Haalt Corus 2004?
Hoe wereldspeler Corus een probleemkind werd
Het begon zo veelbelovend, maar nu lijdt Corus verlies, moeten er zesduizend staalarbeiders weg en wordt de productie drastisch ingekrompen. Hoe het sterke pond, een cadeau aan de aandeelhouders en goedkoop staal uit lagelonenlanden de overlevingskansen van Corus bedreigen.
Zelfverzekerd maken John Bryant en Fokko van Duyne op 7 juni 1999 de fusie tussen British Steel en Hoogovens bekend: 'Deze fusie is geen doel op zich. Het is het platform voor verdere groei'.
Geen wonder. De fusie wordt alom met instemming begroet. De financiële wereld heeft vier dagen eerder, bij het uitlekken van het nieuws, zijn fiat al gegeven. De koers van British Steel stijgt met 21 procent, die van Hoogovens met 14 procent. Ook de vakbonden zijn optimistisch. De nieuwe staalonderneming zal marktleider worden in Europa en nummer drie van de wereld. Natuurlijk zullen er banen verdwijnen, maar British Steel en Hoogovens moeten als twee efficiënt opererende en goed renderende bedrijven de schade beperkt kunnen houden.
Nog geen twee jaar later is groei wel het laatste waarover wordt gepraat bij Corus, zoals het nieuwe bedrijf in oktober '99 wordt gedoopt. Begin februari 2001 kondigde de in de bestuurszetel teruggekeerde Sir Brian Moffat de langverwachte drastische reorganisatie aan. Zesduizend banen weg, sluiting van fabrieken, een verlies van ruim één miljard pond over 2000. Corus verlaagt de staalproductie met drie miljoen ton tot 17 miljoen ton per jaar.
De belangrijkste speler van Europa is het al lang niet meer. Drie weken na het nieuws van de reorganisatie bij Corus volgt de aankondiging van een nieuwe fusie in staalland. Het Franse Usinor, het Luxemburgse Arbed en het Spaanse Aceralia gaan samen en worden in één klap de grootste staalproducent ter wereld: ruim twee keer zo groot als Corus, dat zich groot probeert te houden. "Deze fusie toont aan dat wij het destijds goed hebben gezien," zegt bestuurslid Franswillem Briët nog altijd.
Ideale partner
Van Duyne en Bryant zijn er niet langer bij betrokken. Ze worden begin december 2000 door de raad van commissarissen weggestuurd, omdat ze weigeren hard in te grijpen. Hun vertrek was onvermijdelijk. De twee ceo's, die vanuit het hoofdkantoor in hartje Londen gezamenlijk de operationele leiding voeren over Corus, hebben de fusie tot stand gebracht, maar er is al vanaf het begin kritiek op het gebrek aan slagvaardigheid van de tweekoppige leiding. De twee lijken al helemaal niet de aangewezen personen om fors in hun eigen kindje te snijden. "We hebben geen plannen voor sluitingen," had Bryant nog geroepen bij de bekendmaking van de fusie. En om een Nederlander impopulaire maatregelen in Engeland te laten aankondigen, lijkt politiek ook niet zo listig.
De fusie is door Bryant en Van Duyne in 1999 soepel in elkaar gedraaid. De topmannen van British Steel en Hoogovens spreken in juni 1998 over samenwerking op gebied van lange-staalproducten (assen, betonstaal). Daarbij komt een fusie als vanzelfsprekend gespreksonderwerp ter tafel. De consolidatie in Europa van de sterk versnipperde, want vanouds nationaal georiënteerde staalindustrie is in volle gang. In Duitsland hebben Thyssen en Krupp elkaar gevonden. Usinor en Cockerill Sambre zijn samengegaan. British Steel en Hoogovens konden niet achterblijven.
De nieuwe mannen Van Duyne, sinds 9 april 1998 de baas bij Hoogovens, en Bryant, klaar om Brian Moffat op te volgen, zien elkaar als ideale partner. Al is het om heel verschillende redenen. British Steel zoekt uitbreiding op het Europese vasteland, om minder afhankelijk te zijn van de krimpende thuismarkt en het sterke Britse pond. Hoogovens heeft last van de veel te geringe omvang en de te lage beurskoers. Met de bedrijfsresultaten zit het wel snor, maar de beleggers zien het staalbedrijf niet staan. De Hoogovens-directie is als de dood voor een vijandelijke overname en klaagt over de onderwaardering van het aandeel.
Het bedrijf is eind 1998 na een vrije val op de beurs nog slechts twee miljard gulden waard. In een tijd waarin miljardenovernames aan de orde van de dag zijn, is Hoogovens een smakelijk en goedkoop hapje. De angst is groot dat een eventuele koper het bedrijf zal opdelen en in stukken verkopen. Alleen al met de verkoop van het goeddraaiende aluminiumbedrijf van Hoogovens zal een koper de overnamekosten er weer uit hebben. En dat terwijl Hoogovens zo graag zelf wil kopen.
Multi-metal strategy
Er is nog een reden waarom British Steel en Hoogovens elkaar zien zitten. Beide bedrijven maken naast gewoon staal een tweede product. British Steel heeft een meerderheidsbelang in roestvrij-staalproducent Avesta en verdient daarmee fors geld. Hoogovens heeft de eveneens lucratieve aluminiumpoot. Samen willen de twee scoren met een in de sector unieke 'multi-metal strategy'. Vooral in de automobielindustrie dient aluminium steeds vaker als vervanger van staal. Door drie soorten metaal aan te bieden, moet de nieuwe combinatie voor de klanten een aantrekkelijker partner worden.
Op 7 januari 1999, de dag waarop John Bryant Sir Brian Moffat opvolgt als ceo van British Steel, worden de fusiebesprekingen formeel geopend. De twee partijen slagen er aardig in hun plannen te verbergen. Nog in maart, terwijl de juristen al druk bezig zijn de fusie rond te krijgen, beweert Fokko van Duyne in Het Financieele Dagblad geen aanleiding te zien voor een fusie of overname.
Er is beide partijen veel aan gelegen om een 'echte' fusie tot stand te brengen. Hoogovens heeft slechte ervaringen opgedaan in een eerdere samenwerking met het Duitse Hoesch, in 1982 na tien jaar uiteengespat door onenigheid over reorganisatieplannen tussen de Duitse en Nederlandse leiding. Recenter speelt de mislukte overname van het Waalse staalbedrijf Boël. Drie keer is scheepsrecht, vindt de Hoogovens-leiding.
British Steel is in 1999 in omzet twee keer zo groot als Hoogovens, in beurswaarde zelfs drie keer zo groot. Een aandelenverhouding van driekwart om een kwart in het nieuwe bedrijf is voor Hoogovens onaanvaardbaar. Hoogovens wil een fusie, geen overname. Om de verhoudingen in evenwicht te krijgen, keert British Steel vlak voor de fusie bijna 700 miljoen pond uit aan de aandeelhouders om zo de balanspositie wat beter te laten aansluiten bij die van Hoogovens. In het nieuwe Corus krijgt British Steel 62 procent van de aandelen, Hoogovens 38 procent.
Engelse ellende
Financieel analisten roemen Fokko van Duyne, die op het juiste moment zo'n slimme deal heeft gesloten. Immers, British Steel zit door de afnemende vraag op de binnenlandse markt in een dipje. Hét moment dus om zaken te doen. Over 1998 lijden de Britten een operationeel verlies van 177 miljoen pond, terwijl Hoogovens een positief bedrijfsresultaat van 753 miljoen gulden scoort. In de sterk cyclische staalmarkt lijken de uiteenlopende prestaties geen reden voor ongerustheid. British Steel, dat in 1995 ruim een miljard pond winst maakt, heeft een solide financiële basis. Op 6 oktober gaan de bedrijven officieel samen. Het aandeel-Corus noteert 1,90 euro als eerste slotkoers op de Amsterdamse beurs.
'Aandacht voor de positie van het Britse pond!' staat er op de sheets die het Corus-management bij de presentatie van de fusieplannen aan de vakbonden toont. De sterke positie van het pond ten opzichte van de euro baarde al in 1999 zorgen. Maar de vrije val die de euro in de volgende maanden maakt, overtreft de angstigste verwachtingen. I