Premium
Het beste van De Telegraaf
Premier Morrison ’bezorgd’ om infiltratiepogingen door Peking
’Chinese spion’ dood in Australische hotelkamer
Door onze redactie buitenland
6 min geleden in BUITENLAND
MELBOURNE - Australische kranten staan - tot woede van Peking - dezer dagen bol met sensationele verhalen over pogingen van de Chinese inlichtingendiensten om te infiltreren in het Australische parlement en de presidentsverkiezingen van 2020 in Taiwan te saboteren.
Het ene verhaal begint bij de dood van Bo ’Nick’ Zhao, een Australiër van Chinese afkomst die onder verdachte omstandigheden in maart van dit jaar dood werd aangetroffen in een hotelkamer in een buitenwijk van Melbourne. Het andere verhaal bij het ’overlopen’ van Wang ’William’ Liqiang, die naar eigen zeggen jarenlang heeft gewerkt voor de Chinese geheime dienst maar nu asiel heeft aangevraagd in Australië en bang is ook binnenkort dood te worden aangetroffen.
Bo ’Nick’ Zhao zou volgens berichten van Channel Nine klaar worden gestoomd om voor de Chinezen te gaan spioneren als hij eenmaal in het parlement was gekozen. De 32-jarige inwoner van Melbourne was sinds 2015 lid van de Liberale partij en kandidaat voor het multiculturele district Chisholm waar veel Chinezen wonen. „Ik heb vernomen dat hij werd opgeleid door de Chinese regering om als kandidaat voor de Liberale partij mee te doen”, zo zegt parlementslid Andrew Hastie. De Australische premier Scott Morrison heeft inmiddels ’bezorgd’ gereageerd op de vermeende infiltratiepogingen.
Zhao was autodealer van beroep en verkocht vooral luxe auto’s. Hij zou zijn benaderd door een Chinese zakenman die bereid was om een miljoen dollar te investeren in zijn dealerschap. In ruil daarvoor moest hij zich kandidaat stellen voor de Liberale Partij.
Een jaar nadat hij dat aanbod kreeg, stapte Bo Zhao naar de Australische AIVD en vertelde hij zijn verhaal. Een paar maanden daarna werd hij dood in zijn hotelkamer aangetroffen. Westerse veiligheidsdiensten vermoeden dat de Chinese investeerder een hoge medewerker is van de Chinese geheime dienst, iets wat de man ontkent.
De chef van de Australische veiligheidsdienst ASIO, Mike Burgess, heeft - zeer ongebruikelijk - inmiddels toegegeven dat zijn dienst de verdenkingen serieus neemt en actief onderzoekt wat ervan klopt.
Duidelijk is in ieder geval dat Bo Zhao boven zijn stand leefde, dat het met zijn zaken niet altijd even goed ging en dat hij werd achterna gezeten door onduidelijke Chinese investeerders die hun geld terug wilden hebben. Kortom, een ideale man om te worden afgeperst of omgekocht door geheime diensten.
De Australische geheime dienst doet ook onderzoek naar het tweede geval, namelijk naar de ’overloper’ Wang ’William’ Liqiang, die publiekelijk heeft gesteld dat hij werkzaam is geweest voor de Chinese geheime dienst.
Zo zou hij in Hongkong hebben gewerkt voor een bedrijf dat in feite een dekmantel was voor de Chinese geheime dienst en betrokken zijn geweest bij het ’verdwijnen’ van vijf boekhandelaren uit Hongkong die naderhand allen in de gevangenis bleken te zitten op het Chinese vasteland. Daarna was hij door de Chinese geheime dienst naar Australië gestuurd waar hij zich moest voorbereiden op een volgende assignment, het verstoren van de presidentsverkiezingen in Taiwan.
Maar in plaats daarvan gaf hij zich aan bij de Australische AIVD en deed een boekje open over zijn vroegere spionnenloopbaan. Teruggaan naar China is voor hem geen optie meer: „Dan ben ik dood”, zei hij tegen Channel Nine.
Beide verhalen worden met kracht door Peking ontkend. Volgens de politie in Shanghai is Liqiang een ordinaire oplichter die gezocht wordt in verband met een nepinvesteringsproject waarbij 960.000 dollar zou zijn verduisterd. Maar in geheime kringen wordt juist gesteld dat dit soort ’oplichtersverhalen’ in feite niets meer zijn dan een verzekeringspolis. Klap je uit de geheime school, dan wordt je meteen gebrandmerkt als oplichter.
In veel Westerse landen wordt de laatste jaren met toenemende zorg gekeken naar de opkomst van Chinese geheime diensten. Zo is bekend dat die zeer actief zijn in de Canadese stad Vancouver die een grote Chinese gemeenschap kent.
Daarbinnen geldt echter een ’omerta’, want praten daarover brengt grote risico’s met zich mee. Zo hebben veel Chinese Vancouverianen nog familie wonen in hun land van oorsprong en zijn ze voor hun inkomen veelal ook afhankelijk van handel met hun moederland. Westerse veiligheidsdiensten schatten in dat een groot deel van de gesloten Chinese gemeenschap op de een of andere manier hand- en spandiensten verleent aan Chinese spionnen.