De hoge grondstoffenprijzen hakken erin bij bedrijven die mensen voorzien van eerste levensbehoeften als eten, drinken, zeep en andere huishoudelijke artikelen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Britse bank Barclays naar de zogenoemde Europese consumer staples-sector.
Dat meldt Barron's. Er zijn wel behoorlijke verschillen. De grondstofprijzen hebben op ieder bedrijf zo hun eigen effect, en de mate waarin bedrijven hun gestegen kosten kunnen doorberekenen aan de klant is ook niet overal hetzelfde.
Bedrijven met de meeste impact
In de top 5 zit één Nederlands bedrijf, Corbion (het vroegere CSM), dat gespecialiseerd is in melkzuurproducten die onder andere worden gebruikt voor het langer houdbaar maken van levensmiddelen, medicijnen en biologisch afbreekbaar plastic. Bij Corbion bedragen de grondstofkosten bijna de helft van de omzet. Barclays schat dat 1% stijging van de kosten de winst per aandeel bij Corbion drukt met 5%.
Verder vinden we Ontex, Glanbia, Barry Callebout en AAK in de top 5. Ontex is een Belgisch bedrijf dat onder andere luiers en maandverband maakt. Bij Ontex is de impact op de winst per aandeel -15% als de inputkosten 1% stijgen.
Glanbia is een Iers bedrijf dat onder andere melkproducten maakt en vitamines voor sportdranken. Barry Callebout is de grootste chocoladefabrikant ter wereld en AAK is een Zweeds concern gespecialiseerd in olies en vetten voor onder meer voeding, cosmetica en farmaceutische toepassingen.
Groter is beter
Voor de echte reuzen in deze sector lijkt de impact kleiner. Henkel ziet de winst per aandeel bijvoorbeeld met 4% dalen bij 1% hogere inputkosten.
Bij Danone is het -3%, Heineken -3%, Nestlé -3%, AB Inbev -2%, Diageo -1% en L’Oréal -1%. Het minste last ondervinden traditioneel de producenten van tabakswaren (British American Tobacco, Imperial Brands, Philip Morris en Altria).
Unilever
Het Brits-Nederlandse Unilever heeft op het eerste gezicht ook niet zoveel last van hogere grondstofprijzen. Bij 1% inflatie wordt de winst per aandeel met 2% omlaaggedrukt. Barclays waarschuwt echter dat Unilever in zijn vooruitzichten erg optimistisch is. Zo gaat het uit van een grondstoffeninflatie van minder dan 10% in de eerste helft van dit jaar en ongeveer 15% in de tweede helft. Dat lijkt weinig.
In de opkomende markten zijn de hogere inputkosten volgens Barclays nog wel weg te poetsten door het verhogen van de consumentenprijzen. In het Westen is dat echter lastiger.
Alles wordt duurder
Volgens de Bloomberg Commodity Index zijn de grondstoffenprijzen de afgelopen 12 maanden met gemiddeld 50% gestegen. Dat is het hoogste niveau sinds 2015. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de olieprijs daar een grote rol bij speelt. Toch mag volgens Barclays niet worden onderschat dat de prijzen over een breed front aan het stijgen zijn, tot en met die voor agrarische producten.
De consumer staples sector is ook niet de enige sector die ermee te kampen heeft. De chemiesector heeft bijvoorbeeld veel last van hogere energie- en grondstofprijzen. Hetzelfde geldt voor medicijnproducenten en vergeet ook niet de bouwsector.
Niet alles kan worden doorberekend
Bij de gevolgen voor de winst en omzet hangt veel af van de mate waarin bedrijven de hogere prijzen kunnen doorberekenen aan de klant. Het Nederlandse Hoogovens (Tata Steel) heeft bijvoorbeeld te maken met grote kostenstijgingen door hogere energie- en metaalprijzen. Aan de andere kant is er ook grote behoefte aan hun eindproduct. Ze kunnen de hogere kosten voor een groot deel doorberekenen aan hun klanten, zoals de bouw- en infrastructuursector.
Bij consumer staples is dat doorgaans lastig omdat er veel concurrentie is. De prijs van een chocoladereep of een fles shampoo is niet zo makkelijk te verhogen.
Lees ook: De winnaars en verliezers van de grondstoffensupercyclus
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!