Het luxeprobleem van Ageas
De Rekenmeester gaat iedere dag op zoek naar het echte verhaal achter de cijfers. Vandaag: Ageas.
Drie miljard euro heeft verzekeraar Ageas binnenkort op de balans staan. Een luxeprobleem dat beleggers de stuipen op het lijf jaagt.
Door de verkoop van zijn Hongkongse levensverzekeringsactiviteiten aan het Chinese JD Capital voor 1,2 miljard euro ziet Ageas zijn oorlogskas aangroeien tot 3 miljard euro of zo’n 15 euro per aandeel. Dat leest u goed, bijna 40 procent van de beurswaarde van Ageas (8,15 miljard euro) is dra cash.
Dat is meer dan opmerkelijk. Na aftrek van de cash en de participatie in het Chinese Taiping (1,8 miljard euro) noteert de rest van Ageas, de eigenlijke activiteiten dus, tegen een schamele 6,4 keer de verwachte winst van 2015, becijfert ING. Daarmee is de verzekeraar een van de goedkoopste aandelen van de Brusselse beurs. Ter vergelijking, de door schandalen geplaagde Nederlandse sectorgenoot Delta Lloyd noteert tegen 9,9 keer de winst.
6,4Tegen 6,4 keer de winst is Ageas één van de goedkoopste aandelen op de Brusselse beurs.
Beleggers zouden niet liever zien dan dat Ageas die cash als een wilde weldoener laat terugvloeien naar de aandeelhouders. Maar dat is weinig waarschijnlijk. De verzekeraar heeft weliswaar een reputatie hoog te houden - vorige maand nog werd een zoveelste rondje aandeleninkopen van 250 miljoen euro gelanceerd -, maar in principe reserveert het enkel de winst uit de verzekeringsactiviteiten voor die aandeelhoudersverwennerij.
Wat Ageas dan wel gaat doen met al die cash is de logische volgende vraag. Analisten zien drie pistes. De eerste is dat Ageas verdergaat op de ingeslagen weg: met kleine, gerichte overnames gestaag bouwen aan zijn internationale expansie. Door de opkomende middenklasse blijft Azië de belangrijkste groeimarkt. Wie meer welstand verwerft, voelt immers ook de nood om die nieuw verworven rijkdom te verzekeren of om te sparen voor zijn pensioen.
Ook de schadetak van de Belgische verzekeraar Ethias, thans in handen van de overheid, gaat over de tongen als overnameprooi. Een laatste denkspoor is dat Ageas de put-optie terugkoopt van BNP Paribas. Die optie, die afloopt in 2018, geeft de Franse bank het recht om haar belang van 25 procent in de Belgische dochter AG Insurance te verkopen aan Ageas.
Die onzekerheid over de uitkomst, het ‘herinvesteringsrisico’, heeft haar prijs. Wie veel geld te spenderen heeft, loopt altijd de kans om die cash onwijs te spenderen.
Er zijn nog andere stoorzenders. Hoewel Ageas de jongste jaren al flink puin heeft geruimd, dreigen er nog een rist potentiële schadeclaims. Vorig jaar werd voor zo’n 130 miljoen euro aan provisies opzijgezet als stootkussen, maar het is koffiedik kijken of de uiteindelijke kostprijs slechts een fractie of net een veelvoud van dat bedrag zal zijn.
In een interview gaf CEO Bart De Smet onlangs grif toe dat Ageas vandaag nog steeds geen goedehuisvaderaandeel is. Dat typeert de aanpak van de verzekeraar, die bij zijn ontstaan benadrukte dat de bedrijfsnaam in kleine letters moet worden geschreven, als teken van bescheidenheid. Misschien moet Ageas zijn ambities terug in kapitalen schrijven, wil het appreciatie krijgen op de beurs.
(De Tijd)
(Meer specifiek zou ageas in Indonesië voet aan de grond willen...)