Beeld: iStock
Er wordt druk gespeculeerd over het speciale verkiezingsjaar 2024 en de mate waarin de Amerikaanse verkiezingen een impact hebben op een beursjaar en de jaren daarna. Aan de hand van heel wat data trachten we in deze tekst een inkijk te geven in die impact.
Tijdskader en opzet
De periode loopt van 1948 tot 2024, de naoorlogse periode dus. De Grote Depressie van 1929-1937 en de periode rond de Tweede Wereldoorlog zijn uitzonderlijk in intensiteit en waren zowel voor de regering-Hoover (republikein) als voor de regering-Roosevelt/Truman (democraat) gemiddeld evenredig nadelig.
Er werd een gemiddeld jaarrendement berekend over die periode 1948-2024. Daarna werd een opsplitsing gemaakt over de gemiddelde jaarreturns tijdens het eerste jaar van een regeerperiode , het tweede jaar, het derde jaar en ten slotte het verkiezingsjaar (vierde jaar – T4).
Onderstaande grafiek en aansluitende tabel bieden zo redelijk verrassende resultaten.
Deze tabel toont aan dat het begrip ‘gemiddelde’ relatief is, zeker wanneer er sprake is van grote standaardafwijkingen.
Dat is ook hier het geval en is uitermate afhankelijk geweest van externe schokken:
- T4 - het verkiezingsjaar zoals nu in 2024: ondermaats, maar de geschiedenis toont aan dat deze uitkomst in hoge mate negatief beïnvloed werd door politieke uitschieters (koude oorlog in 1960, het Chroesjtsjov-incident bij de VN en Frankrijk test zijn eerste A-bom) en beurscorrecties 2000 (Telco/Internet) en 2008 (grote financiële crisis). Merkwaardig genoeg was 2020 (Covid) een behoorlijk beursjaar.
- T1 - min of meer vergelijkbaar met T4 en ondermaats. Het wordt echter gekenmerkt door gigantisch negatieve uitschuivers om economische en politieke redenen (’57, ’69, ’73, ’77, ’01), maar ook door fantastische beursjaren onder zowel democratische als republikeinse vlag (’85,’89,’97 en de T1 jaren van 2009 tot en met 2021).
- T2 - op het eerste gezicht het kneusje. Nochtans waren er behoorlijke ‘grand cru’ T2-beursjaren tot en met 1958, maar dan begint de hommeles. Van 1962 tot en met 1978 zijn alle T2-periodes beursjaren om te vergeten. Onder Reagan krijgen we dan weer een stevige opflakkering (’82, ’86) en ook Clinton doet een duit in het zakje (’98). Maar in 2002 en 2022 worden er wederom rake klappen uitgedeeld.
- T3 - er kan blijkbaar niets fout gaan? Bijna alle jaarlijkse rendementen zijn goed voor +20% (soms zelfs +30%). De negatieve uitschieters zijn hier 1987 (beurscrash in oktober), 2007, 2011 en 2015.
Ten slotte is het interessant om na te gaan of de beursjaren onder een republikeinse president significant verschillen van een democratische president in het tijdperk 1948-2024:
- De republikeinen hebben hier dus pech omdat werkelijk de meerderheid van alle ramp-beursjaren onder hun bewind plaatsvond.
- Zowel Trump als Biden deed het relatief zeer goed; Trump omdat zijn rampjaar (2018, -6,2%) relatief beter was dan dat van Biden in 2022 (-19,4%).
Maar deze cijfers moeten zeker gerelativeerd worden. De meest recente literatuur geeft enkele hints over wat eventueel belangrijk zou kunnen geweest zijn:
- De samenstelling van de Amerikaanse Kamer en Senaat onder de zittende/nieuwe president;
- Wat zijn de realisaties van de zittende president op het vlak van economische groei, werkloosheid en inflatie?
Lees meer in een volgende bijdrage.
Iedere maand de meest recente financiële inzichten in uw inbox? Schrijf u in op de newsletter van Nagelmackers voor regelmatige deskundige updates.
Christofer Govaerts is Chief Economist & Investment Strategist bij Bank Nagelmackers. Deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!