Slavoj Zizek
Hoogleraar filosofie aan de European Graduate School. Directeur van het Birkbeck Institute for the Humanities van de University of London.
Als het sociale contract in een land verbrokkelt, zijn de omstandigheden rijp voor geruchten en absurditeiten. Hoe belachelijk en van de pot gerukt ook, ze kunnen de diepste angsten en vooroordelen van een volk uitdrukken. Dat is vandaag het geval in Rusland, waar Sergej Markov, voormalig adviseur van president Vladimir Poetin, heeft gewaarschuwd dat Oekraïne ‘homoseksuele supersoldaten’ aan het creëren is om oorlog te voeren tegen zijn land: ‘Militaire theoretici en historici weten maar al te goed welk leger in Griekenland het sterkste was. De Spartanen. Ze waren verenigd door een homoseksuele broederschap. Het waren allemaal homo’s. Dat was het beleid van hun leiderschap. Ik denk dat ze hetzelfde van plan zijn met de Oekraïense strijdkrachten.’
Natuurlijk geeft deze mix van homofobie, fake geschiedenis en op Marvel-strips geïnspireerde noties van supersoldaten aan dat Markov weinig opheeft met het aanmoedigen van kritisch denken en rationele analyse. Maakt niet uit: geschifte uitspraken als deze vinden blijkbaar weerklank in belangrijke segmenten van de Russische samenleving.
Ook de historische herdenking van grote nationale trauma’s en misdaden raakt almaar meer aangetast in Rusland. Tijdens een ceremonie onlangs in Velikieje Loeki, in de Russische regio Pskov, goot een priester – hij staat bekend als ‘Vader Antonius’ – wijwater over een acht meter hoog standbeeld van Stalin. Hoewel ‘de Kerk geleden heeft’ tijdens Stalins langdurige terreurbewind, merkte hij op, moeten de Russen hem vandaag dankbaar zijn voor al die ‘nieuwe Russische martelaren en biechtvaders tot wie we nu kunnen bidden en die ons helpen bij de wederopstanding van ons moederland’.
Echte Holocaust
Zo’n perverse redenering is maar een stap verwijderd van het argument dat de Joden Hitler zouden moeten bedanken dat hij de weg heeft vrijgemaakt voor de staat Israël. Wat trouwens al effectief wordt uitgesproken. Volgens een onderzoek uit 2019 door de nieuwsdienst van Channel 13 in Israël, krijgen toekomstige Israëlische legerofficieren aan het door de staat gefinancierde militaire opleidingscentrum Bnei David het volgende te horen van rabbijnen: ‘De Holocaust ging helemaal niet over het doden van Joden. Onzin. En dat het systematisch en ideologisch was, maakt het deugdzamer dan willekeurige moord. Humanisme, seculiere cultuur – dát is de Holocaust. De echte Holocaust is pluralisme. De logica van de nazi’s was consistent. Hitler zei dat een bepaalde groep in de samenleving de oorzaak was van al het kwaad in de wereld en daarom moest die groep worden uitgeroeid. (…) Al jaren schreeuwde God dat het gedaan moest zijn met de diaspora, maar de Joden gehoorzaamden niet. Dat is de ziekte waarvan de Holocaust hen moest genezen. (…) Hitler was de meest rechtvaardige. Natuurlijk had hij gelijk, met elk woord dat hij zei. Zijn ideologie was correct. (…) Alleen wie aan welke kant stond, dat was de enige fout [van de nazi’s].’
Daar stopte de les niet. Studenten leerden ook: ‘Met de hulp van God zal de slavernij terugkeren. Niet-Joden zullen zelf onze slaven willen zijn. Deze mensen kampen met genetische problemen. Vraag een gemiddelde Arabier wat hij wil. Hij wil bezet worden. (…) Ze weten niet hoe ze een land moeten besturen of wat dan ook. (…) Ja, wij zijn racisten. We geloven in racisme. Rassen hebben genetische kenmerken. Dus moeten we nadenken hoe we hen kunnen helpen.’
Natuurlijk wordt dit soort extreme retoriek slechts door een kleine, fanatieke religieuze minderheid openlijk onderschreven. En toch zegt het iets over de denkwijze achter het beleid van de actuele extreemrechtse
regering tegenover de Westelijke Jordaanoever. De situatie in Israël en de bezette gebieden vergelijken met nazi-Duitsland lijkt misschien een absurde overdrijving, en als een niet-Jood deze vergelijking maakt, wordt hij onmiddellijk weggezet als antisemitisch. Maar wanneer vooraanstaande Joodse figuren dit doen, moet er naar hen geluisterd worden. Wanneer een samenleving zichzelf in de ene na de andere laag van tendentieuze zelfrechtvaardiging heeft gewikkeld, dan zijn er ingewijden nodig om de sluier weg te trekken.
Apartheid
Neem het geval van Amiram Levin, voormalig hoofd van het Noordelijke Commando van de Israëlische Strijdkrachten (IDF). In een recente toespraak op de openbare omroep van Israël over de situatie op de Westelijke Jordaanoever, stelde hij dat ‘er daar in 57 jaar geen sprake is geweest van democratie, er heerst totale apartheid. (…) De IDF, gedwongen om daar soevereiniteit uit te oefenen, zijn van binnenuit aan het rotten. Ze staan erbij, kijken naar de relschoppende kolonisten en maken zich medeplichtig aan oorlogsmisdaden.’
Toen Levin werd gevraagd om verder uit te weiden, verwees hij naar nazi-Duitsland: ‘Ik krijg het nauwelijks over mijn hart, maar het is de waarheid. Loop rond in Hebron, kijk naar de straten. Straten waar Arabieren niet langer mogen komen, alleen Joden. Het is precies wat daar indertijd gebeurd is, in dat duistere land.’
Dat een IDF-generaal op rust tot zo’n conclusie komt, getuigt niet alleen van zijn buitengewone ethische houding, het geeft ook aan hoe het daar uit de hand gelopen is. Maar zolang er Israëli’s zijn zoals Levin, is er hoop, want alleen met de solidariteit en steun van mensen zoals hij maken de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever een kans.
Zowel in Rusland als in Israël valt het sociale pact uiteen onder druk van kolonialisme en fundamentele meningsverschillen over basisprincipes. De omstandigheden nopen tot almaar absurdere en extremere manieren om zaken goed te praten. Maar enkel en alleen omdat je een reden kunt bedenken om iets te doen, wil nog niet zeggen dat je het ook móét doen. Wanneer samenlevingen versplinteren, vergt het vaak meer kracht om je te verzetten tegen foute redenen, dan om goede redenen te volgen.© Project Syndicate