Alles in proportie leren zien
Alles wat groot en zwaar is en beweegt, vergt veel energie om te maken en om te gebruiken. Denk aan auto’s, treinen, vliegtuigen, bulldozers, grote machines en kermisattracties. Alles wat koude of warmte produceert, verbruikt veel energie. Dat begint bij strijkijzers, broodroosters en tosti-ijzers, en gaat via vrieskisten, straalkachels, wasdrogers en fornuizen naar airco’s, warmtepompen en cv-ketels. En alles wat veel lawaai maakt, verbruikt ook veel energie. Denk aan stofzuigers, motormaaiers en skydancers.