ANALYSE. De intrede van het vaccin betekent niet dat we zomaar terug kunnen naar onze oude wereld
We mogen — nee, we moeten blij zijn met zoveel positief nieuws van het vaccinfront. Maar hoe feller het licht aan het einde van de ellendig lange coronatunnel ook begint te schijnen: een terugkeer naar het oude normaal is nog niet voor morgen. Zelfs niet voor volgend jaar. Wat zal er wél al kunnen, wat nog niet? Een analyse van onze journalist Brecht Herman.
‘Du jamais vu. Uniek. Spectaculair. Nog nooit gezien in de geschiedenis van de mensheid.’ Wetenschappers wikken en wegen doorgaans hun woorden en laten geen kans onbenut om nuance en voorzichtigheid te prediken. Maar de voorbije twee weken benadrukte ieder van hen die we interviewden hoe ongelooflijk het is dat we nu al over goed werkende coronavaccins beschikken, slechts tien maanden nadat dat verdomde virus voor het eerst is opgedoken. Een jaar na de uitbraak in Wuhan zullen de eerste vaccins in uw en onze armen worden geprikt.
Akkoord, het Amerikaanse FDA en het Europese EMA moeten nog hun fiat geven en in ons land gaat gezondheidsinstituut Sciensano nog enkele goedgekeurde vaccins op proefdieren testen, maar de kans dat het in die fase alsnog misgaat, is bijzonder klein. Enkele maanden vertraging lijkt het ergste dat er nu nog kan gebeuren. Daarvoor verdienen niet enkel de bollebozen in Pfizer-labojassen maar ook de regulerende instanties in torenhoge kantoorgebouwen een open doekje. Ze schoven hun logge structuren aan de kant en keken van in het begin mee over de schouders van de farmabedrijven, zodat geen seconde verloren zou gaan.
De intrede van het vaccin betekent niet dat we de anderhalvemetersamenleving kunnen uitzwaaien. Net als dit jaar zullen we onszelf ook volgend jaar heel wat vragen moeten blijven stellen.
We mogen de eerste coronavaccins dus de komende weken en maanden in ons land verwachten. Laten we de regering even het voordeel van de twijfel geven en ervan uitgaan dat de logistieke organisatie die bij de massavaccinatie komt kijken tegen dan helemaal op orde staat. Dan kan het vaccineren echt beginnen en mag het volksfeest losbarsten. Dan kunnen we opnieuw onze hoogbejaarde (groot)ouders tegen ons aandrukken. Mogen we op een barkruk afstand weer een gat in de nacht filosoferen met onze beste vrienden. Kunnen we opnieuw een onbekende om de hals vliegen bij het winnende doelpunt in de 94e minuut. En hoeven we op de wei van Werchter geen schrik te hebben om het met onze laatste bon gekochte plastic bekertje bier te delen met ons lief-voor-een-weekend.
Ja, toch?
Was het maar zo simpel. De intrede van het vaccin betekent niet dat we de anderhalvemetersamenleving kunnen uitzwaaien. Net als dit jaar zullen we onszelf ook volgend jaar heel wat vragen moeten blijven stellen. Mag ik - jong en gezond, en dus achteraan de vaccinrij - mijn 91-jarige grootvader - die als een van de eersten een prikje zal krijgen - eindelijk weer een kus geven als ik in het rusthuis arriveer? “Da’s een moeilijke vraag”, blaast viroloog Johan Neyts. “Als na een tijdje blijkt dat de vaccins goed werken, kan je een beetje gerust zijn, maar dan is de volgende vraag hoe lang de immuniteit zal blijven. Het wordt zoeken naar een onzeker evenwicht tussen de nood aan warme menselijke contacten en het vermijden van risico’s.” Al zal de mentale rust omdat we weten dat onze kwetsbare geliefden zo veel beter beschermd zijn die onzekerheid grotendeels compenseren.
Beelden als deze zullen we volgend jaar nog niet opnieuw zien.
Beelden als deze zullen we volgend jaar nog niet opnieuw zien.
Binnen een ruime bubbel van familieleden en vrienden zullen we ons wellicht wel vrijer mogen bewegen. Als iedereen in de groep gevaccineerd is en zijn verstand gebruikt, zullen we eindelijk weer kunnen genieten van zorgeloze zomeravonden rond de barbecue of op het terras van onze stamkroeg — zonder de anderhalvemeterlat er voortdurend te moeten bijnemen.
Voor grote evenementen ligt het anders. Tenzij we willen evolueren naar een maatschappij op twee snelheden, waarin je aan elke toegangspoort je vaccinpasje moet tonen, is het ook volgend jaar nog geen goed idee om in elkaars nek te staan hijgen in een concertzaal. Festivals organiseren of met tienduizend man naar het voetbal? Forget it. Het zijn niet onze woorden, maar die van de viroloog.
Festivals organiseren of met tienduizend man naar het voetbal? Forget it. Het zijn niet onze woorden, maar die van de viroloog.
“We zullen in 2021 met zijn allen tegen het virus moeten blijven strijden: blijf afstand houden, geef geen handen en kus niet. We moeten voorzichtig blijven, want niemand wil een derde golf meemaken”, zegt Neyts.
Want nee, een derde golf en bijhorende lockdown is niét ondenkbaar. Zelfs niet als de 2,3 miljoen zorgverleners, 65-plussers en zwakkeren al gevaccineerd zijn. De helft van alle Covidpatiënten die deze zomer in het ziekenhuis belandden, waren ouder dan zestig jaar, 63 procent had een onderliggende aandoening. Zij zullen per definitie niet meer in een ziekenbed slapen, maar de 50 procent jonger dan zestig en de 37 procent zonder aandoening wel. Zodra zij elkaar weer in de armen vallen en op bomvolle treinen stappen, komen de ziekenhuizen opnieuw onder druk en wenkt lockdown numero drie. Zelfs al zijn twee miljoen Belgen dan al gevaccineerd.
Examen voor regering-De Croo
Communicatie wordt de komende maanden essentieel. Niet op de warrige en weinig motiverende Wilmès-wijze, maar kraakhelder, motiverend en aangepast aan verschillende leeftijdsgroepen en gemeenschappen. De regering-De Croo scoort fraaie punten op tussentijdse toetsen, maar het grote examen moet nog komen. Het wordt niet evident om ondanks alle hoeraberichten die zullen volgen op de eerste inentingen de bevolking er toch van te overtuigen dat ze voorzichtig moet blijven.
Het oude normaal is nog niet voor morgen en nog niet voor volgend jaar. Maar als iedereen zijn gezond verstand gebruikt, komen we er wel. 2021 zal beter worden dan 2020 — dat staat nu al vast. Maar het zal nog niet 2019 zijn.