‘Vroeger was dit oud ijzer, nu een sexy business’
De site van Galloo in Menen, waar het 100.000 auto's per jaar door de shredders duwt. ©ivan put/ID
JAN DE SCHAMPHELAERE
Vandaag om 04:30
Het West-Vlaamse familiebedrijf Galloo - gespecialiseerd in de recyclage van auto’s, schepen en wasmachines - profiteert volop van de hoge metaalprijzen. Het investeert enkele tientallen miljoenen euro's in nieuwe installaties. 'Wat we doen, is baanbrekend.'
‘Hier liggen nu een paar Franse marineschepen, vissersboten uit IJsland en baggerschepen. Eerder kregen we ook de Tricolor (een vrachtschip dat in 2002 zonk in het Kanaal, red.) over de vloer’, zegt Rik Debaere, de CEO van het familiebedrijf Galloo, een van de grotere recyclagespelers van metalen in West-Europa.
LEES MEER
Belgisch bedrijf knipt megaschip in stukken
De schepen zijn uit dienst genomen en liggen er te wachten tot ze door Galloo ontmanteld en met immense scharen in stukken worden geknipt. Het bedrijf verwerkt ook afgedankte auto’s, productieafval van staalverwerkers, staalconstructies van bruggen, spoorwegen en hangars, en massa’s consumptiegoederen zoals wasmachines, computers en televisieschermen.
Galloo haalt uit het schroot jaarlijks zo’n 1,3 miljoen ton staal, 50.000 ton plastics en 100.000 ton andere metalen zoals aluminium, koper, zink, lood, inox en brons. En een beetje goud uit printplaten van koelkasten of auto’s. ‘Als we een grote klomp goud zien, zullen we die ook niet laten liggen’, lacht Debaere.
Hij zit al 30 jaar bij Galloo, waarvan de laatste 10 als ‘externe’ topman. ‘Waarom ga je in het oud ijzer werken? Je hebt toch gestudeerd, vroeg een familielid me destijds. Nu spreken we over circulaire economie en secundaire grondstoffen. Wat ooit marginaal was, is sexy geworden.’
Galloo
Familiebedrijf met hoofdzetel in Menen, opgericht door Joseph Galloo in 1939.
Een van de grotere recyclagebedrijven van metalen in West-Europa.
42 vestigingen in België, Frankrijk en Zeeuws-Vlaanderen.
Omzet (2020): 470 miljoen euro.
Brutobedrijfswinst (ebitda): 52 miljoen euro, zo'n 10 miljoen meer dan in 2019.
Dat wordt duidelijk in de groeicurve en de investeringsbudgetten van het bedrijf. Galloo investeerde vorig jaar 14 miljoen euro in Menen in een installatie – 30 meter lang, 3 verdiepingen hoog - om extra koper te recycleren uit de bekabeling van auto’s. Tot voor kort wist Galloo, noch andere bedrijven, zich geen raad met de allerkleinste partikels die overbleven na het verbrijzelen van de bekabeling. Het residu is een mix van waardevolle materialen zoals koper en rommel zoals stof en zand. Die mix belandde op het stort. ‘Nu kunnen we dat residu verder zuiveren en uit het stof nog 3.000 ton extra koper recupereren.’
Een volgende investering staat op de planning, een nog grotere van mogelijk 20 miljoen euro. De voorbereidende werken zijn bezig. ‘Er is landbouwgebied voor omgezet in industriegebied. Het wordt hier waarschijnlijk de laatste expansie.’
Er komt, normaal tegen 2024, een hal van meer dan een voetbalveld groot. Daar wil het bedrijf non-ferrometalen uit auto’s en consumentenproducten verder van elkaar scheiden. ‘De stukjes uit de shredder, tot 10 centimeter groot, zijn gemengd. Dat mengsel, goed voor 30 à 40.000 ton per jaar, stuurden we naar China om het handmatig te laten sorteren. China wil niet meer de vuilnisbak van de wereld zijn en doet de deuren dicht voor zulke stromen. Die gaan nu naar andere Aziatische landen, maar je voelt dat het niet klopt en dat er ooit een einde aan komt. Dus gaan we dat mengsel hier scheiden, niet manueel, maar met hightech.'
'Het gaat om machines die met sensoren, camera’s en X-stralen de kleur, vorm en geleidbaarheid van materialen inschatten. En luchtorgels die met een heel fijn straaltje de verschillende materialen razendsnel de juiste kant op schieten. Een proefinstallatie draait al, tegen zo'n 2 ton per uur. Dat moet sneller om rendabel te zijn.’
Debaere spreekt over ‘grote’ investeringen, die ‘niet zonder risico’ zijn. ‘Wat we doen, is baanbrekend. We hebben die installaties zelf ontwikkeld. Dat zit in ons DNA. Je kan wachten tot alles bewezen is en dan de technologie kopen. Wij proberen vooraan te staan en te blijven staan. We brengen bestaande technologie bij elkaar, en voegen experimentele zaken toe.’
‘Dat is wat het bedrijf altijd al heeft gedaan’, zegt Debaere. ‘We zijn gegroeid op de wegwerpmaatschappij. Eerst met oud ijzer, later met de verwerking van auto’s en consumentenafval. Die producten hebben een heterogene samenstelling, waardoor innovatie nodig was.’
Oorspronkelijk had Galloo bij autoschroot alleen oog voor het metaal, en de rest – zo’n 25 procent - ging naar het stort. ‘Nu recupereren we 97 procent. Een auto doorloopt tijdens de recyclage 107 stappen, van olie aflaten tot de batterij uithalen en onze recyclageprocessen. We recycleren al 50.000 ton plastics die hun weg terugvinden naar nieuwe auto’s. Dit is een boeiende business’, klinkt het.
Maar het is ook kapitaalintensief werk. Behalve in expansie en innovatie investeert het bedrijf jaarlijks zo’n 20 miljoen euro in het onderhoud van het machinepark: 100 vrachtwagens en 4.000 containers voor schrootophaling en 180 kranen op de sites. ‘Het is een keuze van de familie om de cashflow te herinvesteren. Ze kiest niet voor dividenden. We moeten investeren om in conditie te blijven.’
97%
Vroeger ging zo’n 25 procent van een auto naar het stort. Nu recupereert Galloo 97 procent. Een auto doorloopt tijdens de recyclage 107 stappen, van olie aflaten tot de batterij uithalen en onze recyclageprocessen.
Tegelijk breidt het bedrijf zijn werkgebied uit met overnames. ‘Ophalen en verwerken van schroot is een regionale business. Met overnames kunnen we verder groeien’, klinkt het.
Vorig jaar kocht Galloo een sectorgenoot in Oost-Vlaanderen. Maar de voorbije jaren zat het vooral in Noord-Frankrijk, waar de expansie destijds op een bizarre manier begon. ‘Galloo lag in België, net aan de grens, in een bocht van de Leie. Toen in 1989 beslist werd die recht te trekken, kregen we er een lap grond bij om onze toegang te behouden tot het water. Maar die lap lag op Frans grondgebied. Nu nog zitten we daar op een site in twee landen, met twee vennootschappen. Dat was het begin van ons buitenlands avontuur’, zegt Debaere.