Offshorebedrijf Heerema waarschuwt voor te optimistische ambities energietransitie
De oorlog in Oekraïne laat zien dat het veranderen van de westerse energievoorziening makkelijker is gezegd dan gedaan. Offshorebedrijf Heerema ziet wel een kentering: steeds meer klanten vragen om een duurzame manier om projecten uit te voeren, en ook de windenergiesector meldt zich.
Offshorebedrijf Heerema wil verduurzamen, ook vanwege zakelijke kansen. Dat betekent niet dat het bedrijf geen fossiele projecten meer aanneemt, ondanks zorgen van klimaatpanel IPCC. Ceo Van Brouwershaven waarschuwt voor onrealistische politieke klimaatdoelstellingen.
De offshore-industrie staat niet bepaald bekend om haar groene ambities. De sector bestaat bij de gratie van de fossiele industrie, waarvoor zij overal ter wereld jarenlang olie- en gasplatforms gebouwd heeft. Heerema, een van de grootste offshorebedrijven ter wereld, ziet de markt veranderen en zet vol in op wind en het verduurzamen van zijn eigen operaties. Maar als Shell vraagt of Heerema een nieuw boorplatform kan bouwen in de Noordzee, zegt ceo Koos-Jan van Brouwershaven daar geen nee tegen.
Volgens klimaatpanel IPCC gaan nieuwe fossiele bronnen niet samen met het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5 graad, maar Van Brouwershaven vindt dat het strategische belang van nieuwe olie- en gasreserves opweegt tegen de impact. 'De samenleving moet veranderen, maar wel op een verantwoordelijke manier. We kunnen niet zomaar van olie en gas afstappen. De oorlog in Oekraïne maakt dit alleen maar duidelijker.’
Meike Kolthof, hoofd duurzaamheid bij dochterbedrijf Heerema Marine Contractors, sluit zich daarbij aan. Volgens haar laat de oorlog zien dat het veranderen van de westerse energievoorziening makkelijker is gezegd dan gedaan. In de praktijk vraagt vergroening enorme inspanningen van bedrijven, iets waar de politiek zich nogal eens op verkijkt.
Van Brouwershaven: ‘Het kabinet stelt de ambities wel naar boven bij, maar 10 gigawattuur (GWh) groene stroom betekent duizend nieuwe windmolens. Wie gaat die dan bouwen? Waar komt het materiaal vandaan? Soms vraag ik me af of we niet te enthousiast zijn.’
Familiebedrijf
Kolthof en Van Brouwershaven zitten maar een paar stappen van elkaar vandaan op het Heerema-hoofdkantoor in Leiden, wat volgens Kolthof symbolisch is voor het belang van haar afdeling binnen het bedrijf. 'Het thema is hoog op de agenda gezet door onze eigenaar Pieter Heerema. Omdat we een familiebedrijf zijn, kunnen we snellere stappen zetten in deze transitie dan beursgenoteerde ondernemingen.'
Met een CO2-uitstoot van 0,25 megaton is het offshorebedrijf verantwoordelijk voor evenveel uitstoot als 160.000 huishoudens. Het bedrijf heeft in 2020 besloten dit volledig te compenseren, en de doelstelling is om de uitstoot in 2025 met 80% afgebouwd te hebben. Hoeveel Heerema de komende jaren investeert in duurzaamheid wil het bedrijf niet kwijt, maar het geld zal vooral naar alternatieve brandstoffen en het afvangen van CO2 aan boord van schepen gaan. De nieuwste aanwinst van de vloot, de Sleipnir, werd in 2019 voor €100 mln uitgerust met de mogelijkheid te varen op lng in plaats van diesel.
Dat was een al bekende technologie, maar de echte winst moet komen uit nog te ontwikkelen innovaties. Daarvoor werkt het ingenieursteam samen met organisaties als TNO. Hoewel er nog veel onzekerheden bestaan rondom deze technologieën, is Van Brouwershaven hoopvol. ‘We wedden niet op één paard en hebben altijd een plan B. Dat zit er nu eenmaal in bij ons – op zee kan je er ook niet zomaar op vertrouwen dat alles altijd goed gaat.’
Duurzaam concurrentievoordeel
Niet alleen voorziet hij grote stappen in het vergroenen van de eigen sector, hij signaleert dat ook klanten, voornamelijk grote energiebedrijven, steeds vaker vragen naar een duurzame manier om hun projecten uit te voeren. Daarom maakt hij zich niet druk om concurrentie uit het buitenland van goedkopere aanbieders. ‘Eerder hadden we last van de overcapaciteit in de offshore sector. Nu concurreren we niet op prijs, maar op duurzaamheid.'
Het is een verandering die een aantal jaar geleden ondenkbaar was. In 2019 moest het bedrijf nog zijn decommissioning-joint venture opdoeken. Het samenwerkingsverband tussen Heerema en twee buitenlandse partijen om boorplatforms te verwijderen van de Noordzee kreeg in het tweejarig bestaan nul opdrachten. Ook was de windmarkt geen optie, omdat de grote schepen van Heerema minder efficiënt waren voor het plaatsen van relatief kleine windmolens.
Met de komst van steeds grotere turbines verandert dit, en beginnen de groene opdrachten binnen te komen. De vloot is dit jaar bijna uitsluitend bezig boorplatforms te ontmantelen en windparken te installeren. Het is het lot van de aannemer, legt Van Brouwershaven uit: hoe ambitieus de eigen plannen ook zijn, de klanten moeten wel willen.