Pharming is in de winning mood, dankzij de terugkoop van de verkooprechten van zijn medicijn Ruconest in de VS en een recente herfinanciering. Wel blijven de aandelen vooralsnog een speculatieve belegging.

Hoewel er onder aan de streep nog altijd een stevig verlies resteerde, draaide Pharming het afgelopen kwartaal voor het eerst in zijn negenentwintigjarige bestaan operationeel met winst. Dit is te danken aan de terugkoop van de verkooprechten van Ruconest in de VS eind vorig jaar van het Amerikaanse farmaconcern Valeant.

Daardoor kan Pharming voortaan de volledige omzet van het medicijn tegen angio-oedeem (plotseling opkomende zwellingen) in de boeken zetten, waar Valeant eerder 70% pakte. Maar ook autonoom namen de verkopen in het eerste kwartaal sterk toe door meer aandacht voor marketing.

Een dreigende toename van het aantal aandelen met 24% heeft Pharming half mei kunnen pareren door een herfinanciering van de schuld van $100 miljoen.

Toekomstige groei moet vooral komen van een uitbreiding van het huidige bescheiden marktaandeel van ongeveer 4% in erfelijk angio-oedeem. De totale markt heeft een omvang van ongeveer $1,6 miljard, waarvan de helft in het acute segment waar Pharming zich specifiek op richt. De veruit grootste speler is Shire, dat met Cinryze ruim $600 miljoen omzet. De Amerikaanse farmaceut genereert een soortgelijke omzet met Firazyr, dat alleen de symptomen van de ziekte onderdrukt. Berinert van het Australische CSL Behring is goed voor een omzet van bijna $300 miljoen.

Door de bescheiden omvang en het slechte trackrecord wordt Pharming amper gevolgd door analisten. De paar die dat wel doen, achten binnen vijf jaar een marktaandeel van 10-20% haalbaar. Topman Sijmen de Vries beperkt zich tot de constatering dat Ruconest zich onderscheidt door de zuiverheid en het feit dat het eiwit recombinant gemaakt wordt in plaats van gezuiverd uit menselijke bloedplasmadonaties. „Dit maakt een hogere dosering mogelijk. Hierdoor is de response gemiddeld genomen veel beter en een tweede injectie bij een aanval gewoonlijk niet nodig.”