AEX maakt pas op de plaats
(ABM FN-Dow Jones) De Amsterdamse beurs is afgelopen week nauwelijks van zijn plaats gekomen. Op een slotstand van 550,85 punten op vrijdag bleef op weekbasis een bescheiden verlies van 0,2 procent over. Een week geleden eindigde de hoofdindex nog op 552,01 punten, toen een winst op weekbasis van 2,2 procent.
Aanvankelijk leek de AEX op koers voor een bescheiden weekwinst, maar de oplopende handelsspanningen tussen de Verenigde Staten en China gooiden vrijdag roet in het eten toen Washington besloot om de populaire Chinese apps WeChat en TikTok in de ban te doen vanwege het gevaar dat ze opleveren voor de nationale veiligheid, omdat Beijing zo toegang heeft tot gebruikersgegevens in de VS.
Veel aandacht ging deze week ook uit naar de rentebesluiten uit de Verenigde Staten, Japan en het Verenigd Koninkrijk. De algemene boodschap was dat een zeer ruime mate van accommodatie nodig blijft, maar een gebrek aan perspectief op nieuwe stimulering, met name in de VS, is problematisch voor de markten.
"Elke maand zijn er minder mogelijkheden tot meer monetaire stimulering. En daarmee verzwakt een belangrijke steun onder de financiële markten", aldus investment manager Simon Wiersma van ING. "Dat is voor ons ook een belangrijke reden, naast alle (geo)politieke spanningen, om wat voorzichtig te blijven over aandelen."
Niet alleen de Fed houdt het kruit droog; ook het Amerikaans Congres lukt het niet om een deal te bereiken over nieuwe coronasteun. Ondertussen hopen beleggers op een vaccin, maar bestaat er twijfel of dat er nog dit jaar komt.
Fed overtuigt niet
Vooraf rekenden beleggers niet op wijzigingen in het rentebesluit van de Federal Reserve. De zogenaamde forward guidance werd wel aangepast: het huidige monetaire beleid wordt pas verkrapt op het moment dat de maximale werkgelegenheid in de VS is bereikt, de inflatie is gestegen tot 2 procent en die inflatie ook enige tijd boven dit niveau blijft.
"Dit lijkt echter nog ver weg te zijn: de Federale Reserve voorziet een inflatiecijfer van 2 procent in 2023 en een werkloosheidspercentage van 4 procent in 2023, maar de meerderheid van het comité verwacht dat de rente tot die tijd op de huidige 0 tot 0,25 procent blijft", aldus Ima Sammani, valuta-analist bij Monex Europe.
Hiermee vergrendelt de Fed de rente dus feitelijk op 0 procent, volgens de valuta-expert, zelfs als de Amerikaanse economie aanzienlijk zou herstellen.
"Met andere woorden, de Fed smeekt markten om risicovolle activa aan te schaffen, want met het rendement op Amerikaanse staatsobligaties gaan investeerders hun brood niet verdienen", volgens Sammani.
Ook andere centrale banken houden kruit droog
De Bank of Japan liet deze week ook zijn monetaire beleid ongewijzigd en gaf aan tekenen te zien van economisch herstel na de coronacrisis. De beleidsmakers handhaafden het tarief voor de korte rente op 0,1 procent negatief en hielden het rendement op tienjarige Japanse staatsobligaties rond nul. De Japanse centrale bank herhaalde verder zijn bereidheid om onbeperkt staatsobligaties op te kopen om zijn doelstellingen te kunnen realiseren.
Ook de Bank of England handhaafde het monetaire beleid en dus blijft de Britse rente staan op 0,1 procent en het opkoopprogramma op 745 miljard Britse pond. De BoE herhaalde dat het beleid accommoderend blijft tot men een duurzame verbetering ziet in de inflatie.
Marktanalist Naeem Aslam van AvaTrade stelde dat de markt erop had gerekend dat de Bank of England meer dovish signalen zou afgeven nu Brexit weer een chaos dreigt te worden.
Aslam sluit een negatieve Britse rente en meer stimulering in de komende maanden dan ook niet uit, wanneer het Verenigd Koninkrijk geen deal weet te sluiten met de Europese Unie.
De euro/dollar noteerde vrijdagmiddag op 1,1864.
Een vat WTI-olie werd op weekbasis zo'n 10 procent duurder op meer dan 41 dollar ondanks de aanhoudende zorgen over de vraag naar olie. Ook de OPEC en het IEA refereerden daar deze week aan in hun maandrapporten. De olieprijzen trokken zich echter op aan productieonderbrekingen in de Golf van Mexico en de verwachting dat het olie-aanbod zal afnemen nu de OPEC+ hamert op een betere naleving van de productieafspraken. Landen die hier eerder niet aan voldeden hebben langer de tijd om de productie terug te dringen.
Beursfondsen op zoek naar vers kapitaal
Afgelopen handelsweek klopten beursfondsen met een notering aan het Damrak aan bij beleggers voor financiering. De redenen varieerden, evenals de reactie in de markt. Distributiebedrijf IMCD en softwarebedrijf CM.com zetten in op groei, vastgoedfonds Unibail-Rodamco-Westfield gaf aandelen uit om de problemen die zijn ontstaan door het coronavirus het hoofd te kunnen bieden, terwijl kabelbedrijf Altice Europe met de opbrengst van een obligatie-uitgifte zijn schulden herfinanciert.
Stijgers en dalers
In de AEX ging IMCD aan kop met een winst van 13,1 procent op weekbasis. Het bedrijf haalde circa 400 miljoen euro op met een aandelenuitgifte voor de overname van het Indiase Signet Excipients. ING sprak van een positieve stap voor het bedrijf en Berenberg verhoogde het koersdoel.
Adyen en ArcelorMittal wisten deze week ook te overtuigen in de hoofdindex met respectievelijke winsten van 10,8 en 7,2 procent. ArcelorMittal kreeg deze week een koopaanbeveling bij Bank of America. De analisten denken dat het ergste voor de staalreus achter de rug is.
Unibail-Rodamco-Westfield leverde 14,5 procent in en was daarmee op weekbasis de grootste daler in de hoofdindex. Het vastgoedbedrijf gaat voor 3,5 miljard euro nieuwe aandelen uitgeven om zijn schulden te verlagen. Ook worden er meer bezittingen verkocht en het dividend verlaagd. Volgens Berenberg blijft het de vraag of dit voldoende is voor het vastgoedfonds. Degroof Petercam denkt dat Unibail de balans met dit plan wel voldoende zal herstellen.
Financials stonden ook onder druk. Het aandeel ABN AMRO daalde 6,4 procent op weekbasis. Aegon verloor 6,6 procent en ING 6,2 procent. Fitch verlaagde de rating voor ABN AMRO deze week met één stap, van A-plus naar A, omdat de kredietbeoordelaar verwacht dat een risicodragende kapitaalbuffer van de bank langdurig lager dan 10 procent van de risicogewogen balans zal zijn.