Van de helikopter naar de loopgraven: Russische paratroepers moeten brandjes blussen aan het front
onze redactie buitenland
2 uur geledenin Buitenland
MOSKOU - Russische paratroepers worden gezien als elite-soldaten. De ’Vozdoesjno-Desantnje Voiska Rossii’ (VDV) zijn specialistische troepen die vooral excelleren in offensieve acties. Toch zullen ook de blauwe baretten, de bijnaam die ze danken aan de kleur van hun hoofddeksel, de loopgraven in moeten om de Russische linies te verdedigen tegen het Oekraïense offensief dat nog altijd voortduurt. Een veelzeggende noodgreep.
De Russische luchtlandingstroepen zijn flink uitgedund gedurende anderhalf jaar oorlog. De bevelhebber van de eenheid, generaal Mikhail Teplinski, erkende begin augustus op de legeromroep Zvezda dat ruim 8.500 van zijn manschappen gewond zijn geraakt in Oekraïne. „Meer dan vijfduizend paratroepers zijn teruggekeerd naar het front na behandeling en drieënhalfduizend gewonden weigerden zelfs de frontlinie te verlaten”, aldus Teplinski.
Het klinkt als stoere taal van de generaal. Mijn mannen zijn bikkels die niet terugschrikken voor schot- of andere wonden, lijkt de boodschap. Maar lees tussen de regels door en er ontstaat een ander beeld. De VDV is opgebouwd uit een aantal divisies en brigades en heeft een totale sterkte van circa 40.000 man. Al meer dan een vijfde van hen is dus gewond geraakt op zo’n manier dat ze weer aan de strijd konden deelnemen. Maar Teplinski zegt niets over het aantal gewonden dat niet meer terug kon naar de frontlinie, laat staan over het aantal gedode paratroepers.
Gedurfde aanval
Dat er militairen van de VDV zijn gedood in Oekraïne, staat zonder meer vast. Zo vormden de luchtlandingstroepen de speerpunt van de invasie op 24 februari 2022. Met een gedurfde aanval in helikopters op het Antonov-vliegveld in Hostomel, een voorstad van Kiev, wilden de paratroepers een bruggenhoofd creëren om zo luchttransport mogelijk maken naar de achtertuin van de Oekraïense hoofdstad. Maar wat de Russen niet wisten was dat de Oekraïners hen op stonden te wachten.
Kiev was door de Amerikaanse inlichtingendiensten geïnformeerd over de naderende aanval op de luchthaven. Daardoor konden verschillende helikopters gevuld met Russische paratroepers neergehaald worden, voordat ze hun doelwit überhaupt hadden bereikt. De troepen die wel rond het Antonov-vliegveld wisten te landen, moesten twee dagen lang felle strijd leveren om dat uiteindelijk te veroveren en hadden daar versterkingen voor nodig die vanuit Wit-Rusland waren komen rijden.
Pyrrusoverwinning
Rusland kraaide victorie, maar militaire analisten kwalificeerden de verovering van het vliegveld wel als een pyrrusoverwinning. De startbanen waren niet meer bruikbaar, waardoor de belangrijkste doelstelling van de aanval – een bruikbare luchthaven nabij Kiev innemen om versterkingen te kunnen invliegen – was mislukt. Bovendien was het een kostbare overwinning geweest, want zeker 300 Russische paratroepers stierven op of rond het Antonov-vliegveld. Het aantal gewonden lag vermoedelijk nog veel hoger.
De Oekraïense verdedigers deelden nog de grootste klap uit aan het imago van de Russische strijdkrachten in het algemeen en de blauwe baretten in het bijzonder. In de eerste dagen van de Russische invasie werden die nog als schier onoverwinnelijk beschouwd. De Oekraïners toonden echter aan dat de paratroepers – en daarmee de Russen – met een spijkerharde verdediging en goede inlichtingen op z’n minst opgehouden, zo niet tegengehouden konden worden. Dat was precies de boodschap waar Oekraïne behoefte aan had tijdens die eerste dagen van de invasie.
Brandjes blussen
Anderhalf jaar later zijn de VDV-troepen niet meer de punt van een invasie, maar een soort spuitgasten die brandjes moeten blussen op verschillende plekken langs het front. Zo zouden de paratroepers deze week actief zijn in de buurt van het dorpje Robotyne in het zuiden van Oekraïne, waar Oekraïense troepen door de eerste Russische verdedigingslinie zouden zijn gebroken. Volgens Russische milbloggers hebben ze daar een Oekraïense aanval afgeslagen, al voegen ze daaraan toe dat het gevaar nog niet zou zijn geweken.
De blauwe baretten zijn deze week ook gezien honderden kilometers verderop, in Oost-Oekraïne rond de fel bevochten stad Bachmoet, aldus het Institute for the Study of War (ISW), een Amerikaanse denktank. Daar vochten ze samen met een eenheid Spetsnaz, de special forces van het Russische leger. Zonder veel succes overigens: bij de aanval waaraan ze deelnamen, zou geen terreinwinst zijn geboekt. Eerder waren de VDV-troepen ook al in dit gebied actief, om de gaten te vullen die waren gevallen door het vertrek van de Wagner-strijders na hun afgeblazen putsch eind juni.
Riskante strategie
„Deze verspreide inzet suggereert dat de Russische strijdkrachten elite-eenheden gebruiken om kritieke sectoren van de frontlinie te versterken”, schrijft het ISW. En dat is een riskante strategie, waarschuwt de denktank: „Het opgebruiken van deze troepen zal Ruslands vermogen om complexe defensieve operaties uit te voeren waarschijnlijk sterk verzwakken en zo goed als zeker Russische pogingen verstoren om grootschalige offensieve operaties uit te voeren, die in sterke mate leunen op elite infanterie waar Rusland inmiddels een tekort aan heeft.”
En dat is nog maar de relatief korte termijn. De kostbare inzet van de blauwe baretten, in termen van manschappen en materieel, zal ook op de langere termijn worden gevoeld door Rusland. Een simpele infanterist is een stuk makkelijker te vervangen dan een paratroeper die jarenlang heeft getraind om een specialist te worden. Volgens een schatting van het ISW zijn al zeker 15,000 paratroepers gewond geraakt of gedood gedurende anderhalf jaar oorlog. Die verliezen kunnen niet zomaar worden goedgemaakt door een nieuwe lichting dienstplichtigen op te roepen.