Denken kan geen kwaad
TON BOOT ’In deze coronacrisis ontbreekt het vertrouwen tussen het volk en de regering’
Op de tachtigste verjaardag van Ton Boot, op 16 oktober, verschijnt het magnum opus van de succescoach. ’Voorkom de crisis!’ - De methode-Ton Boot – is voor ieder zichzelf respecterend coach verplichte kost. „De kracht van het boek is dat het aanzet tot nadenken. Dat kan geen kwaad.”
Met de ’neerwaartse spiraal’ als thema heeft Ton Boot een must read voor coach- en trainersopleidingen geschreven waar leidinggevenden in het bedrijfsleven net zo goed hun voordeel mee kunnen doen. Het is in de Nederlandse taal het best en meest begrijpelijke boek dat is geschreven over coaching, het moeilijkste en meest ongrijpbare beroep. In de huidige coronacrisis verdient Boots methode zelfs de aandacht van beleidsbeslissers als Mark Rutte, Hugo de Jonge en Jaap van Dissel.
„Ik geef handvatten voor crisisbestrijding. Het is altijd pappen en nathouden, symptoombestrijding en dat werkt niet. Natuurlijk is de oorzaak vaak moeilijk te vinden of bijzonder complex zoals in de huidige coronacrisis. Een eenduidige oplossing bestaat niet. Maar door eerlijk te zijn en duidelijkheid te scheppen in een goede organisatiestructuur in een zuiver klimaat, val je niet zo lang en diep dat er sprake is van een neerwaartse spiraal of crisis. De cultuur van de goede gewoonte, noem ik het altijd. Simpel gesteld: voorkomen is beter dan genezen.”
De coronacrisis had dus voorkomen kunnen worden?
„In crisistijd is de vertrouwensrelatie tussen mensen het belangrijkste. Eerlijkheid staat bovenaan en daarna komen duidelijkheid en competentie, want dat zorgt voor zekerheid. Weten waar je aan toe bent. In deze coronacrisis ontbreekt het vertrouwen tussen het volk en de regering omdat aan twee criteria niet wordt voldaan: duidelijkheid (transparantie) en consequent zijn. Iedereen laat zijn eigen idee erop los en doet wat hem of haar goeddunkt. Zo versterk je de neerwaartse spiraal. Leiding vanuit de overheid ontbreekt.”
Ton Boot vierde successen als basketbalcoach, maar al tijdens diens carrière ontgroeide hij die sport. Structureel nam hij na drie tot vier jaar een sabbatical om een burn-out te voorkomen en ter heroriëntatie. In die vrije tijd stak hij zijn licht op bij coaches die in de top actief waren in andere takken van sport. Bij teamcoaches zoals hijzelf en coaches van individuele sporters.
Als twintiger stond Boot al langs het trainingsveld bij Ajax, toen Rinus Michels bezig was met Johan Cruijff en Piet Keizer. „Niet met het idee om coach te worden, want tot het einde van mijn spelerscarrière als late dertiger vertoonde ik vervelend pubergedrag. Dat heeft me wel zeer geholpen als coach. Met wie kun je beter dieven vangen dan met dieven?”
Als coach stond Boot bekend om zijn zwart-wit-benadering, compromisloze houding, zijn monomane werkwijze en z’n volstrekt eigen logica. ’Wie goed speelt, is niet bezig met de tegenstander, scheidsrechter of toeschouwers’. Dus verbood hij zijn spelers zich daar, op straffe van een wissel, mee te bemoeien.
Boot was en is ook altijd een luis in de pels geweest als speler, coach, als columnist van De Telegraaf en op zijn tachtigste in zijn eigen meesterwerk. Vooral bestuurders vreesden z’n toorn en ontkwamen niet aan verhullende teksten. „Gebrek aan transparantie leidt tot speculatie en vervolgens tot onrust.”
Waar kwam de drang vandaan om dit boek te schrijven?
„Niet bij mij, maar bij PSV-directeur Toon Gerbrands. Ik kijk nooit terug in mijn leven. Er is een documentaire over mij gemaakt die ik nooit heb gezien en niet hoef te zien. Ook een biografie aan mij gewijd heb ik niet gelezen. Gerbrands triggerde me. Aan de hand van het thema ’neerwaartse spiraal’ – daarover is nauwelijks enige literatuur beschikbaar, terwijl iedere coach ermee worstelt – ben ik de uitdaging aangegaan. Het schrijven duurde anderhalve maand en ik heb ervan genoten. Van het bewustzijn wat je hebt gedaan als coach. Het werd steeds leuker om terug te kijken.”
Ineens zat je heel dicht op je werkwijze als coach.
„Dat was niet mijn bedoeling, want ik hou er niet van om over mezelf te praten. Hoor die opschepper, zeggen ze dan. Al zal het me worst zijn. Alleen kwam ik snel uit bij mezelf toen ik trachtte een crisis met alles daaromheen te vatten. Dan peur je uit eigen ervaring en door het boek heen krijg je de methode Ton Boot voorgeschoteld. Het verbaast me nog het meest dat ik zo anders was dan andere coaches. Een bottere lul is er niet en tegelijkertijd wist ik niet dat ik zo wijs was, haha.”
Verklaar je nader?
„Ik trok me totaal niets van de omgeving aan. Mijn norm was de norm, goed is goed en slecht is slecht. Daarin isoleerde ik de groep. Ik eiste één aanspreekpunt: de voorzitter. Hij was de enige met wie ik een conflict kon hebben. Verder liet ik me niets gelegen liggen aan publiek, scheidsrechters, directie, media, familie of wie dan ook. Ik sneed alle lijntjes af. Krijg je de spelers mee in die bubbel, dan ben je de concurrentie een stap voor. Dat is altijd gelukt. Simpel: wie niet meeging, viel af.”
Je werd weggezet als levensvreemd.
„Daar leek het op voor buitenstaanders. Die gaan me begrijpen als ze het boek lezen. Ik ga uit van drie werkelijkheden: maatschappelijk, sportief en juridisch. Zij verhouden zich slecht tot elkaar, zijn in wezen drie zelfstandige bubbels. In de maatschappij lieg ik me suf, omdat ik me anders niet handhaaf. Als coach heb ik nooit gelogen of compromissen gesloten. Nooit, ik was altijd consequent tot in het extreme. De vertrouwensrelatie tussen mij en de spelers was het belangrijkste. Wie flexibel is, schept onduidelijkheid en boet in aan geloofwaardigheid.”
„Kom je met die sportwerkelijkheid bij de rechter, dan sta je zo buiten. Wil je een speler ontslaan omdat die de vertrouwensrelatie met de coach heeft geschonden; je maakt geen schijn van kans. Toch heb ik hier tijdens mijn carrière geen concessies aan gedaan.”