'De hacks, de privédetectives... de strijd tegen Wirecard was compleet gestoord'
Joost Dobber 12:13
Zes jaar lang publiceerde Financial Times-journalist Dan McCrum kritische artikelen over onregelmatigheden bij het Duitse betaalbedrijf Wirecard. In juni van dit jaar leidden die tot de totale ineenstorting van Wirecard waarbij €24 mrd in rook opging. ‘Alles wees erop dat we te maken hadden met een crimineel bedrijf. Maar ze leken er zo vaak mee weg te komen.’
Er waren momenten, in het donker op de fiets naar huis, dat er een stemmetje opkwam in het hoofd van Dan McCrum. Je bent wel heel kwetsbaar nu, zei dat stemmetje. Stel dat je nu zogenaamd per ongeluk wordt doodgereden, zouden mensen daar dan kritische vragen bij stellen?
Zes jaar lang publiceerde Financial Times-journalist Dan McCrum kritische artikelen over onregelmatigheden bij het Duitse betaalbedrijf Wirecard. In juni van dit jaar leidden die tot een van de grootste fraudezaken uit de Europese geschiedenis: de totale ineenstorting van Wirecard. Wat op de beurs ooit €24 mrd waard was, ging in rook op.
Het was de ontknoping van een lang kat-en-muisspel tussen McCrum en Wirecard. De journalist kaartte misstanden in de boekhouding aan. Het bedrijf ontkende die en probeerde McCrum en de Financial Times in diskrediet te brengen. Die strategie was lang succesvol: beleggers stuwden de marktwaarde van het fintechbedrijf zelfs zo ver op, dat de firma een plekje in de Duitse hoofdindex kreeg. Gevestigde Duitse instellingen, zoals Commerzbank, Handelsblatt en zelfs de Duitse toezichthouder Bafin, keerden zich tegen McCrum.
Maar onder druk van nieuwe onthullingen van McCrum moest Wirecard dit jaar toegeven dat er miljarden euro's zoekgeraakt waren. Het bedrijf bleek een groot deel van zijn klanten en omzet te hebben verzonnen.
‘Diep van binnen was ik er altijd van overtuigd dat het ons zou lukken’, vertelt McCrum. ‘Alles wees erop dat we te maken hadden met een crimineel bedrijf. Maar ze leken er zo vaak mee weg te komen.’
McCrum maakt een ontspannen indruk nu hij vanuit zijn werkkamer thuis via videoverbinding vertelt over de stressvolle strijd met Wirecard. Gekleed in een blauwe trui en met een snor van een paar dagen – ‘deze video-opname wordt niet online geplaatst, toch?’- praat hij over de braakneigingen van de zenuwen, steeds als hij met zijn collega’s op het punt stond een nieuw artikel te publiceren. ‘Je hoopt elke keer dat dit de doorbraak betekent. Maar tegelijkertijd ben je doodsbang dat je een fout over het hoofd hebt gezien, dat dit het stuk is waarmee ze ons kunnen aanklagen.’
Achter hem, op de muur van zijn werkkamer, hangt de Duitstalige poster waarmee de autoriteiten op zoek zijn naar Jan Marsalek, de coo van Wirecard die nog altijd op de vlucht is. ‘Betrug in Milliardenhöhe’ staat er in grote letters boven twee portretten van de Oostenrijker. Miljardenfraude.
Trofee
Zijn chef bij de FT heeft die voor hem laten inlijsten, als trofee. 'Marsalek was altijd de grote tegenstander. Helaas heb ik hem nooit ontmoet.’ Nu zijn de Duitse autoriteiten op zoek naar Marsalek, maar een paar maanden geleden stonden de zaken er nog heel anders voor. Beurstoezichthouder Bafin begon in april zelfs een officieel onderzoek naar McCrum en zijn collega. Ze werden ervan verdacht met hun artikelen te hebben geprobeerd de markt te manipuleren.
‘De FT heeft ons altijd gesteund, maar moest toen toch een intern onderzoek instellen. Ik had de fraude net helemaal door, ik was klaar om te onthullen dat de belangrijkste klanten van Wirecard helemaal niet bestonden. Ik had ze! Maar toen kwam het besef: wacht eens, zelfs de FT onderzoekt mij nu. Komen ze er dan toch mee weg?’
Hij is even stil en begint dan te lachen. ‘Ja, dat was wel een duister moment.’
De journalist kwam Wirecard op het spoor in 2014, na een tip van de Britse hedgefondsmanager Leo Perry. ‘Leo noemde het de best gedocumenteerde boekhoudfraude die hij ooit had gezien. De cijfers klopten niet. Ik kon inderdaad zien dat het bedrijf niet de waarheid vertelde over wie zijn klanten waren.’
Aanwijzingen, geen bewijs
Een eerste serie artikelen, onder de noemer The House of Wirecard , leidde wel tot koersdalingen, maar overtuigde de markt uiteindelijk niet van de gaten in de Duitse boekhouding. ‘Het probleem was dat je niet zomaar het woord fraude kan gebruiken zonder het juiste bewijs. En wij hadden sterke aanwijzingen, maar geen bewijs.’
Bovendien: Wirecard vocht terug. Het bedrijf greep een kritisch rapport van een shortseller – een belegger die profiteert van koersdalingen – aan om te claimen dat de Financial Times onder een hoedje speelde met die zogenaamd kwaadaardige beleggers. Met succes: de Duitse financiële pers nam de beschuldigingen over, net als de analisten van Commerzbank. Op de beurs herstelde (en vermenigvuldigde) de Wirecard-koers.
Buitenlandse vijanden
Wirecard slaagde er goed in om critici af te schilderen als buitenlandse vijanden, zegt McCrum. Bovendien tekenden de accountants van EY ieder jaar netjes voor de jaarrekening. ‘Ik denk dat veel mensen zich er niet in wilden verdiepen, want fintech ging door het dak en er waren destijds niet veel betaalbedrijven om in te beleggen.’
Intussen had Wirecard een clandestiene operatie opgezet tegen McCrum, zijn collega’s en zijn familie. Ingehuurde twitterbots haalden online zijn naam en die van zijn vrouw door het slijk. Hackers ontvreemden emails van de verslaggever en voegden die samen met verzonnen berichten. Zo ontstond een dossier waarmee een nepklokkenluider vervolgens kon ‘bewijzen’ dat McCrum samenspande met hedgefondsen.