Is het beter om te beleggen in opkomende markten met een landenfonds of om te kiezen voor een bredere strategie? Rob Marshall-Lee, teamleider Asian & emerging markets bij Newton, stelt dat fondsen die in een specifiek land beleggen aantrekkelijkere rendementen kunnen behalen. Dat doen zij echter vaak wel met een hogere volatiliteit.
Landenfondsen hebben ondanks de hogere volatiliteit toch een aantrekkingskracht op beleggers. Verklaarbaar vindt Marshall-Lee, die zelf erg enthousiast is over India. Toch waarschuwt hij ervoor dat de aantrekkelijkheid van een landenfonds toeneemt als een markt erg goed presteert, zoals in India.
Maar dat India sinds 2001 beter presteert dan de MSCI EM-index, daar zitten ook negatieve kanten aan. Zo lopen beleggers volgens Marshall-Lee het gevaar om in te stappen als de markt zich op zijn hoogtepunt bevindt.
Lees ook: 'Komende jaren 10% rendement op aandelen Europa'
Een voordeel van een wereldwijde opkomende markten-strategie ten opzichte van kiezen voor een specifiek land, is dat er in tijden van mindere prestaties andere regio's zijn die wel goed presteren.
Om te illustreren dat een landenfonds een valkuil kan zijn, wijst Marshall-Lee op Brazilië. Brazilië liet prachtige prestaties zien, toen grondstoffen aan het begin van de eeuw een vlucht namen. Ook was er een opleving na de financiële crisis in 2009 toen China opkomende markten stimuleerde. Kort daarna stortte de markt in. Op dit moment ziet Newton geen kansen wat betreft Braziliaanse waardeaandelen.
Beleggen aan de hand van een wereldwijde opkomende markten-strategie biedt de mogelijkheid om kapitaal te schuiven naar waar de vooruitzichten het beste zijn, iets wat Marshall-Lee zelf ook doet.
Lees ook: Tien stabiele dividendaandelen
Meld u aan voor de Belegger.nl dagelijkse nieuwsbrief
en blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de beurs!