Op een vakbeurs in Frankfurt introduceerde Philips gisteren nieuwe toepassingen van ledlampen. Belangrijkste bezwaar tegen de lampen is dat ze duur zijn.
Een ledlamp die in de normale fitting past. Eindhoven, 8 april. Ze zijn honderd keer duurder in de aanschaf, de lampen van de nieuwe vrieskisten van de Britse supermarktketen Sainsbury. Daarin is voor het eerst de energiezuinige ledverlichting van Philips gebruikt. „Binnen drie tot vijf jaar kunnen ze die investering terugverdienen”, zegt Mark Vermeulen van Philips Licht. „Ledverlichting is veel energiezuiniger. Normale lampen worden heet, en dat verdwijnt allemaal in die vrieskou. Toch zonde.”
Ledlampen (led staat voor light emitting diodes) verliezen die energie niet, want ze worden niet heet. Het zijn lampen met een chip erin, in plaats van het gloeidraadje waarmee gloeilampen al honderd jaar worden gemaakt. Om hetzelfde licht te verspreiden als traditionele lampen, spaarlampen of halogeenverlichting, hebben ledlampen vaak maar een paar watt nodig. Ze gaan tien tot twintig jaar mee.
Vermeulen wijst in de demonstratieruimte op het verschil tussen de vrieskast met traditionele verlichting en die met ledverlichting om aan te geven dat de diepvriesproducten in de vrieskasten er in ledlicht ook aantrekkelijker uitzien. „Je moet er dus ook meer mee kunnen verkopen. Maar andere supermarktketens hikken er erg tegenaan om in één keer zoveel geld te investeren.”
Het probleem bij de supermarkten is illustratief voor het probleem dat Philips moet oplossen bij ledverlichting. Over de energiezuinigheid is iedereen het eens, net als duidelijk is dat hun levensduur vele malen langer is dan die van een traditionele lamp.
Vervanging is nauwelijks nodig. Door die twee factoren is de investering in de duurdere lampen meestal in een paar jaar terug te verdienen. Maar de ledlampen blijven erg duur in de aanschaf.
Philips wil een grote sprong maken om de belofte van de nieuwe technologie in te lossen. Rudy Provoost is sinds 1 april de baas van de lichtdivisie bij Philips, die goed is voor een omzet van 7 miljard euro en werk biedt aan 60.000 mensen. Trots wijst hij op zijn bureau op het hoofdkantoor van de lichtdivisie in Eindhoven op een nieuwe designlamp op basis van ledtechnologie, de Ledino (69 euro), die in september in de winkel ligt. Het is een van de nieuwe ledproducten die het Nederlandse concern gisteren op een grote verlichtingsbeurs in Frankfurt lanceerde. Voor allerlei toepassingen, van huis tot auto, van kantoor tot straatverlichting.
Zo is er voor in huis een nieuwe serie ledlampen die in bestaande fittingen van de schemerlamp of plafondlamp past, zowel voor gewone als voor halogeenlampen. Deze lampen zijn de helft zuiniger dan de traditionele lampen, zegt Philips. Hoeveel ze gaan kosten is nog onduidelijk.
De eerste ledlamp voor in kantoren moet zich onderscheiden doordat de lichtsterkte makkelijk aangepast kan worden aan de hoeveelheid daglicht die binnenkomt. Met zijn ledstraatverlichting gaat Philips vanaf juli in ongeveer twintig Europese steden een proef doen.
Provoost moet bewijzen dat Philips niet voor niets ongeveer 4 miljard euro heeft geïnvesteerd in overnames voor zijn lichtdivisie. Voor een deel kocht Philips bedrijven waarvan het concern de technologie in handen wilde krijgen, zoals het Canadese TRI en het Amerikaanse Color Kinetics. Maar Philips investeerde vooral ook in bedrijven als het Amerikaanse Genlyte en het Belgische PLI die volledige armaturen (behuizingen) ontwerpen en de juiste afzetkanalen hebben om ze te verkopen. Zij moeten nu snel meer armaturen met ledtechnologie ontwikkelen, zoals de Ledino.
Provoost, die de afgelopen vier jaren de consumentenelektronica bij Philips heeft geleid: „We staan aan het begin van een revolutie die vergelijkbaar is met de overgang van analoog naar digitaal in de ICT. Wij zijn nu het sterkst en die voorsprong moeten we uitbuiten”, aldus de Belg, die zich sinds januari heeft ingewerkt bij de lichtdivisie.
Philips moet de markt voor ledverlichting zelf ontwikkelen. Het bouwt druk aan een netwerk van architecten en ontwikkelaars en spreekt veel met de beleidsmakers op het gebied van stadsverfraaiing. Zo wordt Buckingham Palace in Londen inmiddels met ledlampen verlicht. „We moeten nu zorgen dat we de eerste klanten echt krijgen. Daarmee kunnen we laten zien wat we kunnen, zodat we naar hen kunnen verwijzen. Zo kunnen we schaalgrootte opbouwen en ledverlichting uiteindelijk goedkoper aanbieden”, zegt Provoost. „Maar daarvoor moeten we eerst de manier van denken veranderen. Mensen moeten in de toekomst de kosten van verlichting gaan berekenen voor hun hele levensloop en niet alleen naar de aanschafprijs kijken.”
Geld verdienen doet Philips nu nog niet met zijn ledlampen. Provoost: „Wij investeren in de winstgevendheid van de toekomst.”