Bijna 80 miljard euro voor de komende 14 jaar zit er in het Infrastructuurfonds. Geld dat bij voorbaat al is verdeeld over verschillende potjes. Want een project dat eenmaal tot het meerjarige fonds is doorgedrongen valt er zelden nog uit. Hooguit wordt er in tijden van bezuiniging eens een keer iets naar achteren doorgeschoven of later in de planningen opgenomen.
Er kom maar mondjesmaat geld vrij
Ondanks de verlanglijstjes van provincies, gemeenten en belangenclubs komt er maar mondjesmaat budget vrij voor nieuwe projecten. Het komend jaar worden de Afsluitdijk, de A16 en de Blankenburgtunnel op de markt gezet, maar ook die miljarden staan al jaren in de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Jaarlijks verlengd
Afgelopen Prinsjesdag maakte het kabinet bekend dat het Infrastructuurfonds vanaf nu tot 2030 doorloopt en daarna ieder jaar automatisch met 12 maanden wordt verlengd. Dit in tegenstelling tot de voorgaande jaren waarin een kabinet onregelmatig kon besluiten het fonds met 2, 4 of zelfs 8 jaar te verlengen.
Maar wat betekent het nieuwste besluit precies? Houdt het meer of minder duidelijkheid over de te besteden miljarden in? Kan de bouw meer of minder tegemoet zien?
Vaste verdeelsleutel of nieuwe prioriteiten?
Vooralsnog is daar weinig over te zeggen. De kabinetten Rutte hanteerden de afgelopen jaren een vaste verdeelsleutel: 53,5 procent voor wegen, 39,5 procent voor spoor en 7 procent voor vaarwegen. Maar nieuwe kabinetten kunnen nieuwe prioriteiten stellen.
Een snelle rekensom leert weliswaar dat er de komende 14 jaar gemiddeld ongeveer 5.8 miljard per jaar voor infra beschikbaar is, maar wanneer die miljarden precies op de markt komen en hoeveel extra geld er de komende jaren op Prinsjesdag wordt bijgestort is op dit moment slechts koffiedik kijken.
Wat betekent dichtdraaien gaskraan?
Niemand kan nu nog overzien wat de gevolgen zijn van het dichtdraaien van de gaskraan in Groningen. Vroeger vloeide de opbrengsten van het Groningse aardgas via het FES-fonds rechtstreeks naar het Infrafonds, maar die methodiek is enkele jaren geleden al losgelaten. Gezien het structureel dichtdraaien van de gaskraan en de miljarden die nodig zijn voor herstelwerkzaamheden in de Noordelijke provincie is het niet meer dan logisch dat het Infrafonds minder gevoed zal worden met gasbaten.
Voorspelbaarheid verbeterd
Dat het kabinet nu besluit om het Infrafonds flexibel te vullen en bovendien over een langere periode is begrijpelijk. De begroting van I&M onttrekt zich daardoor aan de jaarlijkse begrotingstucht die wel voor andere ministeries geldt en dat maakt dat geld voor infrastructuur minder snel ten prooi valt aan de waan van de dag.
Ook heeft minister Schultz op voordracht van de Algemene Rekenkamer de voorspelbaarheid verbeterd. Daar waar het Infrafonds in het verleden nogal eens te maken had met ‘overplanning’ of ‘onderuitputting’, wanneer de plannenmakers uit voorzorg wat extra projecten inplanden om zodoende alvast geld ‘veilig te stellen’ voor als grote projecten vertraging opliepen, zijn de planningen tegenwoordig realistischer. Maar daarmee geenszins dichtgetimmerd.
Gissen waar euro's naartoe gaan?
Want in het bij de begroting meegestuurde MIRT-overzicht is weliswaar keurig per project uitgesplitst hoeveel budget daarvoor beschikbaar is en welke planning er bij hoort, het zegt niets over de daadwerkelijke budgetten. De bedragen per project blijven een niet niet nader uitgeplitste optelsom van onder meer de tenderkosten, de contractwaarde, de verschillende risicopotjes, de kosten voor de projectorganisatie en de grondaankopen. Het blijft raden welke euro waarvoor bedoeld is.
Veel speelruimte binnne budgetten
Zo staat de zeesluis van IJmuiden bijvoorbeeld voor 917 miljoen euro op de begroting, maar voert BAM het dbfm-contract uit voor 350 miljoen euro, zonder de kosten voor onderhoud. Dat geeft binnen dat project nog 567 miljoen euro speelruimte om tot 2019 mee- en tegenvallers op te vangen zonder dat daar ooit een haan naar kraait.
Een flink deel van dat bedrag kan best nodig zijn voor onverwacht gevonden oude explosieven, extra maatregelen tegen hinder of andere risico's en potentiële tegenvallers die altijd aan bouwproject van deze omvangn kleven. BAM heeft relatief laag ingeschreven, maar zelfs de behaalde aanbestedingsmeevaller wordt niet in de meerjarenbegroting ingeboekt of zelfs maar gemeld.
En zo is eigenlijk de gehele I&M-begroting opgebouwd. Met ogenschijnlijke transparantie, maar met heel veel speelruimte om nog te kunnen schuiven zolang een project loopt.
En dat maakt het welhaast ondoenlijk - voor Kamerleden, voor lagere overheden en voor bouwers - om precies te kunnen achterhalen welke miljarden wanneer en waar gaan landen.
Waar zijn de toekomstplannen?
We kunnen dus stellen dat de bouw er qua zekerheid op achteruit is gegaan door het besluit om het Infrastructuurfonds ieder jaar te verlengen. Waar het in de nieuwe situatie aan ontbreekt is aan plan voor de toekomst en aan geld. Onderhouden en beheren is één ding, maar hoe wil het kabinet dat de infrastructuur er over twintig jaar bijligt? Is verdere uitbreiding nodig of moet Nederland vooral inzetten op smart mobility?
Helaas schuift dit kabinet die rekening vooralsnog door.