Oma vraagt aan haar kleindochtertje: 'Wat wil je hebben voor je verjaardag?' Waarop het kind zegt: 'De pil.' Waarop oma bijna een flauwte krijgt en zegt: 'Wat moet jij nou met de pil?' Zegt ze: 'Ik heb nou drie poppen, da's meer dan genoeg.'
Er loopt een pastoor door Jeruzalem. Hij komt op een plek waar drommen mensen samenscholen. De pastoor vraagt aan een voorbijganger: 'Waarom staan hier zoveel mensen?' 'O,' zegt de man, 'straks komt er een stoet kamelen voorbij met naakte dames erop.' 'Mooi,' zegt de pastoor, dan blijf ik even staan, want ik heb in geen jaren een kameel gezien.'
Een groepje nonnen is gierend van de lach aan het rondfietsen. Op een gegeven ogenblik roept de moeder-overste: 'Als jullie niet ophouden met dat kabaal, laat ik morgen de zadels er weer opzetten!'
Oma heeft besloten om na jaren weer eens behoorlijk te gaan stappen. Ze zit zich aan de kaptafel op te maken. Dan pakt ze een grote spuitbus, en begint flink onder haar oksels te sprayen. Haar kleinzoontje staat dat kritisch te bekijken en zegt: 'Oma, denkt u wel aan het ozongat?' 'Ja hoor,' zegt ze, 'dat doe ik zo effe met een washandje.'
Op school vraagt de juffrouw wie van de kinderen er een mooi gezegde of rijmpje kan opzeggen. Jantje steekt zijn vinger op en mag het zeggen: 'Eigen haard is goud waard.' 'Dat is goed,' zegt de juf. Marietje weet er ook één: 'Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.' Ook dat is goed. Dan steekt Moos zijn hand op: 'Juf ik weet een rijmpje: Mijn zuster Ruth stond in de put en het water reikte tot haar knieën.' 'Maar Moos,' zegt juf, 'dat laatste rijmt toch niet?' Zegt Moos: 'Ken ik er wat aan doen dat het water niet hoger stond?'
Een man zit op zijn werk nogal sloom achter zijn bureau. De directeur komt langs en vraagt wat er aan de hand is. De man antwoordt: 'Ik weet het niet, ik heb het gevoel dat alles mislukt, dat alles als los zand door m'n handen glipt. Ik zie het niet meer zitten...' Zegt de directeur: 'Kop op kerel. Heb ik ook eens gehad! Ik ben toen twee weken lang alle pauzes naar huis gegaan om me door mijn vrouw te laten verwennen. Dat heeft prima geholpen! Dat zou jij ook moeten doen...' Twee weken later komt de directeur weer langs. De man zit lustig te typen, de fax ratelt... Zegt de directeur: 'Ik zie dat het weer prima gaat! Je hebt mijn advies zeker opgevolgd?' 'Inderdaad,' zegt de man: 'Trouwens, nooit geweten dat u zo mooi woont!'
Een zoontje gaat naar zijn vader, die het opperhoofd van de stam is. 'Pappie,' vraagt het zoontje, 'waarom heet mijn oudste broertje eigenlijk Rennende Buffel?' 'Dat zal ik je uitleggen,' zegt het opperhoofd: 'Toen je oudste broer verwekt werd, kwam er juist een buffel langs de tent rennen. Daarom hebben we hem negen maanden later Rennende Buffel genoemd.' 'Pappie,' vraagt het zoontje weer, 'en waarom heeft mijn op één na oudste broertje dan Trillende Bever?' 'Wel,' zegt het opperhoofd, 'toen dat broertje verwekt werd, stond er juist een trillende bever aan de tent. En daarom hebben we hem negen maanden later Trillende Bever genoemd. Maar waarom vraag je dat allemaal, Scheurend Rubber?'
De juffrouw voor de klas zegt tegen de kinderen: 'Vandaag gaan we het over een bepaald soort dieren hebben, en wel over torren. Wie kan mij een tor noemen?' Jantje steekt zijn vinger op: 'De water-tor, juf.' 'Dat is goed,' zegt de juf, 'en weet je ook wat de water-tor eet?' 'Ja juf, waterplantjes en watervlooien.' Pietje weet er ook een en steekt zijn vinger op: 'De boom-tor, juf.' 'Dat is goed,' zegt de juf, 'en weet je ook wat de boom-tor eet?' 'Ja juf, boomschors en blaadjes.' Dan steekt Moos zijn vinger op en zegt: 'De vibra-tor, juf.' 'De vibra-tor?' zegt de juf, 'ik denk niet dat dat goed is. Kun je ook zeggen wat die eet?' 'Nou,' zegt Moos, 'volgens mijn zuster vreet 'ie batterijen.'
Twee vrouwen gaan het postkantoor binnen omdat ze postzegels moeten kopen voor op kantoor. Ze staan in de rij, komen er ineens twee gemaskerde overvallers binnen met geweren in hun hand. 'Dit is een overval,' wordt er geroepen, 'iedereen plat op zijn buik.' De ene vrouw gaat op haar buik liggen en kijkt opzij. Ziet ze haar collegaatje op haar rug liggen. Zegt ze: 'Meid, draai om: dit is een overval, geen personeelsfeestje.'
Er zit een meisje in een café nogal sip te kijken en te zuchten. Een jongen gaat naar haar toe, en vraagt wat er aan de hand is. 'Nou,' zegt het meisje, 'ik zou zo graag mijn zus eens bezoeken in Zuid-Afrika, maar de bootreis is veel te duur.' 'O, maar dat komt goed uit,' zegt de jongen, 'want ik ben matroos. Ik wil je best in mijn plunjezak het schip op smokkelen.' 'Dat zou geweldig zijn,' zegt het meisje, 'maar wat moet ik daar voor doen?' 'Nou,' zegt de jongen, 'ik kom je elke avond eten brengen. En dan zou ik het fijn vinden als ik een half uurtje bij je mag komen liggen.' 'Dat is wel goed,' zegt het meisje. Dus wordt het meisje het schip op gesmokkeld. Elke avond komt de matroos haar eten brengen, en blijft dan een half uurtje bij haar. Na drie weken vindt het meisje de reis wel lang gaan duren. Ze besluit maar eens naar boven te gaan. Boven gekomen ziet ze de kapitein lopen, en aan hem vraagt ze: 'Kapitein, duurt het nog lang voordat we in Zuid-Afrika zijn?' 'Nogal,' zegt de kapitein, 'want dit is de veerboot naar Texel.'
De juffrouw op de lagere school zegt: 'Ik ga een dier omschrijven, en dan moeten jullie raden wat ik bedoel.' En ze begint: 'Het loopt op de boerderij en het geeft melk.' Jantje zegt: 'Een koe.' 'Dat is goed,' zegt de juffrouw, 'maar ik bedoelde een geit.' Dan zegt ze: 'Het loopt op de boerderij, het heeft veren en legt eieren.' Jantje zegt: 'Een kip.' 'Dat is goed,' zegt de juffrouw, 'maar ik bedoelde een eend.' Jantje krijgt de pest in en zegt tegen de juffrouw: 'Nou geef ik u een raadsel: je stopt 't hard in je mond, en het komt er zacht en vochtig weer uit.' De juffrouw krijgt een knalrood hoofd. 'Dat is goed,' zegt Jantje, 'maar ik bedoelde kauwgom!'
Komt een vrouwtje bij de dokter. Zegt ze: 'Dokter, als ik op m'n linkerzij lig, gaat mijn hart zo tekeer.' Zegt de dokter: 'Ach mevrouw, dat is toch geen probleem, dan gaat u toch op uw rechterzij liggen...?' Zegt ze: 'Ja, maar dan gaan m'n darmen zo tekeer.' Zegt die dokter: 'Nou, mevrouw, dan is het helemaal opgelost, dan gaat u op uw rug liggen.' Zegt ze: 'Ja, maar dan gaat m'n vent zo tekeer.'
Er komt een man een brillenwinkel binnen. De man zegt tegen de verkoper: 'Dag meneer, ik spaar brillen. Heeft u nog wat bijzonders?' 'Jazeker,' zegt de verkoper, en geeft de man een bril. De man zet de bril op en kijkt de verkoper meteen dwars door zijn kleren heen: hij ziet de verkoper spiernaakt. 'Dat is fantastisch,' zegt de man: 'Hoeveel moet die bril kosten?' 'Driehonderd gulden,' zegt de verkoper. 'Pak maar in,' zegt de man. De man loopt naar buiten en zet de bril op. Er lopen twee vrouwtjes met boodschappentassen voorbij. Hij ziet ze spiernaakt. Ook de haringboer in zijn kar staat bloot. De man gaat met de tram: iedereen bloot. De man loopt wel drie keer de tram op en neer. Komt de man thuis. Ziet hij zijn vrouw en de buurman spiernaakt op de bank zitten. Hij zet de bril af: zitten zijn vrouw en de buurman nog steeds spiernaakt. 'Ik heb weer wat,' zegt de man: 'Tien minuten en het is stuk.'