May hijst de witte vlag, maar drama is niet voorbij
Eigenlijk is het tenenkrommend om een machtige natie als het Verenigd Koninkrijk te zien dansen naar het pijpen van een parmantige Franse bureaucraat.
Niets ten nadele van Michel Barnier. De Savoyard die onderhandelt over de brexit, is bekwaam, kent de weg in economische en veiligheidspolitieke dossiers en is politiek door de wol geverfd. Hij is ook meer dan een tikje ijdel. Een man van 1,88 meter heet dan al snel hooghartig.
Bij een speech in Berlijn kreeg die eigenschap deze week even de overhand. Tegen de achtergrond van zich terugtrekkende Amerikanen, Trump en Isis plegen de Britten niets minder dan vaandelvlucht, vindt Barnier. Hij somde ook even op wat hun 'betreurenswaardige beslissing' betekent: de minister van defensie zit niet meer bij de EU-ministerraad, de ambassadeur niet bij het Politiek en Veiligheidscomité, ze kunnen geen Europese militaire operaties of gevechtstroepen leiden en geen lid zijn van het Europese Defensie Agentschap of Europol.
Het zijn feitelijke constateringen. Om dat ook tot Londen te laten doordringen hebben de 27 de onderhandelingen toevertrouwd aan iemand uit het enige EU-land dat de Britten op militair vlak recht in de ogen kan kijken. Het brengt de tabloids tot opperste razernij, maar als het schuim eenmaal van hun lippen is geweken, blijft de boodschap wel hangen.
De Britten van verraad betichten, gaat wat ver, maar enige triomfalisme zij Barnier vergeven. In juli zei Boris Johnson nog dat de EU kan fluiten naar zijn centen. Het ziet er echter naar uit dat premier Theresa May maandag bij een lunch met Jean-Claude Juncker de zeilen zal strijken. Van nul naar €50 mrd in vier maanden is een vernederende afgang, zeker als je bedenkt hoe Margaret Thatcher de EU-leiders deed sidderen. Dat Downing Street de jobstijding liet lekken op de dag dat het land nog vol was van de prinselijke verloving zegt genoeg.
May gaat door de knieën, omdat ze pas kan doorstoten naar de volgende ronde als de 27 andere regeringsleiders over twee weken constateren dat er genoeg zicht is op een regeling van de geldkwestie, de rechten van EU-burgers, de rol van het Europese Hof en de Ierse grens. De diepe buiging weerspiegelt de onevenwichtige verhoudingen. Net als bij de toetreding van nieuwe lidstaten kan de EU niet verliezen, althans niet meer dan de Britten.
Hoe hoog of laag aspirant-leden ook springen, telkens wijzen de EU-onderhandelaars op een dik boekwerk, waar Acquis op staat. Het bevat alle EU-wetgeving en jurisprudentie van het Hof, onderverdeeld in 31 hoofdstukken. Wie erbij wil horen, moet het regel voor regel slikken. Wie eruit wil, moet afpellen. En voor elke activiteit waar de Britten nog op willen intekenen, moeten ze niet alleen het EU-kader dulden, maar ook cash afrekenen.
Alleen over overgangstermijnen en buitenissige gebiedsdelen valt altijd te praten. Zo bleven de Kanaaleilanden en Man bij de Britse toetreding in 1973 grotendeels buiten het verdrag. Een dergelijke constructie, maar dan omgekeerd, is misschien ook nodig om het netelige dilemma rond Noord-Ierland uit de weg te ruimen.
Niemand wil weer een fysieke grens, maar die is onontkoombaar zolang de Britten volhouden dat ze de interne markt en de douane-unie inruilen voor de vrijheid om handelsakkoorden te sluiten met bijvoorbeeld de VS. De angel kan pas uit de Ierse kwestie worden gehaald, als Londen inziet dat er minder muziek zit in dat vrijgezellenbestaan dan voor de brexit is beloofd. Barniers provocaties dienen om dat besef te doen rijpen.
Maar voor die omslag - zo die er ooit komt - is het nog zeker een paar maanden te vroeg, terwijl dit voor de Ieren wel het moment is om hun veto te gebruiken. Er is dus ook een tactisch dilemma. Het wachten is nog op een formule die Dublin enige zekerheid biedt over eensluidende regelgeving op het hele eiland, maar May toch in staat stelt haar koninkrijk verenigd te houden.