Glasvezel verleidelijk voor investeerders buiten telecom
Overal in Europa leveren investeerders met diepe zakken strijd om geld te pompen in glasvezel. Het is een aantrekkelijke belegging: even diep in de buidel tasten om daarna de kassa langdurig te horen rinkelen. 'De levensduur is 25 à 30 jaar.'
Het is spitsuur op de Europese glasvezelmarkt. Het regent deals rond de technologie die sneller internet belooft, thuis en op kantoor, dan via kabel of koper. Kapitaalkrachtige investeerders eisen de hoofdrol op. Om er een te noemen: begin september legde het Amerikaanse fonds KKR $1,8 mrd op tafel voor een belang in de glasvezelambities van Telecom Italia. In Italië zijn drie van de tien gebouwen gedekt met glasvezel.
Er is nog veel te doen, nog veel te investeren, maar ook rendement te halen. Ook bij ons beweegt het. Glasvezelspecialist Eurofiber staat volgens Reuters te koop en onder meer pensioenfonds APG zou erop azen. Een deal zou het bedrijf op €2 mrd waarderen.
De klant vaart wel bij die investeringskoorts. Glasvezel verspreidde zich het voorbije decennium al gestaag over Europa, leren cijfers van de FTTH Council Europe (FTTH staat voor fiber to the home: glasvezel tot de woning). Die monitort het aantal gebouwen dat met minimale moeite aangesloten kan worden op een glasvezelnet, en dus 'gedekt' is. Dat cijfer verdrievoudigde tussen 2012 en 2019 naar 88,1 miljoen gebouwen. Eind vorig jaar was het bijna voor 40% gedekt.
Die groei reflecteert dat in de telecomsector de overtuiging groeit dat met glasvezel, waarbij licht langs vezels van glas kaatst, de internetsnelheid beter op te voeren valt dan via koper of kabel. Wie nu aansluit op glasvezel, heeft al een snelheid tot één gigabit per seconde.
Open speelveld
Glasvezel is dus niet nieuw, maar het is verleidelijker dan ooit voor investeerders. De meerderheid van de Europese markt ligt nog open om te 'verglazen'. Er zijn positieve uitschieters, zoals Litouwen, dat met een dekking van 95,6% bijna volledig voorzien is. Maar er is nog genoeg braakliggend terrein, zoals Duitsland met een dekking van 10%. De aanleg versnelt nu, maar niet overal in hetzelfde tempo. Dat heeft zijn redenen. De stoep openbreken om glasvezel van de wijkkast naar de voordeur te krijgen, is een dure aangelegenheid. Dat is zo in de stad en al helemaal in het buitengebied.
Vandaar dat de traditionele telecombedrijven terughoudend zijn met glasvezel, meent Arjan Reinders. Hij leidt voor het pensioenfonds APG de Europese infrastructuurpoot, die al sinds 2010 het glasvezeldossier op de radar heeft. 'De partijen die van oudsher de grote investeringen doen, zijn beursgenoteerd. Zij hebben veel doelstellingen en moeten de businesscase ook aan hun aandeelhouders verantwoorden.'
Niet dat ze het laten: KPN was de grote roerganger met glasvezel in Nederland en ook het Belgische Proximus kondigde in 2016 als eerste aan het laatste deeltje tussen straat en woning te gaan verglazen. Maar alternatieve spelers, zoals nichepartijen of lokale besturen, duiken in de gaten die de grote jongens laten vallen.
Ook dat blijkt uit de cijfers van FTTH Council Europe. In 2011, toen glasvezel nog in de kinderschoenen stond, namen zij 71% van de aansluitingen voor hun rekening, tegenover 21% voor de traditionele partijen. Ze kregen ruggensteun van grote fondsen die rendement zagen in het nog aan te leggen glasvezel of van pensioenfondsen die klassiek gokten op investeringen voor de lange termijn.
Nederland kent legio voorbeelden. Delta Fiber is de erfgenaam van de retailtak van het voormalige Zeeuwse nutsbedrijf, dat eind 2016 in de handen van het Zweedse EQT-fonds viel. EQT is een grote naam in het Europese durfkapitaal: het vehikel van de Zweedse familie Wallenberg beheert bijna €40 mrd. Ook achter glasvezelspecialist Eurofiber schuilt durfkapitaal met het Franse fonds Antin, hoewel dat een verkoop zou overwegen.
Lange levensduur
De reden waarom glasvezel zelfs buiten de bekende telecombedrijven om het grote Europese geld aantrekt, is simpel. Net als bij alle bouwstenen van de digitale economie, zoals mobiele zendmasten en datacentra, is de toekomst voor lange tijd verzekerd. ‘De motivatie van investeerders volgt hier het gedrag van de consument: het dataverbruik gaat ieder jaar maal twee’, stelt een hoge functionaris bij een glasvezelspecialist. ‘En de levensduur van glasvezel is voor de komende 25 à 30 jaar verzekerd.’ Wie in glasvezel wil stappen, moet wel over aanzienlijke financiële slagkracht beschikken, waarschuwt Eurofiber-ceo Alex Goldblum. ‘Dit is kapitaalintensieve technologie, die alleen grote investeerders aantrekt.’