Handelsoorlog is slecht voor boer Hadley en zijn soja
Verenigde Staten Amerikaanse boeren lijden onder Trumps handelsoorlog met China. De laatste keer dat de sector zo’n klap kreeg, was in de Koude Oorlog. „Velen van ons zullen het niet redden.”
Bas Blokker
18 mei 2019
Roger Hadley heeft de avond tevoren even over een van zijn sojavelden gelopen in DeKalb County, in het noorden van de staat Indiana. Hij liet geen voetafdrukken in de zandgrond achter; na weken van regen is het water eindelijk aan het verdampen, na twee dagen zon. Deze middag zit hij te sleutelen aan de John Deere-zaaimachine op het erf van zijn boerderij vijftien mijl naar het zuiden in Woodburn, Allen County, in afwachting van het moment dat hij er het land mee op kan. Dat kan nog wel een week duren, schat Hadley.
Halverwege mei en de sojaboeren in dit deel van Indiana hebben nog geen zaadje in de kletsnatte grond kunnen steken. „Dat heb ik van mijn leven niet meegemaakt”, zegt Hadley, die op zijn zestiende zijn eerste eigen stuk land verbouwde met zijn vaders tractor.
„Het weer is een ramp.”
Roger Hadley, 66 jaar oud, heeft ruim 400 hectare grond met soja en maïs. „In de laatste tien jaar hebben we twee goeie jaren gehad, drie redelijke en de rest was slecht. En nu is er een nieuwe nagel aan onze doodskist: de handelsoorlog met China.”
In de herfst van 2018 gingen de eerste vijandelijkheden tussen de regering Trump en de Chinese regering over en weer. De Chinezen legden Amerikaanse soja een heffing van 25 procent op. Toen in december de onderhandelingen werden geopend, beloofden de Chinezen als gebaar van goede wil 20 miljoen ton sojabonen van de VS te kopen. Daarvan is volgens de Financial Times ruim een kwart daadwerkelijk verscheept. Wat daarna is verhandeld, zal waarschijnlijk alsnog ongedaan worden gemaakt nu de besprekingen vorige week zijn afgebroken. De prijzen van soja-futures vielen op de beurs van Chicago naar het diepste punt in tien jaar. De prijs per bushel, zo’n 27 kilo, schommelt rond de 8 dollar.
In mei en juni vorig jaar leek het juist de goede kant op te gaan, zegt Hadley. „We rekenden juist op zo’n 10 procent meer inkomsten door goede oogst. Toen gingen in één klap de prijzen onderuit doordat China niks meer van ons kocht. In plaats van misschien 30.000 dollar winst te maken, gingen we er net zoveel op achteruit en konden we met pijn en moeite quitte spelen.” Je vreet jezelf op, zegt hij, als je hele winst door zoiets verdampt. Nog een jaar of drie, dan zou hij met pensioen willen. Maar dan moet hij wel wat geld opzij kunnen leggen.
De maïs op de kleiige velden rond zijn boerderij groeit niet meer, overal staan kale, grijze staken. Meer dan drie meter hoog stond het hier. De kolven kwamen tot Hadley’s kin. Straks komt zijn zoon en kijken ze of ze in DeKalb County alvast wat kunstmest over de akkers kunnen spuiten. En dan maar bidden voor droog weer. Hij haalt zijn smartphone uit zijn borstzak en bekijkt de gegevens van het nabijgelegen weerstation Weather Underground. De luchtvochtigheid is nu maar 36 procent, perfect.
Hoe houdt hij het vol, al die jaren van slecht weer, en nu een handelsoorlog? Zijn vrouw werkt bij de Purdue Landbouwhogeschool, zegt Hadley. „Ze is 63, ze wil eigenlijk met pensioen, maar we kunnen het geld niet missen. Het helpt vooral dat ze daar een ziektekostenverzekering heeft die ook mij dekt. Die zijn zo duur. Ze plaagt me weleens: ik betaal jouw hobby, zegt ze dan. Maar ze helpt mee op het land als ze thuis komt van haar werk.”
Bloeding
De laatste keer dat de boerensector een klap als deze kreeg, zegt Hadley, was in 1980, toen president Carter een graanembargo tegen de Sovjet-Unie afkondigde. „Tot Trump nu, was hij de laatste president die de boeren een spaak in het wiel stak. In twee dagen tijd werd de bodem onder de prijzen weggeslagen.”
De Amerikaanse boerenstand is in de crisis van de jaren tachtig flink uitgedund. „Het heeft twee, drie jaar geduurd voordat we er weer enigszins bovenop kwamen.” Tegen die tijd waren veel kleine boeren verdwenen en waren de grote enorm geworden, met dank aan de banken. Niet helemaal gezond. „Ik schat dat de helft van de boeren volgend jaar geen zaad zou kunnen planten als de bank hun het geld niet leende.”
Op tv, in kranten en op sociale media komen veel klagende boeren langs. De Financial Times en tv-zender CNN spraken met boer Bill Gordon uit Minnesota. Door de tarieven die president Trump aan China heeft opgelegd zal de handelsoorlog uitbreiden, zegt Gordon. „Velen van ons zullen het niet redden.” Hij suggereert ook dat er een toename van zelfdodingen te verwachten valt.
Media meldden dat 2018 een dieptepunt was voor het aantal faillissementen onder boeren. Minnesota van boer Gordon en Indiana van boer Hadley staan allebei in de top tien van staten met de meeste landbouwfaillissementen. Die ranglijst is enigszins vertekend, omdat hierin alleen boeren zijn opgenomen die een speciaal op landbouwers toegesneden faillissement hebben aangevraagd. Econoom Robert Dinterman van de universiteit van Ohio zei tegen vakwebsite Agweb dat het aantal boerenfaillissementen al jaren tussen de vier- en vijfhonderd ligt, en dat de prijs van landbouwgrond nog niet is gedaald.
Bij Pat en Larry’s, de laatst overgebleven bar in Woodburn, gaat het over de regen, over het zaaien en over wegwerkzaamheden. Vlak achter Mainstreet verrijst een reusachtige graansilo naast de verkommerde spoorlijn. Aan de tapkast maakt Wayne Hoppner, een boer van net over de staatsgrens in Ohio, zich zorgen over het weer, niet over de handelsoorlog. „Het is goed dat we een keertje onze spierballen aan de Chinezen laten zien.” Hij ergert zich aan zijn landgenoten die klagen dat ze nu „een paar dollar meer moeten betalen voor een hondenriem of een plastic prul. Wat kan mij dat nou schelen?” Hij strooit wat zout over zijn biertje en zegt dat hij vierkant achter Trump staat.
Ook Michael Holman uit Steuben County, de noordelijkste streek van Indiana, blijft Trump steunen. „Laat het stof eerst maar eens neerdalen”, zegt hij. „Het is nog niet te voorspellen of het goed of slecht zal uitpakken. Ik hoorde op de radio iemand voorspellen dat de prijs misschien tot 6 dollar per bushel zal dalen. Niemand die het zeker weet.”
Holman moest in 2015 het familiebedrijf verkopen na een conflict met de verzekering waardoor hij met een strop van 350.000 dollar kwam te zitten. Sindsdien werkt hij voor een andere boer. „Ik hoorde twee collega’s klagen dat de tarieven de boeren raken. Kun je mij één ding noemen dat de boeren niet raakt? We moeten een keertje ophouden met klagen.”
Roger Hadley heeft een zaaischijf van zijn zaaimachine losgeschroefd en veegt de smeer van zijn handen. „Ze zeggen wel: je kunt het een boer niet naar de zin maken”, zegt hij met een lachje. Het is heel simpel, volgens hem. „Wij zijn niet de enigen die pijn lijden door deze handelsoorlog. Maar wij hebben nu meer pijn dan wie dan ook. Ja, er zijn ook tarieven op staal. Maar staal kun je opzijleggen en wachten tot iemand de prijs betaalt die je wilt. Onze producten zijn bederfelijk. Wij moeten de prijs van de markt accepteren, anders hebben we niets. Alleen de Chinezen hebben het nog erger dan wij, maar ja, hun regering kan het niks schelen.”
Dat Trump de steun behoudt van de boeren in Indiana, terwijl critici zich afvragen of de president wel weet wat hij doet met zijn harde opstelling, is geen toeval, zegt Hadley. „Indiana is Republikeins. Alleen in de grote steden, met arme wijken en universiteiten, heb je wat meer Democraten.”