Fatsoen is het breekijzer van de democratie
=====================================
Amerikaanse verkiezingen Hoffelijkheid in de politiek is niet louter een fatsoensnorm, schrijft Ian Buruma. Het onbeschofte gedrag van schooier Trump in het debat met Biden was ook een ondermijning van het democratisch spel.
Brian Snyder / Reuters uit NRC
Er wordt weleens schamper gedaan over mensen die roepen om meer respect, of zelfs een mate van beleefdheid in het politieke debat, vooral in Nederland. Kwetsen moet kunnen, hoor je dan. Daar moet je maar tegen kunnen. Recht voor zijn raap is goed. Hoffelijkheid wordt in protestantse kringen, of kringen die daarvan afstammen, vaak gezien als achterbaks, iets voor gladde Jezuïeten.
Toch is er een reden voor ritueel, traditie, en goede manieren in het openbare leven en de politiek. Dat rechters toga’s dragen, Britse politici elkaar aanspreken als ‘my honorable friend’, en beschaafde mensen elkaar na een vurig debat de hand schudden, heeft een functie. Vormelijkheid is niet alleen een soort esthetische hang naar achterhaalde traditie of ouderwetse manieren.
Het gaat ook niet zozeer om het tonen van respect aan bepaalde individuen. Het respect geldt de functie die zij bekleden, en daarmee de instellingen die zij vertegenwoordigen. Dit is een kwestie van legitimiteit.
Debat, oppositie, botsende belangen, zijn onontbeerlijk in een democratisch systeem. Niet alleen onontbeerlijk; daar draait eigenlijk alles om. Het systeem van politieke vertegenwoordiging is een manier om conflicten op vreedzame manier op te lossen. Maar dat lukt alleen als alle partijen het eens zijn over de regels van het spel, en elkaar misschien niet mogen maar wel beschouwen als legitieme spelers. Vandaar die ‘my honorable friend’ in het parlement van Westminster.
Totale minachting
Het eerste wat demagogen daarom doen om naar de macht te grijpen is de legitimiteit van openbare instellingen te ondermijnen: „De rechterlijke macht is gestoord” (Geert Wilders), „breek het partijkartel” (Thierry Baudet), „dit nepparlement” (wederom Wilders).
Het doel is om de liberale democratie en de onafhankelijke rechtspleging te vervangen met het ‘Führerprinzip’, de grote leider die zich vereenzelvigt met de ‘gezonde volksgevoelens’.
Dit is waarom we de haast ongelooflijke onbeschoftheid van Donald Trump in het debat met Joe Biden ernstig moeten nemen. Je zou kunnen betogen dat de wederzijdse scheldpartij, hoewel vulgair en onhebbelijk, toch een teken is dat de VS nog ver staan van een autoritaire staat.
Een Poetin, een Modi, of een Orbán, laat staan een Xi Jinping, laat zich niet kraken op de manier waarop Biden dat deed („de slechtste president ooit”, etc.).
Maar wat Trump – die veel meer raasde en tierde dan de vrij onverstoorbare Biden – deed was veel erger dan grof en ordinair. Zijn totale minachting voor Biden, die hij nauwelijks aan het woord liet, was een aanval op zijn legitimiteit als een politieke opponent.
Erger nog, hij gaf aan dat hij alle oppositie tegen zijn regime ziet als illegitiem. Democraten in Trumps wereldbeeld zijn geen politieke rivalen, die opkomen voor andere belangen; het zijn vijanden, volksvijanden.
Wat Trump zei was in ieder geval recht voor zijn raap. Je kon hem niet misverstaan. Op de vraag of hij, Trump, zich zou neerleggen bij het resultaat van de verkiezing, verklaarde hij dat hij zijn overwinning zeker zou aanvaarden. Maar als Biden meer stemmen zou krijgen, dan was de verkiezing duidelijk frauduleus. Met andere woorden, in het hoofd van de president is er maar één legitiem resultaat mogelijk: zijn triomf.
Hoe gevaarlijk dit is bleek al onmiddellijk toen een groot aantal Trump-aanhangers van hun angst betuigden dat de verkiezing zou uitlopen op bedrog. Zij herhaalden de volstrekt onbewezen stelling van de president dat stemmen per post onherroepelijk zou leiden tot bedrog in het voordeel van de Democraten. Zij geloven bij voorbaat al niet meer in de legitimiteit van de verkiezing. Die gevoelens worden via Fox TV, rechtse volksmenners op de radio, en ontelbare internetsites, opgehitst.
PRAAT MEE MET NRC
Onderaan dit artikel kunnen abonnees reageren. Hier leest u meer over reageren op NRC.nl .
Basisvoorwaarde van de democratie
Zonder een redelijk vertrouwen in het spel van de democratie, in de goede trouw van de spelers, en de rechtmatigheid van het resultaat, kan democratie niet functioneren. Dit klinkt wellicht naïef. Gezien de uitzonderlijke invloed van het grote geld op de Amerikaanse politiek, de enorme verschillen tussen arm en rijk, en het cynisme van veel politici, is het niet meer dan redelijk om het systeem te wantrouwen en het democratische ideaal in de VS met een korreltje zout te nemen.
Dit is allemaal waar. Maar het betreft hier iets zeer wezenlijks, in de VS, en in alle democratisch geregeerde landen. De basisvoorwaarde van een functionerende democratie, in een parlementair systeem even goed als in een presidentieel systeem, is dat men zich neerlegt bij het resultaat van verkiezingen, ook als dat betekent dat mensen waar je niet op hebt gestemd aan de macht komen.
Donald Trump heeft al gezegd dat hij zich niet aan deze basisvoorwaarde zal houden. Hij heeft goede redenen om dit te doen. Als privé-burger krijgt hij te kampen met enorme financiële schulden en eindeloze rechtszaken, waardoor hij weleens in de gevangenis terecht zou kunnen komen.
Maar hij dreigt veel van zijn aanhangers mee te sleuren in zijn moedwillige afbraak van de Amerikaanse democratie. En dat gaat op z’n minst leiden tot chaos en geweld, als hij verliest. En als hij wint… daar probeer ik even niet al te veel aan te denken.