Art. van J. Dekker, Beursexpres:
OctoPlus heeft wat duidelijkheid geschept over de gevolgen van het faillissement van Biolex, de Amerikaanse partner bij de ontwikkeling van het middel Locteron. Directe consequentie is dat het Leidse biofarmaceutische bedrijf de in bezit zijnde aandelen in Biolex helemaal zal afschrijven, een last die meteen bij de aanstaande halfjaarcijfers zal worden genomen. Deze aandelen in het niet-beursgenoteerde Biolex waren eind 2008 ontvangen als onderdeel van de vergoeding voor het toen met de Amerikanen afsluiten van de exclusieve licentie- en productieovereenkomst voor Locteron, en stonden voor een bedrag van 1,3 miljoen euro op de balans. Met de overeenkomst lagen de risico’s bij de verdere ontwikkeling van het middel bij Biolex. Naast afgesproken mijlpaalbetalingen en royalty’s in het geval het product uiteindelijk de markt zou halen, verrichtte OctoPlus ontwikkelings- en productiewerk voor het Amerikaanse bedrijf tegen een vast uurtarief of een vaste prijs per productiebatch. Vanuit dat werk staan ook nog voor 1,9 miljoen euro aan vorderingen op Biolex open, waarvan 0,8 miljoen euro als vergoeding voor het gedurende dit jaar annuleren van productieopdrachten en waarbij het bedrijf eerder (jaarverslag) al op het relatief hoge debiteurenrisico had gewezen. Wat dat betreft komt het faillissement ook niet helemaal uit de lucht vallen. Belangrijke vraag is nu of er een gegadigde is die de rechten op Locteron uit de failliete boedel van Biolex wil kopen en de ontwikkeling verder ter hand wil nemen, maar los daarvan is het niet alleen Locteron waar het bij OctoPlus om draait.
OctoPlus is in 1995 opgericht en begonnen als dienstverlener die kleinere biotechbedrijven hielp bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, namelijk wat betreft de wijze van toediening. Door een overname werd in 2003 de PolyActive-technologie binnengehaald, een technologie waarbij een al bestaand medicijn wordt ingekapseld in biologisch afbreekbare bolletjes (polymeren) waardoor de afgifte van het medicijn geleidelijk kan plaatsvinden met alle voordelen van dien (kortweg gezegd een betere balans tussen effectiviteit en veiligheid). Met die technologie in handen leek het toen een logische stap om zelf ook eigen producten te gaan ontwikkelen. Het zelf ontwikkelen van nieuwe medicijnen gaat zoals een ieder zal weten gepaard met zeer hoge kosten, en dat heeft zich bij OctoPlus in die jaren laten voelen met een opeenstapeling van verliezen en in het verlengde daarvan een uitholling van de financiële positie. Bijna vier jaar geleden is het roer daarom weer om gegaan en de stap om zelf ook eigen producten te gaan ontwikkelen teruggedraaid. In dat kader is eind 2008 dan ook de overeenkomst met Biolex afgesloten.
Belang van Locteron
Dat de Amerikanen de verdere ontwikkeling van Locteron (middel tegen chronische hepatitis C) toen ter hand namen, wil niet zeggen dat het middel niet meer belangrijk zou zijn voor OctoPlus, integendeel. Naast het te verrichten werk voor die ontwikkeling, de eventuele mijlpaalbetalingen en uiteindelijk de mogelijke royalty’s, is Locteron vooral ook gewoon het verst gevorderde product dat met de technologie van het Leidse bedrijf wordt ontwikkeld. Validatie van die technologie door een succesvol product is belangrijk, omdat het op maat maken van de geleidelijke afgifte bij een breed scala aan medicijnen kan worden toegepast (medicijnen waar orale toediening niet geschikt is en er een injectie aan te pas moet komen). De ontwikkeling van Locteron was tot aan de derde klinische fase gevorderd, Biolex was ook op zoek naar een commerciële partner om deze duurste fase in het hele ontwikkelingsproces te kunnen bekostigen. Die zoektocht is dus zonder succes gebleven. Vraag is nu of een partij zal opstaan die de rechten op Locteron uit de boedel van Biolex zal kopen. Mocht dat gebeuren, dan is die partij onder het bestaande contract aangewezen op OctoPlus om het materiaal te maken dat nodig is voor de verdere ontwikkeling, in dit geval de nog te beginnen derde klinische fase. Relevant is vooral ook dat OctoPlus onder dat contract recht heeft op verschillende mijlpaalbetalingen, waarvan als eerste (ongeveer $13 miljoen) op het moment dat met de laatste klinische fase wordt begonnen. Voor alle duidelijkheid, het ontbreekt OctoPlus eenvoudigweg aan de middelen om de zo dure verdere ontwikkeling zelf weer ter hand te nemen, iets dat ook bepaald niet logisch zou zijn gezien de in 2008 genomen beslissing om als het ware weer terug te keren naar de oorsprong van het bedrijf en het voor eigen rekening en risico zelf ontwikkelen van eigen producten voortaan weer uit de weg te gaan.
Veel meer dan Locteron alleen
In dit kader mag ook bedacht worden dat het omvallen van partner Biolex in meerdere opzichten een fikse tegenvaller is (van het pakket aandelen, de openstaande vorderingen, de omvangrijke eerste mijlpaalbetaling die in zicht was, tot aan de validatie van de technologie), maar dat OctoPlus veel breder actief is dan met Locteron alleen. Rode draad is de knowhow wat de toedieningsvorm aangaat. Van oudsher helpt het bedrijf een grote verscheidenheid klanten (vorig jaar 36) bij het in de kliniek of op de markt brengen van hun producten, specifiek door het ontwikkelen van formuleringen, het leveren van analytische diensten en kleinschalige productie (het leveren van materiaal voor klinisch onderzoek). Ook worden met enige regelmaat evaluatiecontracten met klanten getekend, voor een project waarin wordt geëvalueerd in welke mate het medicijn van de betreffende klant een goede combinatie vormt met de formuleringstechnologie van OctoPlus (het gaat in de regel om al bestaande medicijnen, maar denk ook aan generieke medicijnen oftewel medicijnen waar het patent van is afgelopen of binnenkort afloopt; het bedrijf ziet in dat laatste een grote markt in het verschiet, ook aantrekkelijk vanwege het beduidend kortere ontwikkelingstraject). Zoals gezegd is met die technologie een geleidelijke afgifte van het medicijn mogelijk, iets dat zowel de effectiviteit als de veiligheid van het middel ten goede kan komen. Komt in één keer teveel van het actieve bestanddeel van het middel vrij kan dit bijwerkingen veroorzaken, komt te weinig vrij gaat dit ten koste van de effectiviteit. Goed maar nog enigszins op zichzelf staand voorbeeld van een evaluatiecontract is het project dat in 2009 voor ESBATech, dat deel uitmaakt van Novartis, is begonnen voor een oogmedicijn. Waar het contract begin vorig jaar werd uitgebreid, is het project uitgegroeid tot een volledig ontwikkelingstraject inclusief aanvullende preklinische studies en heeft het een substantiële bijdrage geleverd aan de omzet zoals OctoPlus die vorig jaar heeft behaald.