Van DFT.nl geplukt. Goed artikel.
Het voortdurend creëren van geld kent geen grenzen meer, zo lijkt het. Langzamerhand lijken de spaartegoeden te verpieteren door het waardeverlies van geld. Centrale Banken over de gehele wereld vertellen dat zij de rente wel moeten verhogen om de inflatie tegen te gaan. Tegelijkertijd doen diezelfde Centrale Banken er schijnbaar alles aan om juist die inflatie aan te wakkeren door de geldpersen overwerk te laten doen.
De laatste cijfers over de groeipercentages van de M3 - de breedst mogelijke meting van de geldvoorraad, de totale liquiditeitenmassa en de kortlopende spaargelden - spreken boekdelen. Gemeten tot eind maart is de geldvoorraad over één jaar in een keuze van landen alsvolgt gestegen: Denemarken +14,7 procent Engeland +11,7 procent Australië + 9,1 procent Verenigde Staten + 8,1 procent Canada + 7,7 procent Eurozone + 7,3 procent.
Als men deze groeicijfers bekijkt zijn alle opmerkingen van de Centrale Banken dat zij bezig zijn monetair de broekriem aan te halen volledig nietszeggend, Juist het tegenovergestelde vindt plaats. De excessieve liquiditeit is juist een inflatie die de Centrale Banken zelf bewerkstelligen en deze inflatie heeft een buitengewoon negatieve uitwerking op de koopkracht van de gemiddelde consument. Als de kapitaalprijzen blijven profiteren van deze monetaire exuberantie, zal de ongelijkheid in welvaart over de gehele wereld blijven toenemen.
Het is een ongeschreven wet dat inflatie altijd in het voordeel van de rijken werkt, omdat die de rit toch wel kunnen uitzitten en hun liquiditeiten omzetten in allerlei financiële van de inflatie profiterende producten, terwijl de minder bedeelden in deze maatschappij het leven alleen maar duurder zien worden. De duidelijk bestaande inflatie wordt door allerlei, vaak licht gemanipuleerde, overheidsgegevens steeds ontkend. Volgens die gegevens is de kerninflatie getemperd en onder controle. Als men echter het dagelijks leven beschouwt, vraagt men zich toch werkelijk af hoe de overheid kan beweren dat de inflatie gematigd is.
Benzineprijzen, stookkosten, huisvestingskosten, verzekeringskosten, onderwijskosten zijn slechts een paar voorbeelden van kosten die niet bepaald congruent lopen met de door de overheid verstrekte inflatiecijfers. Als volgens de Centrale Banken inflatie eigenlijk geen punt is, waarom is de Amerikaanse FED dan gestopt met het publiceren van de M3? Zogenaamd omdat de M3 geen toegevoegde informatie verstrekt over de economische activiteiten die al uit de M2 kunnen worden gehaald. Dat de M3 zo'n 4 procent boven de M2 ligt wordt ter kennisgeving aangenomen, terwijl juist dat percentageverschil de inflatie het duidelijkst aangeeft. Het heeft er alle schijn van dat de FED geen pottenkijkers in de keuken toelaat teneinde vrolijk verder te gaan met 'helicopter-Ben'-achtige praktijken.
Hoewel inflatie een nagel is aan de doodskist van elke burger, zal men er toch mee moeten leren leven. Tenslotte leeft men er al sinds de Depressie van de jaren '30 mee. De geldvoorraad in de geïndustrialiseerde wereld is al 70 jaar lang ieder jaar weer toegenomen en helemaal sinds in 1971 de goudstandaard werd losgelaten. Inflatie is een constante in het leven geworden. Wat echter telkens verandert is de gradatie van inflatie, de groei van de geldvoorraad dus, in verschillende landen en de sectoren in de economie die van inflatie profiteren. In de jaren '70 waren het hoofdzakelijk de grondstoffen, zoals goud. In de twee volgende decennia waren het juist de aandelen en obligaties die het meest baat hadden van de inflatie en sinds 2001 ziet men weer dat de enorme geldhoeveelheden die in omloop zijn weer worden geparkeerd in de grondstoffen, of dat nu goud of zilver, koper of palladium, suiker of sinasappelsap is.
Maar in principe maakt het niet uit waar het geld naar toe gaat. Als er maar genoeg geld wordt gedrukt, kunnen aandelen, obligaties, onroerend goed en grondstoffen allemaal tegelijk stijgen. En deze stijgingen, zoals wij die momenteel zien, geven de schijn van welvaart. Hyperinflatie, waarvan ondanks de ontkenningen van Centrale Banken, nu toch wel enigszins sprake is, leidt uiteindelijk tot de ineenstorting van de ene valuta ten opzichte van de andere.
Als alle landen echter besluiten de geldpersen maar te laten draaien - hetgeen nu het geval is - hoeft dat momenteel nog niet de ineenstorting van de dollar, euro, yen of welke valuta dan ook te betekenen. Het ijs is wel vreselijk glad, overal zijn wakken en de belegger doet er goed aan uitermate alert te zijn en de trends te volgen die de grote institutionele beleggers inzetten om hun kapitaal tegen inflatie te beschermen.