Artikel in de standaard
De prijs voor elektriciteit om binnen een jaar te leveren - een referentie op de groothandelsmarkt - piekte deze week naar 72,63 euro/MWh. Het is meer dan tien jaar geleden (2008) dat nog zoveel werd betaald voor levering het eerstkomende jaar. Matthias Detremmerie, stroomhandelaar voor energieleverancier Elindus, spreekt over ‘zeer dure’ prijzen.
Gestegen grondstof- en CO2-prijzen
Die dure prijzen zijn het gevolg van de enorm gestegen grondstofprijzen (aardgas, steenkool), en in het bijzonder van de gestegen CO2-prijzen. Producenten van elektriciteit moeten emissierechten indienen, als compensatie voor hun vervuilende uitstoot. Op die CO2-markt zorgt schaarste voor stijgende prijzen, zeker sinds grote partijen speculeren met de rechten.
Dat is ook te zien op de kortetermijnmarkt. De prijs om zaterdag elektriciteit te leveren bedraagt meer dan 81 euro/Mwh, terwijl het weekend is, vakantie is, en er toch behoorlijk wat stroomproductie is van zon. ‘Exuberant veel voor een zaterdag’, aldus Detremmerie. Ook hier speelt de CO2-prijs, en de invloed van hoge prijzen in het buitenland.
Ook aardgas en LNG is duurder
Elders in Europa pieken de elektriciteitsprijzen immers eveneens. In Nederland, Frankrijk en Duitsland liggen de prijzen zelf iets hoger dan in België, omdat de brandstoffenmix in die landen met nog meer CO2-rechten moet worden gecompenseerd.
Niet alleen elektriciteit is duur. De prijs voor aardgas (levering binnen een jaar) is gestegen naar bijna 36 euro/MWh: prijzen die de laatste tien jaar quasi niet zijn geëvenaard. Er is veel vraag naar aardgas van elektriciteitsproducenten, omdat steenkool nog duurder is. Maar ook dure shippingprijzen voor LNG spelen een rol.
De piekende stroom- en gasprijzen komen uiteindelijk ook op de energiefactuur terecht. Vooral wie een variabel contract heeft, dreigt dat te zullen voelen in de portemonnee.