplichtingen, de beloofde uitkeringen, met de marktrente. Dat wordt vervolgens afgezet tegen het opgebouwde vermogen. De buffer (het overschot) is een complexe berekening en wordt uitgedrukt als percentage van het wettelijk minimum, dat per verzekeraar kan verschillen.

Probleem is alleen dat de verplichtingen voor de komende twintig jaar goed zijn te berekenen, omdat er dan marktrentes zijn. Voorbij dat punt wordt het lastiger. Omdat er relatief weinig handel is in leningen met een langere looptijd gebruiken de verzekeraars vanaf die twintig jaar (de zogeheten 'last liquid point' of LLP) een benadering van de marktrente: de 'ultimate forward rate', of ufr.

Dit fictieve tarief voor de zeer lange termijn - waarbij de horizon al gauw honderd jaar is - is door de Eiopa vastgesteld op 3,9%. Vanaf de LLP van twintig jaar moeten de verzekeraars een curve trekken naar deze ufr. De - zeldzame - werkelijke marktrentes liggen ondertussen fors onder dat niveau. Een vijftigjarige Duitse swap doet bijvoorbeeld slechts 0,3%. Als de Eiopa zou besluiten om de LLP naar vijftig jaar te trekken (kortom: om tot die tijd met echte marktrentes te werken) en de verzekeraars dus met een veel lagere rente hun verplichtingen laat waarderen, daalt de solvabiliteit fors.

Het is in dat licht wellicht niet vreemd dat het juist de Duitse bestuursvoorzitter van Allianz, Europa's grootste verzekeraar, was die felle kritiek op het ECB-beleid uitoefende. Het zint Oliver Bäte niets dat Frankfurt de marktrentes almaar verder omlaag wil drukken, onder andere met een nieuw QE-opkoopprogramma en door banken negatieve rentes in rekening te brengen. Hij stelde dat het veel te ruime beleid het voor overheden te makkelijk maakt om noodzakelijke hervormingen uit te stellen. Christian Sewing, bestuursvoorzitter van Deutsche Bank, was nog explicieter met zijn waarschuwing dat negatieve rentes het financiële systeem 'ruïneren'.

Of de Eiopa daadwerkelijk de rekenrente fors zal aanpakken, valt te bezien. Het bestuur bestaat uit afgevaardigden uit alle landen - vanuit Nederland iemand van De Nederlandsche Bank - en niet allemaal willen ze stevig ingrijpen. Het consultatiedocument is een eerste stap.

Overigens bestaat er voor pensioenfondsen ook een ufr. Die is lager dan die van verzekeraars, omdat DNB deze zelf mag bepalen. Voor verzekeraars is het Eiopa die de knoop doorhakt.
Drie jaar geleden waarschuwde de Eiopa al dat verzekeraars diep in de problemen zullen komen als de rente langdurig laag blijft. In een situatie waarbij de ufr naar 2% zou dalen, kan het eigen vermogen van Nederlandse verzekeraars zo met een derde afnemen. De koepel adviseerde toen de nationale toezichthouders om waar nodig dividenden aan banden te leggen zodat het kapitaal versterkt kon worden.

fd.nl/beurs/1320493/verzekeraars-zien...
voda
0
Vergrijzing stelt financiële sector voor problemen

Het naderende pensioen van de laatste groep babyboomers stelt werkgevers in de financiële sector voor serieuze problemen. Met hen verdwijnen ook hun ervaring en vaardigheden.

Werkgevers proberen op deze aderlating te anticiperen door teams samen te stellen waarin verschillende leeftijdsgroepen zijn vertegenwoordigd. Dat blijkt uit een enquête van recruitmentbureau Robert Half onder 200 cfo's, financieel directeuren en hr-managers.

'Het zou kunnen dat bedrijven hier wat traag mee zijn geweest, maar ze zijn er nu echt mee bezig', zegt Frédérique Bruggeman. Zij heeft de leiding over de Nederlandse activiteiten van de Amerikaanse multinational, die vooral actief is in de financiële en administratieve sector.

Kenniskloof

Ruim de helft van de ondervraagde bedrijven werkt met teams waarin mensen van verschillende leeftijden moeten samenwerken. Bijna de helft organiseert speciale trainingen en een derde werkt met onlineplatforms waarop werknemers hun kennis kunnen delen. Om de kenniskloof te dichten en het vaste personeel bij te scholen, wordt ook wel een beroep gedaan op freelancers of tijdelijke medewerkers.

Tot de babyboomers worden werknemers gerekend die grofweg tussen 1945 en 1960 zijn geboren. Sinds 2011 neemt elk jaar een grote groep afscheid en dat vormt volgens de ondervraagde managers inmiddels een bedreiging voor de beschikbare vaardigheden binnen hun organisaties. De vergrijzing leidt er mede toe dat de arbeidsmarkt de komende jaren krap blijft. Volgens Bruggeman woedt de zogenaamde oorlog om talent in volle hevigheid.

Kieskeurig

Bijkomende moeilijkheid voor werkgevers is dat de jongere generatie niet alleen een stuk kieskeuriger is dan de vorige, maar ook minder loyaal lijkt. Jongeren zijn zich bewust van de schaarste en hun marktwaarde. Niet alleen het salaris moet in orde zijn, ook bij de secundaire arbeidsvoorwaarden luistert het nauw. De bedrijfscultuur weegt zelfs zwaarder dan het brutoloon. Flexibele werktijden en thuiswerken worden steeds vaker als vanzelfsprekend gezien. Het bedrijfsrestaurant, een pingpongtafel, een strijkdienst en milieubewustzijn kunnen de doorslag geven.

Bedrijven doen meer moeite om werknemers aan te trekken en aan zich te binden, terwijl de nieuwe aanwas minder competenties heeft. Bruggeman: 'Waar een kandidaat voorheen tien op tien moest scoren, moet een werkgever nu zeggen dat acht op tien ook kan. Anders is hij of zij niet te vinden.'

Analytische mensen

De spanning op de arbeidsmarkt is in het tweede kwartaal opgelopen naar een nieuw hoogtepunt, meldde het CBS vorige week. Er staan 93 vacatures tegenover 100 werklozen. Per duizend banen zijn er 34 vacatures. Begin 2017 waren dat er nog 24.

Volgens Bruggeman zijn werkgevers in de door haar bestreken sectoren vooral op zoek naar mensen die goed scoren in emotionele intelligentie en digitale vaardigheden. 'Hoewel standaardwerk verdwijnt, zijn er steeds meer analytische mensen nodig die aan de hand van data conclusies kunnen trekken en prognoses kunnen maken of snel een digitaal project kunnen opzetten.'

Het meest in trek zijn specialisten voor financiële en zakelijke analyse, gevolgd door controlling, consolidatie en financieel beheer. Uit de enquête blijkt dat werkgevers ervan uitgaan dat ze, afhankelijk van de functie, komend jaar 3 tot 10% meer kwijt zullen zijn aan salarissen.

fd.nl/ondernemen/1320537/vergrijzing-...
voda
0
Laten we een nieuw pensioenstelsel ontwerpen waarbij korten geen rol meer kan spelen

Expert | Theo Kocken is hoogleraar risicomanagement

Korten van financiële toezeggingen genereert een van de sterkste emoties die we hebben: loss aversion. Psychologen koppelen verliesaversie aan onze basisemotie angst. Zelfs niet-indexeren wordt al als verlies ervaren. Terwijl verreweg de meeste pensioendeelnemers nooit voor indexatie hebben betaald. Maar korten voelt nog veel erger dan geen indexatie. Verliesaversie verdwijnt niet door te wijzen op de vele jaren extra pensioen die mensen krijgen doordat ze gemiddeld langer leven dan waar drie decennia terug door de huidige gepensioneerden voor is betaald.

Illustratie: Hein de Kort voor Het Financieele Dagblad

Door mogelijk ontoereikende dekkingsgraden staan we als samenleving weer voor de vraag of en hoeveel we moeten korten. Veel mensen roepen dat je het niet kunt maken om te korten. Terwijl iedereen in ‘de polder’ toch akkoord was dat we, tot aan de invoering van het nieuwe pensioenstelsel, de bestaande regels zouden naleven. Feit blijft dat korten sterke emoties oproept.
In het toekomstige nog uit te werken pensioenstelsel zullen korten en indexeren by design veel frequenter voorkomen. Dat pensioenontwerp is gebaseerd op het principe dat gepensioneerden het accepteren dat ze frequent met kortingen (en indexatie) geconfronteerd kunnen worden. Dat is zo afgesproken.

Maar zo’n nieuw principe van mogelijk frequenter korten vereist wel een maatschappij die daar mentaal mee om weet te gaan. Als een soort militair getrainde commando-eenheid (van gepensioneerden), die gehard is in het ondergaan van korten. Natuurlijk is het ook de bedoeling dat gepensioneerden er vaak iets bij kunnen krijgen, via indexatie. Sterker nog, we verwachten vaker extra indexatie dan dat we gaan korten. Zo hebben we dat de afgelopen veertig jaar ook gezien. Dus in het nieuwe systeem maken we de afspraak dat we het allemaal eens zijn over hoe de rekenrente – welke methode we ook kiezen – werkt. En leggen we ons erbij neer dat dit vervolgens indexatie danwel korten oplevert.

Tegenslag
In het huidige pensioensysteem, dat in 2007 is opgezet, hadden we de afspraak van korten en indexeren ook al. Daarbij zijn we in de praktijk bij tegenslag echter direct gaan klagen over de dreiging van korten. Vervolgens zijn we het korten jarenlang gaan uitstellen. Ook nu lijkt het wéér tot uitstel te komen.‘Om van dit systeem met alleen verliezers af te raken, zullen we het pensioenstelsel moeten aanpassen’

Maken we weer de parallel met de geharde commando’s, dan lijkt het dat de commando’s de afgelopen jaren bij de eerste de beste regenbui netjes in een loods werden gezet en mochten bijkomen voordat ze aan barre kortingsomstandigheden werden blootgesteld. ‘Maar na jullie pauze gaat het er echt hard aan toe’, brult de sergeant. Waarop het ging hagelen. De commando’s klaagden steen en been, dus mochten ze lekker warm binnen blijven en werd de oefening afgezegd. ‘Maar volgende week gaan jullie er echt tegenaan en wordt het niet één keer per week, maar iedere dag afzien’, bulderde de sergeant. De commando’s keken elkaar lachend aan: ‘Sure, boss’.

Door na zoveel jaar uitstellen nu toe te geven aan het veranderen van de regels, zodat weer niet gekort wordt, levert een gewoonteregel op die zijn beslag zal hebben op de hele pensioensector. Een soortgelijke ontwikkeling zagen we eerder ook bij de staatspensioenfondsen in de Verenigde Staten. Daar zijn door aanpassingen de fondsen nu zo goed als leeg. In Nederland heeft de discussie over korten geleid tot boze ouderen en jongeren die denken niets meer te krijgen.

Aanpassen
Om van dit systeem met alleen verliezers in Nederland af te raken, zullen we het pensioenstelsel voor de toekomst moeten aanpassen.

De beste optie is wat mij betreft om definitief af te zien van een toekomstig stelsel met één pot geld en korten als basis voor de verdeling. In de overgang die dan plaatsvindt kunnen we coulant met korten omgaan.

Willen we toch volharden in een stelsel met korten als basis, dan zullen de pensioendeelnemers de bijkomende mentale hardheid nu ook moeten kunnen opbrengen.

Maar wat nu echter in Nederland dreigt te gebeuren is dat we geen keuze maken uit bovenstaande opties, maar dat we afstevenen op een derde optie. Deze onwenselijke derde optie houdt in dat we nu niet gaan korten, maar we wel doorgaan met het uitwerken van een stelsel dat frequent korten (en indexeren) als fundament heeft. Kiezen voor deze derde optie zou zoiets zijn als ‘dromen over zwaar trainen om gezond te worden: nu zeker niet, maar in de toekomst zeker wel’. We zouden deze optie dus moeten uitsluiten.

Al tien jaar geleden heb ik het geloof verloren in een pensioensysteem dat de rekenrente als basis heeft voor het verdelen van geld over een horizon van zeventig jaar of langer. Dat ging samen met een besef dat korten op pensioenen voor de deelnemers mentaal simpelweg te belastend is.

Nederland zou daarom naar een nieuw systeem moeten dat niet langer gebaseerd is op rekenrente tussen jong en oud maar daarvoor in de plaats een scheiding maakt tussen de opbouw van werkenden (zonder inkomensbelofte) en een uitkering van inkomen aan gepensioneerden. Zou een dergelijke optie nu op de onderhandelingstafel liggen, dan zou het ook makkelijker praten zijn over niet of minder korten.

Er moet dus een knoop worden doorgehakt. Gaan we dooronderhandelen over een systeem dat onmenselijke mentale hardheid vereist en die hardheid nu ook toepassen. Of beseffen we dat een dergelijk systeem nooit gaat werken en moeten we direct onderhandelen over een contract dat die mentale hardheid van korten uit het ontwerp haalt. Dat zou ook ruimte geven om nu korten met coulance te behandelen.
Theo Kocken is oprichter van Cardano Group en hoogleraar risicomanagement, Vrije Universiteit Amsterdam. Reageer via expert@fd.nl.

fd.nl/opinie/1321041/laten-we-een-nie...
Bijlage:
voda
0
Nederlands pensioenstelsel bovenaan globale ranglijst: ‘Beste ter wereld’

Ondanks de dreigende kortingen is het Nederlandse pensioenstelsel opnieuw uitgeroepen tot het beste van de wereld. Adviesbureau Mercer zette Nederland in zijn Global Pensions Index net als vorig jaar bovenaan.

Economieredactie 21-10-19, 08:45 Laatste update: 09:44

In 2017 was Denemarken net iets hoger geklasseerd. Dat land staat nu tweede en is na Nederland het enige andere land dat een ‘A’ krijgt voor de mate van financiële stabiliteit die het stelsel biedt na pensionering. De meeste werknemers genieten een pensioen gebaseerd op het gemiddelde inkomen.

De top tien wordt verder gevuld door de landen Australië, Finland, Zweden, Noorwegen, Nieuw-Zeeland, Canada, Chili en stadstaat Singapore. Zij scoren allen een ‘B’. Japan, dat op plek 31 staat, scoort een ‘D’. De belangrijkste aanbeveling voor het land is het verhogen van de pensioenleeftijd, gezien de stijgende levensverwachting.

Stijgende levensverwachting
Mercer bekijkt in het onderzoek de pensioenstelsels van 37 landen die gezamenlijk bijna twee derde van de wereldbevolking bevatten. Daarbij wordt bijvoorbeeld gekeken of de deelnemers er beter van worden, of het stelsel houdbaar is en of er vertrouwen in het systeem is.

Het adviesbureau merkt op dat veel landen te maken hebben met een steeds ouder wordende bevolking. Dat zet druk op de publieke middelen. Volgens de Verenigde Naties heeft in 2070 een vijfde van de wereldbevolking de gepensioneerde leeftijd bereikt. Nu is dat nog 9 procent.

Verplicht minimum instellen
Thailand bezet de laatste plek in de lijst. Het Aziatische land zou, aldus Mercer, een verplicht minimumpensioen in moeten voeren en de ondersteuning van de allerarmsten moeten verhogen. Veel werknemers in Aziatische landen sparen te weinig voor hun pensioen in vergelijking met die in andere landen.

Volgens Mercer scoort het Nederlands pensioenstelsel hoog op het gebied toereikendheid, duurzaamheid en integriteit. Dat leidde tot een totaal van 81 van de 100 punten, 0,7 punten meer dan vorig jaar. Pensioenexpert Marc Heemskerk van adviesbureau Mercer beseft dat er veel te doen is rond het Nederlandse pensioenstelsel. ,,We zijn met elkaar kritisch, en dat is ook goed want alleen dan kun je de kwaliteit blijven borgen. Maar soms is het goed om door dit soort onderzoeken te beseffen dat we het wereldwijd gezien erg goed voor elkaar hebben.”

Ruimte voor verbetering is er op het vlak van schulden van huishoudens, die relatief hoog zijn. Dat noemt Heemskerk opvallend. ,,Goed gevulde pensioenpotten brengen klaarblijkelijk meer vertrouwen om schulden aan te gaan.” Ook in Denemarken hebben huishoudens relatief veel schulden, waarvan hypotheekschulden de hoofdmoot vormen.

www.ad.nl/economie/nederlands-pensioe...
voda
0
Koolmees: AOW-leeftijd blijft in 2025 67 jaar

Nederlanders worden steeds ouder.Foto: Dijkstra

De AOW-leeftijd gaat in 2025 niet verder omhoog. Dat schrijft minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Wouter Koolmees in een brief aan de Tweede Kamer. Tot 2024 wordt de pensioenleeftijd stapsgewijs verhoogd naar 67 jaar, zoals afgesproken in het pensioenakkoord. Daarna betekent elk extra levensjaar dat Nederlanders acht maanden langer moeten doorwerken en vier maanden langer AOW krijgen.

De leeftijdsverwachting van 65-jarigen stijgt in 2025 met 3,5 dag meer dan verwacht, bleek vrijdagochtend uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat is niet voldoende voor een verhoging van de AOW-leeftijd.

Nederlanders die in 2025 65 jaar zijn, worden gemiddeld 85,75 jaar oud. Daarmee stijgt de levensverwachting met iets meer dan een maand in vergelijking met 2024.

Na 2025
Of de pensioenleeftijd na 2025 wel omhoog moet, ligt aan een eventuele verdere stijging van de levensverwachting. Die laat sinds de jaren 50 een duidelijke stijging zien. Op basis daarvan voorspelt het CBS voor bijvoorbeeld 2030 dat 65-jarigen 86,3 jaar worden, wat waarschijnlijk een verhoging van de AOW-leeftijd zou betekenen. Maar de voorspellingen zijn onzeker, schrijft het bureau. De levensverwachting is sinds 2014 nauwelijks toegenomen.

Het wetsvoorstel over de verhoging van de AOW-leeftijd vanaf 2025 moet nog wel door de Tweede en Eerste Kamer.

fd.nl/economie-politiek/1322955/koolm...
voda
0
Tienduizenden ouderen onder bijstandsgrens door mislopen extraatje op AOW

De helft van het aantal gepensioneerden dat recht heeft op aanvulling op hun AOW-uitkering krijgt die niet en belandt daardoor onder bijstandsniveau. In totaal gaat het om 34.000 tot 51.000 huishoudens die volgens de overheid te weinig geld hebben om van rond te kunnen komen.

Laurens Kok 13-11-19, 11:00

Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in een vandaag verschenen rapport over inkomensregelingen voor ouderen. Volgens het instituut doet 48 tot 56 procent van de rechthebbende huishoudens geen beroep op zogeheten AIO-uitkering. Dat is een aanvulling op de AOW voor mensen die te weinig AOW-rechten hebben opgebouwd om boven het bestaansminimum uit te komen.

Volgens de Rekenkamer gaat het vooral om 70- en 80-plussers die de aanvullende uitkering niet aanvragen. Daarnaast gaat het in veel gevallen om mensen die altijd in Nederland hebben gewoond.

Privacywetgeving
Oorzaak van het probleem is dat mensen zich niet melden voor een aanvullende uitkering bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB), die ook de AOW-uitkeringen maandelijks overmaakt. De SVB spant zich volgens de Rekenkamer wel in om meer mensen gebruik te laten maken van de regeling, maar daarvoor heeft de uitkeringsverstrekker gegevens nodig van het UWV en de Belastingdienst. Privacywetgeving verhindert echter dat die gegevens gedeeld worden.

Volgens de Rekenkamer is minister van Sociale Zaken Wouter Koolmees in een reactie op het rapport niet helder over hoe hij wil gaan zorgen dat het lage gebruik van de aanvullende uitkering omhoog gaat. Het instituut dringt er bij hem op aan om te bekijken of een koppeling van gegevens onder bepaalde voorwaarden mogelijk is.

www.ad.nl/politiek/tienduizenden-oude...
voda
0
Europees Hof schudt stevig aan de dividendbelastingboom - media

(ABM FN-Dow Jones) Een arrest van het Europees Hof legt een bom onder de dividendbelasting. Dit schreef Het Financieele Dagblad vrijdag.

Het arrest stelde dat een Canadees pensioenfonds in Duitsland geen dividendbelasting hoeft te betalen als de Duitse pensioenfondsen dat ook niet doen. Dat zou betekenen dat Nederlandse pensioenfondsen in Duitsland dividendbelasting teruggestort krijgen.

Daar staat tegenover dat buitenlandse pensioenfondsen van de Nederlandse staat hetzelfde kunnen verlangen, als dit inderdaad het gevolg wordt van het arrest.

In de discussie over de afschaffing van de dividendbelasting waarschuwde premier Mark Rutte vorig jaar voor de Europese houdbaarheid van de heffing op winstuitkeringen aan aandeelhouders, aldus de krant vrijdag. Maar het kabinet zag af van afschaffing. Evenwel ondermijnt het Europees Hof van Justitie in Luxemburg met zijn arrest de houdbaarheid van de heffing.

Het door het Hof bestudeerde geval van het Canadese fonds betaalt in eigen land niet of nauwelijks dividendbelasting, zo wist het FD vrijdag. Maar het ziet zich wel geconfronteerd met een bronbelasting van 15 procent over winstuitkeringen in Duitsland.

Het Hof stelde nu dat de gronden waarop de Duitse belastingdienst in dit geval onderscheid maakt, strijdig zijn met het vrije verkeer van kapitaal zoals dat is vastgelegd in het Europees recht. Ook de uitzonderingen die hierop mogelijk zijn, zijn niet van toepassing voor het Canadese pensioenfonds, stellen de rechters.

ook voor de Nederlandse Staat kan het arrest gevolgen hebben. Buitenlandse pensioenfondsen kloppen bij de Nederlandse Belastingdienst aan om dividendbelasting terug te krijgen. Zij staan daarin niet alleen. Buitenlandse beleggingsfondsen hebben in totaal ruim 11.000 verzoeken ingediend voor teruggave van de heffing, aldus het FD. Zij vragen een circa 1,7 miljard euro terug. De opbrengst van de belasting is voor 2019 begroot op 1,9 miljard euro.

Het ministerie van Financiën zegt dat het arrest van het Europees Hof nog wordt bestudeerd. Over de gevolgen voor Nederland kan het ministerie nog niets zeggen, aldus het FD. Volgens Financiën hebben buitenlandse pensioenfondsen die vergelijkbaar zijn met Nederlandse fondsen recht op teruggave van dividendbelasting.

Door: ABM Financial News.
info@abmfn.nl
Redactie: +31(0)20 26 28 999

© Copyright ABM Financial News B.V. All rights reserved.
agapim
0
quote:

voda schreef op 15 november 2019 09:55:

Europees Hof schudt stevig aan de dividendbelastingboom - media

(ABM FN-Dow Jones) Een arrest van het Europees Hof legt een bom onder de dividendbelasting. Dit schreef Het Financieele Dagblad vrijdag.

..............
..............

In de discussie over de afschaffing van de dividendbelasting waarschuwde premier Mark Rutte vorig jaar voor de Europese houdbaarheid van de heffing op winstuitkeringen aan aandeelhouders, aldus de krant vrijdag. ....................................................
....................................................
Door: ABM Financial News.
info@abmfn.nl
Redactie: +31(0)20 26 28 999

© Copyright ABM Financial News B.V. All rights reserved.
En waar en wanneer waarschuwde Rutte dan wel voor de Europese houdbaarheid ?

.
voda
0
Dekkingsgraden pensioenfondsen in oktober uit gevarenzone

De dekkingsgraden van pensioenfondsen zijn in oktober licht gestegen, blijkt uit de cijfers die de grotere fondsen vrijdag publiceren. Als het kabinet zoals verwacht volgende week de regels voor de fondsen versoepelt, zijn kortingen op de meeste pensioenen bij deze standen van de baan.

Van de top 5 staan alle fondsen er aanzienlijk beter voor dan in augustus, toen vier nog dekkingsgraden van minder dan 90% hadden. Dat is vooral te danken aan het herstel van de rente. De dekkingsgraad van ambtenarenpensioenfonds ABP — het grootste pensioenfonds van Nederland — steeg in oktober naar 93,5%, een plus van 2,2%. Die van Pensioenfonds Zorg en Welzijn steeg naar 94,1% en van de metaalfondsen PMT en PME naar 95,8% en 95,1%.

APB zou bij de huidige spelregels volgend jaar met deze dekkingsgraad een minimale korting moeten doorvoeren, omdat het onder de eigen kritische dekkingsgraad van 95% staat. PFZW staat al weer boven de voor dat fonds geldende kritische dekkingsgraad van 94%, kortingen zijn dan niet nodig. In augustus dreigden bij deze fondsen nog verlagingen van circa 5%.

PMT en PME zouden op basis van de slotstand van oktober nog circa 5% moeten korten, in plaats van de eerder gevreesde 10%. De dekkingsgraad van de twee metaalfondsen is anders dan bij ABP en PFZW al langer dan vijf jaar te laag: in dat geval moet gekort worden tot de graadmeter terug is op 100%. Ook de middelgrote fondsen doen het wat beter. Het pensioenfonds voor de landbouw bijvoorbeeld, staat op 91,4% eind oktober. Dat fonds is daarmee ook zonder hulp van het kabinet nog niet uit de gevarenzone.

Jaar uitstel
Woensdag lekte uit dat minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken de regels voor pensioenfondsen komend jaar wil versoepelen, na zware druk van vakbonden, werkgevers en oppositiepartijen GroenLinks en PvdA. Alle fondsen met een dekkingsgraad van meer dan 90% op oudjaarsdag, krijgen een jaar extra de tijd om te herstellen. Naar verwachting stuurt Koolmees hier begin volgende week een brief over naar de Tweede Kamer. Alleen voor wat kleinere fondsen blijft het dan nog spannend. Zoals het pensioenfonds Schoonmaak, waarvan de dekkingsgraad eind oktober net onder de 90% stond. De korting valt dan wel kleiner uit.
Bij een onverhoopte beurscrisis of nieuwe rentedaling kan het plaatje er eind dit jaar toch weer heel anders uitzien. Of er alsnog gekort moet worden bij fondsen, en hoeveel, blijft afhangen van de stand van de dekkingsgraden op 31 december. Dat meetmoment zal volgens Haagse ingewijden niet veranderen. De eerste twee weken van november zijn de dekkingsgraden overigens verder gestegen, dankzij een snel stijgende rente en stijgende beurskoersen. Eerder deze week schatte pensioenadviseur Aon de stijging in november op twee procentpunt gemiddeld.

Verkiezingsjaar 2021
Met een jaar uitstel dreigen alsnog kortingen in verkiezingsjaar 2021. Bovendien moeten fondsen dat jaar ook voor het eerst de door de commissie-Dijsselbloem aangepaste rekenrente gebruiken. Die is bijna helemaal gelijk aan de rente in de markt, de kleine opslag die fondsen nu nog krijgen verdwijnt. Als de rente zo laag blijft als dit jaar, betekent dit dat de rekenrente in 2021 veel lager uitvalt, dat zal een tik opleveren voor de dekkingsgraden.

Daarnaast moet de fondsen in 2021 de premie gaan berekenen met de nieuwe verwachte rendementen van de commissie-Dijsselbloem. Die zijn lager dan waar zij nu mee mogen werken. Dat zou bijvoorbeeld bij ABP volgens de vakbonden tot een premiestijging van circa 10% leiden. Voor 2020 hoeft dat nog niet, de verwachting is dat de meeste fondsen, zeker als zij niet korten, daarom volgend jaar nog geen drastische premieverhogingen doorvoeren.

fd.nl/economie-politiek/1324510/dekki...
voda
0
'Achteraf hadden we de pensioenen in 2008 meteen moeten korten'

Toen Gerard Riemen elf jaar geleden aantrad als de eerste directeur van de Pensioenfederatie, stonden de Nederlandse pensioenfondsen er prima voor. Crisisjaar 2008 begon met dekkingsgraden voor de fondsen van circa 150%. Die riante buffer was aan het eind van dat jaar weg en is niet meer teruggekomen. Nu hij afscheid neemt, staat de dekkingsgraad van veel fondsen onder de 100%, zijn pensioenen al jaren niet geïndexeerd en dreigen kortingen.

'Die lage dekkingsgraden van pensioenfondsen zijn geen gevolg van een natuurwet', zegt Gerard Riemen (55) terugblikkend aan de keukentafel van zijn huis in Woerden. 'Het is het gevolg van keuzes. Gemaakt door pensioenfondsbestuurders, toezichthouders, de politiek en sociale partners.' De afgelopen twee decennia stond Riemen vooraan bij de verhitte debatten over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel. Als directeur van de Pensioenfederatie, de koepelorganisatie en lobbyclub van de Nederlandse pensioenfondsen, en daarvoor al als ambtenaar op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daar was hij verantwoordelijk voor de invoering van het Financieel Toetsingskader (FTK) uit 2007, de financiële spelregels voor pensioenfondsen.

‘Iedereen draagt nu mee in de risico's’

'Achteraf hadden we de pensioenen na de crisis van 2008 moeten korten', vindt Riemen nu. Maar daar wilde niemand aan. 'Toen hadden mensen het begrepen. Maar de natuurlijke reactie van iedereen was “we gaan toch niet korten?” En dus is dat niet gebeurd. Vervolgens wezen anderen, politici, wetenschappers, er fijntjes op dat als je niet kort, je geld uitgeeft wat je eigenlijk niet hebt. Wat we toen gedaan hebben, dat is ook gewoon het doorschuiven geweest van de problemen van de huidige generatie naar de nieuwe generatie.'

Het besluit en de beslissing daarna van sommige fondsen om bij dekkingsgraden van net boven de 110 weer te gaan indexeren - ondanks ongenoegen van De Nederlandsche Bank -, is volgens Riemen bepalend geweest voor de felle tegenstellingen in het debat nu. 'Ik denk bijvoorbeeld dat de opstelling van DNB - “wij moeten opkomen voor de belangen van de jongeren” - daaruit voortgekomen is.'

Sindsdien is alsnog gekort en zijn pensioenen al jaren niet verhoogd om te compenseren voor inflatie. De gemiste indexatie bij ABP nadert 20%. De situatie is nu dan ook anders, vindt hij. 'Iedereen draagt nu mee in de risico's. De gepensioneerden die niet geïndexeerd worden en mogelijk gekort. De werkenden die vaak hoge premies betalen en daar steeds minder voor terugzien. Op die manier betalen we allemaal de rekening.'

‘Laat helder zijn, ik ben voor verandering. Door de vergrijzing zijn we afhankelijker geworden van rendementen, de premie draagt relatief minder bij’

Ook het FTK zou Riemen nu niet meer zo gemaakt hebben als in 2007. 'Ik ben ervan overtuigd dat als we toen geweten hadden dat er negatieve rekenrentes zouden komen, de wet er anders uit had gezien.'

De vertrekkend pensioendirecteur staat erom bekend dat hij geen blad voor de mond neemt. Maar op de vraag of het pensioenakkoord uit juni de problemen die onder het FTK zijn ontstaan oplost, valt hij even stil. 'Dat is wel spannend', antwoordt hij uiteindelijk. 'Veel hangt nog af van de uitwerking. Je mag je wenkbrauwen fronzen bij sommige ideeën: de ambitie van 80% van het middelloon, de begrijpelijkheid ... Laat helder zijn, ik ben voor verandering. Door de vergrijzing zijn we afhankelijker geworden van rendementen, de premie draagt relatief minder bij. Dat rendement is onzekerder en daardoor ook de uitkering en de indexatie. Dat moeten we mensen duidelijk maken en dat zie ik ook wel in dit pensioenakkoord terug.'

In het akkoord staat dat pensioenen meer met de economie mee gaan bewegen. Korten in slechte tijden, verhogen in goede. Een van de heikele punten in de uitwerking is de rekenrente. De Pensioenfederatie heeft zich de afgelopen jaren niet gemengd in die discussie. Maar van Riemen mag de rekenrente best 'prudent' omhoog. 'Ik vind dat je rekening mag houden met het feit dat gepensioneerden kortingen nu direct voelen. Ja, de jongere generatie loopt de kans dat het slechter wordt, maar ook dat het beter wordt. De gepensioneerde generatie heeft die laatste kans niet, die is straks dood.'

Voor Riemen is dit niet het eerste pensioenakkoord. Het vorige, van 2011, mislukte. Toch vindt hij niet dat het allemaal te lang duurt, zeker niet vergeleken met de herziening van het stelsel van sociale zekerheid of de ziektekostenverzekering. 'En niet te vergeten, de pensioenen zijn in Nederland nog altijd hoog. Niet decennialang, maar eeuwenlang was armoede en ouderdom aan elkaar gelijk. Wij zijn het enige land ter wereld dat erin geslaagd is om armoede onder ouderen niet alleen te laten verdwijnen, maar er zelfs voor te zorgen dat ouderen de meest welgestelde groep in de samenleving zijn. Dat is uniek. Dat hebben wij bereikt met z'n allen.'

fd.nl/economie-politiek/1324406/achte...
voda
0
CPB: koopkrachteffect kortingen op pensioen groter dan gedacht

De dreigende pensioenkortingen hebben grotere gevolgen voor de koopkracht dan het Centraal Planbureau (CPB) rond Prinsjesdag dacht. Dat blijkt uit de nieuwe middellangetermijnramingen van het CPB. Ook de verwachte stijging van de pensioenpremies drukt de komende jaren de koopkracht.

Het CPB verwacht voor de periode 2022-2025 nauwelijks een stijging van de koopkracht voor Nederlanders. Maar voor gepensioneerden met hoge aanvullende pensioenen daalt die. Een belangrijke reden daarvoor zijn de verwachte verlagingen van de pensioenen de komende jaren bij grote pensioenfondsen als ambtenarenfonds ABP, Zorg en Welzijn (PFZW), en de metaalfondsen PMT en PME.

Uitsmeren

Op Prinsjesdag ging het CPB er nog vanuit dat pensioenfondsen pensioenverlagingen over tien jaar zouden uitsmeren. Daardoor zouden de koopkrachteffecten de komende jaren beperkt zijn. Maar de metaalfondsen hebben al laten weten dat niet van plan te zijn. Zij willen de kortingen over drie jaar uitsmeren, in plaats van het toegestane maximum van tien jaar. Het CPB gaat er nu vanuit dat andere fondsen hetzelfde doen. Daardoor voelen gepensioneerden de kortingen sneller in hun portemonnee.

Hoe groot de gevolgen van de kortingen zijn voor de koopkracht hangt ook af van hoe hoog het aanvullend pensioen is. Hoe hoger het pensioen, hoe groter de impact van een verlaging op het gehele inkomen. Voor mensen met lage pensioenen is het effect doorgaans klein, voor hen is de hoogte van de AOW veel belangrijker. Gemiddeld daalt de koopkracht van gepensioneerden met 0,2% per jaar. Voor gepensioneerden met hogere pensioenen loopt dit op tot 1% a 2%.

Pensioen met 2,5% per jaar omlaag

Bij de huidige stand van de dekkingsgraden en de rente dreigen kortingen van 5% tot 10% op de pensioenen in de komende jaren. 'Deze kortingen van onder andere PME, PMT, ABP en PFZW bedragen dan gemiddeld ongeveer 2,5% per jaar gedurende de jaren 2021-2023', denken de rekenmeesters van het CPB.

Komend jaar wordt er waarschijnlijk nog niet gekort. De verwachting is dat minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken de pensioenfondsen waar kortingen dreigen een jaar uitstel geeft. Hij stuurt daarover deze week een brief naar de Tweede Kamer. Maar als de dekkingsgraden niet verbeteren, dreigen alsnog kortingen in 2021.

Dat jaar moeten pensioenfondsen bovendien gaan rekenen met de door de commissie-Dijsselbloem aangepaste rekenrente. Die komt nog dichter op de marktrente te zitten. Als de rente zo laag blijft, betekent dit een verdere daling van de rekenrente en daarmee van de dekkingsgraden. De korting kan dan nog groter uitvallen.

Sneller indexeren

Het effect van de kortingen kan 'enigszins worden verzacht' als pensioenfondsen weer gaan indexeren. In het pensioenakkoord is afgesproken dat pensioenfondsen sneller de pensioenen mogen verhogen dan nu, al zodra de dekkingsgraad boven 100% staat. Bij de huidige spelregels moeten zij eerst een buffer van tenminste 10% opbouwen.

Het CPB verwacht dat dit weer kan vanaf 2022, mits de afspraken uit het pensioenakkoord daadwerkelijk worden uitgevoerd. 'Voor de marktsector wordt een gemiddelde indexatie verwacht van 0,7% in 2022 en deze stijgt tot 1,0% in 2025. Voor de sectoren overheid en zorg wordt in 2022 nog geen indexatie verwacht, maar daarna loopt deze op tot 0,7% in 2025.'

Premieverhogingen

De koopkracht van werkenden wordt niet geraakt door de kortingen, maar wel door de premieverhogingen die het CPB verwacht. Werkenden voelen de kortingen op de pensioenen niet direct, maar het pensioen dat zij mogen verwachten gaat wel omlaag.

Het CPB verwacht dat vanaf 2021 de pensioenpremies met gemiddeld 0,5 procentpunt omhoog moeten, omdat de premie voordat jaar met de nieuwe verwachte rendementen van de commissie-Dijsselbloem wordt berekend. Die zijn lager dan nu, wat zorgt voor een stijging van de premies. Daarnaast houdt het CPB ook rekening met tijdelijk hogere premies vanaf 2022 vanwege een opslag voor de financiering van de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel.

Correctie: een eerdere versie van dit artikel meldde dat de koopkracht van alle gepensioneerden gemiddeld daalt met 1% per jaar. Dat is niet juist, dat geldt alleen voor gepensioneerden met hogere aanvullende pensioenen.

fd.nl/economie-politiek/1324977/cpb-k...
voda
0
Toenemend liquiditeitsrisico bij pensioenfondsen en verzekeraars vraagt om meer centrale sturing

Expert | Theo Kocken is hoogleraar risicomanagement

Diverse toezichtmaatregelen hebben sinds de kredietcrisis van 2008 veel veranderd op de financiële markten. De maatregelen hebben soms op institutioneel niveau solvabiliteitsrisico’s gereduceerd. Banken, bijvoorbeeld, moeten meer financiële buffers aanhouden. Maar helaas hebben de maatregelen op macroniveau – het niveau van de financiële markten – op sommige terreinen tot grotere risico’s geleid. Met name een toenemend liquiditeitsrisico, de kans dat organisaties niet op tijd aan betalingsverplichtingen kunnen voldoen omdat er te weinig geld in kas is, verdient de aandacht.

Illustratie: Hein de Kort voor Het Financieele Dagblad

Het vloeiend functioneren van markten om cash aan te trekken door vermogenstitels te verkopen of geld te lenen is ongrijpbaar en dat zal het altijd blijven. Liquiditeit kan instantaan opdrogen door gebrek aan vertrouwen. Denk aan onderling wantrouwen tussen banken, gebrek aan volume in hoogwaardig onderpand, of handelaren die geen posities meer innemen in aandelen als markten onderuit gaan.

Veel goedbedoelde acties vanuit internationale regelgeving hebben na de crisis solvabiliteitsrisico’s beteugeld. Hierdoor is echter het liquiditeitsrisico groter in plaats van kleiner geworden. Dit geldt met name voor pensioenfondsen en verzekeraars.
Een van de maatregelen behelst strengere regelgeving en kapitaalseisen voor handelaren bij banken. Hierdoor is de handelsactiviteit enorm teruggelopen. Er is grofweg nog maar een derde van die activiteit over, vergeleken met de periode van voor de crisis. De enigszins stabiliserende liquiditeitsfunctie die trading desks vroeger vervulden in tijden van grote onzekerheid en marktpaniek, is nu een stuk kleiner.
Centrale tegenpartij
Een ander aspect dat het liquiditeitsrisico vergroot, is de wereldwijde verplichtstelling om derivaten af te handelen via een centrale tegenpartij, een zogenaamde Central Clearing Party (CCP). Deze verplichting is een goedbedoelde actie om meer zicht te krijgen op de uitstaande volumes aan derivaten wereldwijd. Het staat weliswaar haaks op het concept van spreiding van risico’s, maar daar staat tegenover dat er beter toezicht en professionelere afhandeling uit zou moeten voortvloeien. Die professionalisering is echter nog verre van perfect, maar de centralisatie is al wel een feit.
De CCP’s hebben serieuze implicaties in termen van liquiditeit. Ten eerste moeten diverse deelnemers nu naar verwachting veel sneller dan voorheen - toen ze slechts met een paar partijen bilaterale posities aangingen - kapitaal bijstorten als er iets fout gaat met een van de vele andere deelnemers aan de CCP. Zo werd vorig jaar september door een relatief beperkt incident een groot deel van het kapitaal van de NASDAQ OMX CCP weggevaagd en moesten de deelnemers bijstorten. Dat bijstorten geschiedt in cash.

Ten tweede hebben de CCP’s ervoor gezorgd dat pensioenfondsen voor de risico’s die ze aangaan als onderpand cash moeten storten. Voorheen, bij bilaterale afhandelingen. ging dat met obligaties. Dit betekent dat pensioenfondsen nu hun obligaties in cash moeten omzetten zodra ze onderpand moeten storten. Dit kan op diverse manieren, bijvoorbeeld met een zogenaamde repo. Een repo is een derivaat waarmee je kort geld kunt lenen met obligaties als onderpand. Het gevolg hiervan is wel dat we meer derivaten gebruiken en dat was bepaald niet de intentie van de wetgevers die CCP’s verplicht stelden.
Daarnaast werken repo-markten sinds de schuldencrisis steeds slechter. Dit komt mede door de nieuwe bankregelgeving. Zo zagen we afgelopen september een plots opgedroogde repo-markt. Ook dit heeft een averechts effect op de liquiditeitspositie van de financiële markten en voor de pensioenfondsen en verzekeraars in het bijzonder.

Wat kunnen we tegen een toenemend liquiditeitsrisico doen? De gerenommeerde Amerikaanse jurist Steven Schwarcz kwam al in 2008 met het concept van Market Liquidity Provider of Last Resort (MLPOLR). Als het gaat om systeemrisico dan is de grootste rol van een financiële autoriteit niet zozeer het overnemen van insolvente instellingen, zo stelt Schwarcz, maar juist het verstrekken van liquiditeit aan solvente instellingen. Dit zou kunnen gebeuren door een nationale centrale bank, of zelfs het Internationaal Monetair Fonds, vindt Schwarcz.
Europese Centrale Bank
Op een congres van de beroepsvereniging van professionele beleggers CFA-VBA stelde Ido de Geus, hoofd Treasury van pensioenuitvoerder PGGM, dat de Europese Centrale Bank (ECB) deze rol zou moeten vervullen voor pensioenfondsen. Die rol vervult de ECB immers ook al voor banken. Rik Klerkx, mijn collega bij Cardano, pleitte voor een soortgelijke rol, maar dan meer op nationaal niveau. Allen omarmen het idee van een Market Liquidity Provider of Last Resort voor pensioenfondsen en verzekeraars.

Schwarcz benadrukt daarbij dat bij de uitvoering ook het concept van constructive ambiguity moet worden toegepast. Dit houdt in dat de uitvoerder altijd de mogelijkheid moet hebben om organisaties toegang te geven of juist uit te sluiten. Dat moet moral hazard voorkomen: het gedrag dat instituten niet genoeg aan hun liquiditeitsmanagement doen, omdat ze weten toch altijd op het laatst te kunnen aankloppen. Doelbewust enige onzekerheid creëren leidt tot grotere attentie en inspanning bij instituten om maximaal voorbereid te zijn. Vincent Schagen, treasury manager bij Pensioenfonds ING, merkte op hetzelfde congres op dat goed liquiditeitsmanagement een voorwaarde moet zijn om toegang te krijgen tot ECB-liquiditeit. Een terechte opmerking van Schagen, want ook meer in het algemeen geldt: het redden van slecht geleide instituten leidt tot meer slecht geleide instituten.

Theo Kocken is oprichter van Cardano Group en hoogleraar risicomanagement, Vrije Universiteit Amsterdam. Reageer via expert@fd.nl.

fd.nl/opinie/1325031/toenemend-liquid...
Beperktedijkbewaking
0
quote:

voda schreef op 18 november 2019 14:02:

...
'Die lage dekkingsgraden van pensioenfondsen zijn geen gevolg van een natuurwet', zegt Gerard Riemen (55) terugblikkend aan de keukentafel van zijn huis in Woerden. 'Het is het gevolg van keuzes. Gemaakt door pensioenfondsbestuurders, toezichthouders, de politiek en sociale partners.' De afgelopen twee decennia stond Riemen vooraan bij de verhitte debatten over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel. Als directeur van de Pensioenfederatie, de koepelorganisatie en lobbyclub van de Nederlandse pensioenfondsen, en daarvoor al als ambtenaar op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daar was hij verantwoordelijk voor de invoering van het Financieel Toetsingskader (FTK) uit 2007, de financiële spelregels voor pensioenfondsen.
...

Dát verklaart waarom de pensioenfederatie altijd zo met meel in de mond praatte over het al 11 jaar niet indexeren van de pensioenen en de kortingen, ondanks de overvolle pensioenpotten.

Ik ben blij dat Riemen ophoepelt, en hoop op een wat extraverter woordvoerder die beter tegengas kan geven aan de doemprofeten die in de media steeds weer alle ruimte krijgen om te verkondigen dat de pfn er slecht voorstaan.
Ik noem het de nieuwe pensioenmythe.

voda
0
Uitstel pensioenkorting is wankel evenwicht

GroenLinks, en de PvdA claimen het als hun succes: het kabinet geeft pensioenfondsen de ruimte om kortingen op de pensioenen nog een jaar voor zich uit te schuiven. De twee partijen dreigden anders hun steun aan het pensioenakkoord in te trekken.

De keuze voor uitstel is te verdedigen, het biedt 'rust en ruimte' om het akkoord uit te werken. Maar dan is het nu wel tijd dat PvdA en GroenLinks gaan opkomen voor wat hun natuurlijke achterban is: de werkende middenklasse. En die schiet hier weinig mee op, als het niet leidt tot pensioenhervorming, of erger: tot nieuw uitstel.

De politiek, minister Koolmees voorop, noemt het uitstel evenwichtig. Want premies hoeven volgend jaar ook niet omhoog. Maar wie profiteert er nu? Dat zijn vooral gepensioneerden met relatief hoge aanvullende pensioenen. Het Centraal Planbureau bracht dat maandag nog mooi in beeld. Een puntenwolk illustreerde de koopkrachtontwikkeling de komende jaren bij forse pensioenverlagingen. De klappen zijn dan het zwaarst voor gepensioneerden met een meer dan modaal inkomen.

De koopkracht van gepensioneerden met een klein aanvullend pensioen gaat er de komende jaren — ook als de pensioenverlagingen doorgaan — opnieuw op vooruit. Dat is te danken aan een PvdA'er: premier Drees. Het onder hem ingevoerde staatspensioen, de AOW, stijgt namelijk wel. Zelfs wat harder dan de inflatie, omdat de AOW indirect aan de lonen is gekoppeld.

En wie schiet er bij in? Dat zijn de werkenden die nu premie afdragen en hun pensioen nog opbouwen. Voor hen is uitstel van de kortingen een sigaar uit eigen doos. Bij tegenvallers wordt hun pensioen alsnog gekort — en dan meer. Uitstel gaat immers ten koste van de pensioenpotten: er komt geen geld bij. De uitblijvende premieverhogingen compenseren dat niet: voor komend jaar werd maar een geringe premiestijging verwacht.

Plat gezegd: de gepensioneerde topambtenaar wint het meest bij uitstel, maar het pensioen van een nu werkende verpleegster wordt minder zeker. Haar opgebouwde pensioen is al jaren niet verhoogd om te compenseren voor koopkrachtverlies door inflatie. En zij hoeft de komende jaren nog niet op indexatie te rekenen. Zolang de rente zo laag blijft, en met een afnemende economische groei, is het risico levensgroot dat pensioenfondsen tekorten moeten verdelen en geen overschotten.

Het verhaal dat uitstel evenwichtig is, is daarom wankel. Voor een jaar is dit heus nog wel te overzien — maar onder de voorwaarde dat partijen pijn en winst van de pensioenhervorming eerlijk verdelen. Dat zou linkse oppositiepartijen moeten aanspreken.

fd.nl/opinie/1325398/uitstel-pensioen...
agapim
0
quote:

voda schreef op 20 november 2019 20:42:

Uitstel pensioenkorting is wankel evenwicht

GroenLinks, en de PvdA claimen het als hun succes: het kabinet geeft pensioenfondsen de ruimte om kortingen op de pensioenen nog een jaar voor zich uit te schuiven. De twee partijen dreigden anders hun steun aan het pensioenakkoord in te trekken.

De keuze voor uitstel is te verdedigen, het biedt 'rust en ruimte' om het akkoord uit te werken. Maar dan is het nu wel tijd dat PvdA en GroenLinks gaan opkomen voor wat hun natuurlijke achterban is: de werkende middenklasse. En die schiet hier weinig mee op, als het niet leidt tot pensioenhervorming, of erger: tot nieuw uitstel.

De politiek, minister Koolmees voorop, noemt het uitstel evenwichtig. Want premies hoeven volgend jaar ook niet omhoog. Maar wie profiteert er nu? Dat zijn vooral gepensioneerden met relatief hoge aanvullende pensioenen. Het Centraal Planbureau bracht dat maandag nog mooi in beeld. Een puntenwolk illustreerde de koopkrachtontwikkeling de komende jaren bij forse pensioenverlagingen. De klappen zijn dan het zwaarst voor gepensioneerden met een meer dan modaal inkomen.

De koopkracht van gepensioneerden met een klein aanvullend pensioen gaat er de komende jaren — ook als de pensioenverlagingen doorgaan — opnieuw op vooruit. Dat is te danken aan een PvdA'er: premier Drees. Het onder hem ingevoerde staatspensioen, de AOW, stijgt namelijk wel. Zelfs wat harder dan de inflatie, omdat de AOW indirect aan de lonen is gekoppeld.

En wie schiet er bij in? Dat zijn de werkenden die nu premie afdragen en hun pensioen nog opbouwen. Voor hen is uitstel van de kortingen een sigaar uit eigen doos. Bij tegenvallers wordt hun pensioen alsnog gekort — en dan meer. Uitstel gaat immers ten koste van de pensioenpotten: er komt geen geld bij. De uitblijvende premieverhogingen compenseren dat niet: voor komend jaar werd maar een geringe premiestijging verwacht.

Plat gezegd: de gepensioneerde topambtenaar wint het meest bij uitstel, maar het pensioen van een nu werkende verpleegster wordt minder zeker. Haar opgebouwde pensioen is al jaren niet verhoogd om te compenseren voor koopkrachtverlies door inflatie. En zij hoeft de komende jaren nog niet op indexatie te rekenen. Zolang de rente zo laag blijft, en met een afnemende economische groei, is het risico levensgroot dat pensioenfondsen tekorten moeten verdelen en geen overschotten.

Het verhaal dat uitstel evenwichtig is, is daarom wankel. Voor een jaar is dit heus nog wel te overzien — maar onder de voorwaarde dat partijen pijn en winst van de pensioenhervorming eerlijk verdelen. Dat zou linkse oppositiepartijen moeten aanspreken.

fd.nl/opinie/1325398/uitstel-pensioen...
Weer een éénzijdig verhaal van het FD; koopkrachteffecten en rechten van pensioenbelanghebbenden worden door elkaar misbruikt.

Effecten van het REKEN-JE-ARM FTK worden verzwegen.


.
10.075 Posts, Pagina: « 1 2 3 4 5 6 ... 476 477 478 479 480 481 482 483 484 485 486 ... 500 501 502 503 504 » | Laatste
Aantal posts per pagina:  20 50 100 | Omhoog ↑

Meedoen aan de discussie?

Word nu gratis lid of log in met uw e-mailadres en wachtwoord.

Direct naar Forum

Markt vandaag

AEX 860,01 -5,35 -0,62% 19 apr
AMX 921,43 -5,17 -0,56% 19 apr
ASCX 1.182,36 -7,47 -0,63% 19 apr
BEL 20 3.827,75 +1,17 +0,03% 19 apr
Germany40^ 17.714,20 -123,20 -0,69% 19 apr
US30^ 37.851,00 0,00 0,00% 19 apr
US500^ 4.960,72 0,00 0,00% 19 apr
Nasd100^ 17.004,48 0,00 0,00% 19 apr
Japan225^ 37.028,48 0,00 0,00% 19 apr
WTI 82,10 0,00 0,00% 19 apr
Brent 87,14 0,00 0,00% 19 apr
EUR/USD 1,0655 +0,0012 +0,11% 19 apr
BTC/USD 63.900,56 +312,78 +0,49% 16:22
Gold spot 2.392,50 0,00 0,00% 19 apr
#/^ Index indications calculated real time, zie disclaimer
HOGE RENDEMENTEN OP DE IEX-MODELPORTEFEUILLES > WORD NU ABONNEE EN PROFITEER VAN MAAR LIEFST 67% KORTING!

Stijgers & Dalers

Stijgers Laatst +/- % tijd
Heineken 89,640 +1,640 +1,86% 19 apr
DSM FIRMENICH AG 104,100 +1,350 +1,31% 19 apr
Ahold Delhaize 27,380 +0,240 +0,88% 19 apr
Dalers Laatst +/- % tijd
ASMI 523,000 -21,800 -4,00% 19 apr
BESI 133,500 -5,050 -3,64% 19 apr
ADYEN NV 1.399,200 -43,400 -3,01% 19 apr

EU stocks, real time, by Cboe Europe Ltd.; Other, Euronext & US stocks by NYSE & Cboe BZX Exchange, 15 min. delayed
#/^ Index indications calculated real time, zie disclaimer, streaming powered by: Infront