Deel 2
Amerika en de EU hebben zich schaamteloos bij Israel gevoegd in het uitbannen en demoniseren van de Hamas regering en in de pogingen om deze regering ten val te brengen door belastingopbrengsten en buitenlandse hulp tegen te houden. Zo ontwikkelde zich een surrealistische situatie waarbij een beduidend deel van de internationale gemeenschap economische sancties oplegde, niet tegen de bezetter, maar tegen de bezetten, niet tegen de onderdrukker, maar tegen de onderdrukten.
Als zo vaak in de tragische geschiedenis van Palestina, werd de slachtoffers hun eigen misere verweten. Israels propaganda machine verspreidde steeds opnieuw het idee dat Palestijnen terroristen zijn, dat zij vreedzame coexistentie met de Joodse staat afwijzen, dat hun nationalisme niet veel meer is dan anti-semitisme, dat Hamas slechts een bende religieuze fanaten is en dat Islam onverenigbaar is met democratie. Maar de simpele waarheid is dat de Palestijnen gewoon normale mensen zijn met normale aspiraties. Ze zijn niet beter maar ook niet slechter dan andere nationale groepen. Waar zij naar streven, boven alles, is een stuk land dat ze hun eigen kunnen noemen, om in te leven in vrijheid en waardigheid.
Zoals andere radicale bewegingen, begon Hamas zijn politieke programma te matigen nadat ze aan de macht waren gekomen. Van de ideologische afwijzing uit zijn beginselprogramma, begon Hamas te bewegen naar een pragmatische invulling van een twee-staten oplossing. In maart 2007 vormden Hamas en Fatah een regering van nationale eenheid die klaar was om met Israel te onderhandelen over een langdurig staakt-het-vuren. Israel, echter, weigerde te onderhandelen met een regering waarvan Hamas deel uitmaakte.
Israel ging door met het spelen van het oude spel van verdeel en heers tussen rivaliserende Palestijnse facties. Eind jaren tachtig had Israel het ontstaan van Hamas ondersteund om Fatah, de seculiere nationalistische beweging geleid door Yasser Arafat, te verzwakken. Nu begon Israel de corrupte en plooibare Fatah leiders aan te moedigen om hun religieuze politieke rivalen te onderwerpen en opnieuw de macht te grijpen. Aggressieve Amerikaanse neoconservatieven namen deel aan dit sinistere complot om een Palestijnse burgeroorlog te ontketenen. Hun inmenging was een belangrijke factor in het uiteenvallen van de regering van nationale eenheid en dreef Hamas ertoe om de macht te grijpen in Gaza in juni 2007 om een coup door Fatah voor te zijn.
De oorlog die Israel ontketende in Gaza op 27 december was het toppunt van een serie van aanvaringen en confrontaties met de Hamas regering. In breder opzicht, echter, is het een oorlog tussen Israel en het Palestijne volk, omdat het volk de partij door verkiezingen aan de macht heeft geholpen. Het officiele doel van de oorlog is om Hamas te verzwakken en om de druk op te voeren totdat de leiders instemmen met een nieuw staakt-het-vuren op Israelische voorwaarden. Het feitelijk doel is te verzekeren dat de Palestijnen in Gaza door de wereld slechts als een humanitair probleem worden beschouwd om op die manier hun strijd voor onafhankelijkheid en een eigen staat te ondermijnen.
De timing van de oorlog werd bepaald door politiek opportunisme. Algemene verkiezingen in Israel zijn gepland voor 10 februari en in de aanloop van de verkiezingen zoeken de belangrijkste kandidaten naar mogelijkheden om hun hardheid te bewijzen. De legertop had zitten mokken om een verpletterende slag aan Hamas uit te kunnen delen om de smetvlek op hun reputatie te verwijderen die het gevolg was van het falen van de oorlog tegen Hezbollah in Libanon in juli 2006. Israel’s cynische leiders konden ook rekenen op de apathie en de machteloosheid van pro-westerse Arabische regimes en op onvoorwaardelijke steun van President Bush in de nadagen van zijn periode in het Witte Huis. Bush gehoorzaamde meteen door alles schuld voor de crisis bij Hamas neer te leggen, voorstellen in de Veiligheidsraad voor een onmiddellijk staakt-het-vuren te vetoën, en Israel vrij spel te geven voor een grond-invasie van Gaza.
Zoals altijd claimt het machtige Israel het slachtoffer te zijn van Palestijnse agressie, maar de volstrekte asymmetrie in macht tussen de twee partijen laat weinig ruimte voor twijfel wie het echte slachtoffer is. Dit is inderdaad een conflict tussen David en Goliath, maar het Bijbelse beeld is omgekeerd – een kleine en weerloze Palestijnse David moet het opnemen tegen een zwaar bewapende, genadeloze en aanmatigende Israelische Goliath. De toevlucht tot brute militaire macht gaat gepaard, zoals altijd, met de schelle rhetoriek van slachtofferschap en een mengelmoes van zelfmedelijden bedekt met zelfrechtvaardiging. In het Hebreeuws is dit bekend als het syndroom van bokhim ve-yorim, “huilen en schieten”.
Het spreekt vanzelf dat Hamas niet een volledig onschuldige partij is in het conflict. Toen Hamas de vruchten van de verkiezingsoverwinning ontzegd werden en Hamas geconfronteerd werd met een gewetenloze tegenstander, heeft Hamas gegrepen naar het wapen van de zwakken: terreur. Militanten van Hamas en Islamitische Jihad bleven aanvallen met Qassam raketten uitvoeren tegen Joodse nederzettingen in de buurt van de grens met Gaza, totdat Egypte een wapenstilstand van 6 maanden bemiddelde in juni van afgelopen jaar. De schade die deze primitieve raketten veroorzaken is minimaal, maar de psychogische impact is enorm, wat ertoe leidde dat de mensen bescherming eisten van de hun overheid. In deze omstandigheden had Israel het recht om te reageren in zelfverdediging maar de reactie op de speldeprikken van de raketaanvallen was buiten ieder proportie. De cijfers spreken voor zich. In de drie jaar na de terugtrekking uit Gaza zijn 11 Israelis gedood door raketten. Aan de andere kant zijn, in de periode 2005-2007 alleen, door de IDF 1290 Palestijnen gedood in Gaza, waaronder 222 kinderen.
(vervolg hieronder)