Een bericht van 2009, binnen 2 jaar gaan we winst maken...
Biotechconcern OctoPlus rekent zich rijk
Uitgegeven: 9 juli 2009 09:52
Laatst gewijzigd: 9 juli 2009 10:17
AMSTERDAM - NUzakelijk neemt lokaal genoteerde beursfondsen onder de loep. Hoe vergaat het biotechnologiebedrijf OctoPlus? "Ergens in de komende twee jaar gaan we winst maken."
Het hoofdkantoor van OctoPlus, een opvallend zwart gebouw, staat in het Leidse Bio Science Park, waar het wemelt van de bedrijven die zich bezighouden met biomedische wetenschappen en producten. Hier nestelde de uit Londen afkomstige bestuursvoorzitter Simon Sturge zich in 2008.
Na een moeizame periode, waarin het bedrijf grote problemen had om genoeg geld binnen te harken, ziet de toekomst er nu rooskleurig uit. "Dit jaar boeken we al operationele winst en in 2010 of 2011 ook nettowinst", zegt Sturge optimistisch.
Locteron
Het belangrijkste product van OctoPlus is Locteron, een kandidaat-medicijn voor de behandeling van de leveraandoening chronische hepatitis C. Hiervoor heeft het bedrijf een licentie-overeenkomst met het Amerikaanse Biolex, wat inhoudt dat de commerciële rechten op het product zijn overgedragen.
Een belangrijk gevolg hiervan is dat OctoPlus geen geld meer in de klinische onderzoeken naar het product hoeft te steken, maar wel aanspraak maakt op mijlpaalbetalingen - betalingen die uitgekeerd worden als bepaalde doelen bereikt zijn - en royalties uit de verkopen van het medicijn als het uiteindelijk de markt opgaat.
"Locteron zit sinds een aantal maanden in fase 2b, de derde van vier fasen waar een medicijn tijdens de klinische testen doorheen moet. Het wordt nu op patiënten getest. Ik denk dat het medicijn in potentie meerdere miljarden kan gaan opleveren en daar krijgen wij dan royalties over", verheugt de topman zich alvast.
Partner
Dat het gevaarlijk kan zijn voor een biotechnologiebedrijf om op een paard te wedden, werd in 2007 pijnlijk duidelijk gedemonstreerd door sectorgenoot Pharming, dat een dreun te verwerken kreeg toen zijn meest veelbelovende medicijn Rhucin in eerste instantie werd afgewezen door de Europese gezondheidsautoriteiten. "Als Locteron de eindstreep niet bereikt, blijft OctoPlus overeind. We zijn niet volledig afhankelijk van dit middel. Het zou natuurlijk wel een enorme tegenvaller zijn."
Het concern is ook bezig met de ontwikkeling van het medicijn OP-145, een middel tegen chronische middenoorontsteking. "Hiervoor zijn we al een tijdje op zoek naar een partner en op het moment zijn we in vergevorderde besprekingen met een partij. Ik verwacht dat dit voor het einde van het jaar afgerond is." Wie die nieuwe potentiële partner van OctoPlus precies is, wil Sturge nog niet onthullen.
Naast Locteron en OP-145 houdt het concern zich bezig met het leveren van technologieën voor medicijnafgifte. Deze zorgen ervoor dat geneesmiddelen gecontroleerd in de bloedbaan van de patiënt terechtkomen, waardoor bijvoorbeeld minder bijwerkingen optreden.
Nieuwe faciliteit
Om de kas te spekken, heeft OctoPlus in februari via een aandelenuitgifte zes miljoen euro opgehaald bij institutionele investeerders. Een deel daarvan is in de gloednieuwe Leidse productiefaciliteit van het concern gestoken. Hiermee heeft het bedrijf extra capaciteit gekregen voor productie van materiaal voor klinische studies en, op kleine schaal, commerciële medicijnen.
De aandeelhouders van OctoPlus zijn in ieder geval razend enthousiast over de nieuwe ontwikkelingen. Geheel tegen de heersende trend in, heeft de koers van het aandeel een enorme vlucht genomen. Sinds het begin van het jaar is het aandeel OctoPlus met iets meer dan 60 procent gestegen.
"Ik denk dat het extra geld dat we hebben opgehaald daar een belangrijke veroorzaker van is, in combinatie met onze gerichtheid op winst op de lange termijn. Daarnaast natuurlijk het goede nieuws over Locteron, waardoor op korte termijn meer waarde gecreëerd zal worden", licht de bestuursvoorzitter toe.
Crisis
Hoewel het OctoPlus voor de wind lijkt te gaan, gaat de financiële crisis niet onopgemerkt voorbij. "Het scheelt dat OctoPlus, toen de economische neergang begon, al een goedlopende dienstverleningstak had. We hebben onze strategie zo aangepast, dat we zelf niet meer zoveel hoeven te investeren. Een biotechnologiebedrijf dat in recessietijd zijn eigen producten moet ontwikkelen, zit diep in de problemen."
Het concern legt de nadruk expliciet op de ontwikkeling van technologieën die ervoor zorgen dat producten van klanten hun werkzaamheid langer behouden. OctoPlus heeft inmiddels al acht contracten gesloten met klanten die zijn gepatenteerde technologie voor medicijnafgifte willen toepassen. "En voor het eind van het jaar zullen er nog vier van dit soort samenwerkingsovereenkomsten volgen", voegt de bestuursvoorzitter toe.
Geldschieters
Sturge is echter ook realistisch. Hij verwacht dat het nog minstens een jaar gaat duren, voordat de economische omstandigheden minder bar worden. "Er staan ons nog moeilijke tijden te wachten, het is lastig om geldschieters te vinden. In de Verenigde Staten hoor je economen zeggen dat zo'n 25 procent van de kleinere biotechbedrijfjes het niet gaat overleven. In Europa wordt 20 procent gezegd, en ik denk dat dat percentage wel eens zou kunnen kloppen."
In een recent rapport over biotechnologie van Ernst & Young wordt gesteld dat consolidatie binnen de sector onvermijdelijk is. "Daar ben ik het niet mee eens", stelt Sturge rap. "Het is logisch, maar niet onvermijdelijk. Bovendien liggen zowel management als investeerders vaak dwars bij een eventuele overname en kost het veel geld."
De vraag of OctoPlus een aantrekkelijk doelwit is voor grotere spelers op de markt, beantwoordt Sturge met een volmondig "ja". "OctoPlus is natuurlijk sowieso aanlokkelijk", grinnikt hij. De topman kan zich dan ook levendig voorstellen dat er op een dag een eventuele koper voor de deur staat. De kans dat OctoPlus zelf als jager optreedt, is een stuk kleiner. "Maar zeg nooit nooit