De gemiddelde Nederlander houdt er niet van belasting te betalen. Allerlei adviseurs spelen daar handig op in door allerhande fiscale constructies te verzinnen die de belastingdruk verlagen.
Steeds weer blijkt dat onze overheid 'last' heeft van voortschrijdend inzicht. Belastingwetgeving is daardoor niet statisch, maar voortdurend aan verandering onderhevig. Het opzetten van 'slimme' constructies heeft daarom niet zoveel zin.
Ook dit jaar zien we weer dat bepaalde opzetjes hun aantrekkelijkheid verliezen. Laat ik de komende twee weken eens de grote lijnen van een paar van die constructies onder de loep nemen, zonder de ambitie uitputtend te willen zijn.
Als gevolg van de lage rentestand en het relatief hoge forfaitair rendement in box 3, zijn er de afgelopen tijd diverse constructies bedacht om belastingheffing op vermogen te ontwijken. De vraag is of deze constructies, nu het belastingplan voor 2017 is ingegaan, nog steeds interessant zijn.
Kromme redenering
Met ingang van dit jaar is de belastingheffing in box 3 gewijzigd. Het forfaitaire rendement is aangepast van standaard 4% voor al het vermogen in box 3 naar een staffel. Het forfaitaire rendement neemt, naarmate het vermogen in box 3 groter is, vanaf dit jaar toe. De wetgever hanteert tegenwoordig de (kromme) redenering dat naarmate er meer vermogen is, er meer belegd (en minder gespaard) zal worden en dat dit vermogen zo meer oplevert.
Per belastingplichtige is de eerste 25.000 euro vermogen vrijgesteld van heffing. Dit was in 2016 al 24.437 euro, dus dit is een minimale verbetering voor de kleine spaarder. Ook de verlaging van het forfaitaire rendement in de eerste schijf (deze loopt tot 75.000 euro bovenop het vrijgestelde bedrag van 25.000 euro) van 4% naar 2,87% is een verbetering.
De volgende schijf loopt van 75.000 tot 975.000 euro. Het forfaitaire rendement bedraagt voor deze schijf 4,6%, wat hoger is dan voorheen. De laatste schijf is voor vermogens vanaf 1.000.000 euro. Hierop wordt men geacht jaarlijks 5,39% aan rendement te behalen. Net als vorige jaren worden alle forfaitaire rendementen vervolgens belast met een tarief van 30%.
Hoge belastingheffingen ontwijken
Aangezien vermogende belastingplichtigen behoorlijk meer belasting gaan betalen over hun vermogen in box 3, bedachten adviseurs mogelijkheden om de hoge heffing te ontwijken. Een al langer veel gebruikte route loopt via de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) in box 2. In deze bijzondere vorm van een besloten vennootschap is het beleggingsrendement vrijgesteld van (vennootschaps)belasting mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden.
Er werd een tweetal routes in het leven geroepen om via een VBI-heffing in box 3 te ontwijken; via de 'flits-VBI' en via het omzetten van een reguliere BV in een VBI. Hoewel dit de afgelopen jaren interessante vehikels konden zijn om belasting te ontlopen, is het kabinet er in het belastingplan van 2017 in geslaagd om de VBI-routes minder aantrekkelijk te maken.
Bij de flits-VBI wordt het vermogen in box 3 tijdelijk ondergebracht in een VBI. Na de peildatum (1 januari van ieder jaar) wordt het vermogen weer teruggesluisd naar box 3. Hiermee wordt vermogensrendementsheffing voorkomen. Dit 'box hoppen' wordt echter met ingang van dit jaar bestraft met dubbele heffing. Verhuist vermogen binnen achttien maanden van box 3 naar box 2 en vervolgens weer terug, dan wordt dit vermogen in beide boxen in heffing genomen, tenzij de belastingplichtige een zakelijke reden aannemelijk maakt.
5,39% rendement op vermogen
Zette een DGA zijn beleggingsvermogen in de BV permanent om naar een VBI, dan kon dit voorheen zonder af te rekenen over de Aanmerkelijk Belang-claim. Tegenwoordig is dat niet meer mogelijk. Bij het omzetten van een BV naar een VBI moet de DGA nu direct de AB-claim van 25% over de toegenomen waarde van de BV-aandelen afrekenen. Om misbruik te voorkomen is deze maatregel met terugwerkende kracht ingegaan per Prinsjesdag 2016.
Daar bovenop heeft het kabinet besloten het fictief rendement in de VBI te laten aansluiten bij de hoogste schijf in box 3. Dus ook in een VBI wordt ervan uitgegaan dat de belastingplichtige 5,39% rendement heeft behaald op het vermogen.
Martine Hafkamp is algemeen directeur van Fintessa Vermogensbeheer. Fintessa is een zelfstandig, onafhankelijk en gespecialiseerd vermogensbeheerkantoor uit Baarn, en tweevoudig winnaar van de Gouden Stier.
Deze publicatie is samengesteld door Fintessa B.V. De in deze publicatie vermelde gegevens zijn ontleend aan door Fintessa B.V. betrouwbaar geachte bronnen en publiekelijk bekende informatie. Deze publicatie bevat beleggingsaanbevelingen, maar geen beleggingsadvies noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. Voor de juistheid en volledigheid van de genoemde feiten, gegevens, meningen, verwachtingen en uitkomsten daarvan kan Fintessa B.V. niet instaan.
Fintessa B.V. is een beleggingsonderneming en beschikt over een vergunning op grond van de Wet financieel toezicht. Fintessa B.V. staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. Voor de uitgebreide Disclaimer verwijzen wij naar onze website www.fintessa.nl.
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!