Luc Van der Kelen: "Als het niet meer draait, vraag het dan aan de kiezer"
12/12/16
Luc Van der Kelen kijkt elke maandag met zijn brede blik naar de politieke en maatschappelijke actualiteit. De kijk van Luc lees je elke maandag in Het Laatste Nieuws en op HLN Plus, onze zone exclusief voor abonnees. Uitzonderlijk is het vandaag ook volledig gratis op HLN.be te lezen.
Willy Borsus, de MR-minister van Middenstand, heeft positief geblazen. Er zat dubbel zoveel alcohol in zijn bloed als toegelaten. Zou dat van frustratie zijn, omdat het niet meer marcheert in de regering? Ja ja, lach maar. Niemand onder ons is perfect, ook een minister niet. Laten we het 'illustratief' noemen voor de werking van de federale regering. Het is daar al kijven en blazen onder elkaar en nu raken ze nog aan de drank ook! Het moet de wet van Murphy zijn.
Het mag wel gezegd dat de minister zijn fout toegeeft, de politie niet wereldvreemd noemt en zich neerlegt bij de beslissing om hem een rijverbod op te leggen. Niet al zijn collega's kunnen dat beweren. Dat is al heel wat, tegenwoordig.
Het gaat dus echt niet goed met de federale regering. Het moet een jaar geleden zijn dat we haar toekomst hier situeerden tussen zich herpakken en er nog wat van maken, voortstrompelen tot de verkiezingen van 2018 of 2019 of ermee ophouden, omdat het anders toch allemaal tijdverlies is.
Een jaar later is het vooral strompelen geweest. Een nieuwe baas benoemen van de Spoorwegen, een levensgroot gevecht, een begroting die niet deugt - schande, hervormingen die in het dak blijven zitten omdat niemand van de drie (partijen) de ander nog wat gunt, om uiteindelijk te belanden in een open oorlog met de magistratuur, een gevecht dat een politicus niet kan winnen zonder Turkse methodes.
Einde 2016, pas in de helft van haar levenscyclus, verkeert de regering Michel in een pre-verkiezingsretoriek. Als niks meer gaat, kun je er beter mee ophouden, hoorde collega Wim Van de Velden van 'De Tijd' vorige week langs alle kanten waaien in de Wetstraat, bij sommige voorzitters en ministers.
Het is een logische en terechte conclusie. Dit land kan zich geen de facto stuurloosheid tot 2018, laat staan 2019, veroorloven. Daarvoor zijn de staatsfinanciën onvoldoende op orde. Al even erg zou het zijn om straks in de lente na een summiere begrotingscontrole verkiezingen uit te schrijven: dan zouden we drie jaar na elkaar in een verkiezingssfeer zitten en iedereen weet hoezeer zoiets een land als het onze kan ontregelen.
De wereldeconomie verkeert in volle transformatie. Wie niet meekan met de nieuwe, digitale wereld of het verzuimt door besluiteloosheid, brengt de toekomst van iedereen in acuut gevaar. De burgers zouden dat niet pikken, zoals in vele andere landen al is aangetoond en de kans dat de kiezer hard zal afrekenen met een politieke generatie, die zo hoog van de toren blies bij haar aantreden, is zeer groot.
Deze centrum-rechtse meerderheid steunt sinds de start - of moet ik zeggen "steunde"? - op een gemeenschappelijke overtuiging bij de vier partijvoorzitters om ingrijpende sociaal-economische hervormingen door te voeren en de staatszaken op orde te brengen, de financiën het eerst. Tot vandaag is de regering daar niet in geslaagd en de fundamentele hervormingen blijven in het dak zitten sinds de eerste golf in de periode 2014/15.
Er zijn momenten geweest dat de eerste minister behoorlijk zijn werk deed. Maar sinds de dag dat Kris Peeters "niet meer terugkeerde" naar het begrotingsoverleg bij gebrek aan akkoord over het fiscale beleid, bevindt de regering-Michel zich de facto in permanente crisismodus. Ze kan niet meer besluiten in het meest cruciale beleidsdomein. Dat is ergerlijk en dramatisch. Het betekent dat er in feite geen functionele regering meer is. We moeten nu wachten op een nieuw begrotingsoverlegmoment in de vroege lente, zonder enig uitzicht op resultaat. Wel integendeel, de onenigheid breidt zich uit naar andere domeinen, zelfs de meest onschuldige. Zie op deze pagina een nieuwe uitval van de Vlaamse minister van Verkeer (N-VA) naar de federale (MR). Moeten we dat interpreteren als een opbouw naar een nieuwe communautaire crisis? Zo ja, dan valt één van de cruciale voorwaarden weg die de MR heeft toegelaten om als enige Franstalige partij in een door Vlamingen gedomineerde regering te stappen.
Daarom is er ook maar één conclusie: de eerste minister moet optreden, zijn topministers en partijvoorzitters rond de tafel roepen en een minimumprogramma opstellen waarvoor de vier partijen zich formeel engageren. Als dat niet kan? Dan zijn er nog twee opties: een alternatieve regering met deelname van de PS, wat nog steeds geen levensvatbare optie lijkt, of de voor de hand liggende conclusie: als het niet meer draait, vraag het dan aan de kiezer.