Libanon is bang, voor Israël èn Hezbollah
Gepubliceerd op vrijdag 14 juli 2006
- ANALYSE -
De situatie in Libanon is in meer dan tien jaar niet zo bedroevend geweest. Nadat woensdagmorgen twee Israëlische soldaten door de Hezbollah zijn gekidnapt, domineren beelden van een verwoest land het nieuws.
De timing is delicaat; het land wordt gezogen in een nieuw conflict terwijl het Zwitserland van het Midden-Oosten net bezig was aan een comeback. In de eerste helft van het jaar steeg de hoeveelheid toeristen met 50 procent, dat is nu in één klap weg.
Kritiek op de vechtende partijen komt vanuit de hele wereld. De ontvoering van twee soldaten wordt door de internationale gemeenschap gezien als ‘uiterst onverstandig’, de vergeldingsactie van Israël als disproportioneel. Alle Arabische landen werken hard achter de schermen en hebben een vergadering gepland. Opmerkelijk is de kritiek van Saoedi-Arabië, dat land legt de schuld volledig bij de ‘onverantwoordelijke actie’ van Hezbollah.
Propagandamachine
In Libanon draait de propagandamachine op het huiskanaal van Hezbollah Al Manar overuren, ondanks een aanval op het gebouw. Hezbollah-chef Hassan Nasrallah heeft zich in de afgelopen 24-uur niet laten zien.
Op andere Libanese kanalen is wel veel kritiek, want dat waar de oppositie jaren voor heeft gewaarschuwd is werkelijkheid geworden: Hezbollah heeft het land meegesleurd in een conflict, zonder dat het over een oplossing heeft nagedacht. Een woordvoerder van de partij stelde op Al Jazeera vrijdag dat dit niet de bedoeling was, maar dat de partij ‘slechts’ een gevangenenruil wilde afdwingen.
Muisstil
Politici in zowel Libanon als Syrië blijven vooralsnog muisstil. De Libanese oppositie, die bijna driekwart van het parlement bezet, hoopt dat de militie wordt verslagen. Al maanden zitten alle Libanese partijen met elkaar in ‘nationaal dialoog’.
Dit overleg, over de positie en de toekomst van Hezbollah, zat al weken vast. De partij weigerde met de meerderheid van het land mee te gaan en de wapens in te leveren en op te gaan in het nationale leger. Tijdens de besprekingen in het pinksterweekeinde laaide prompt het geweld op aan de grens. Zoals gebruikelijk liep het voor toen nog met een sisser af, een zware vergeldingsactie zoals nu voorzag niemand.
Nooit vrede
Toch dient iedereen zich te realiseren dat het nooit echt vrede in Libanon is geweest. Wel was er sprake van een langdurige wapenstilstand tussen de partijen. Desondanks gedroeg de door Syrië en Iran geleide militie zich alsof het nog oorlog was. Met bedreiging van burgers die zich openlijk tegen de Hezbollah uitspreken en het dwarsbomen van alle belangrijke besluiten hield het Libanon gegijzeld. Ook het implementeren van resoluties van de Verenigde Naties bleek onmogelijk zonder de steun van Nasrallah.
De internationale gemeenschap eiste van de Libanese regering al in 2004 VN-resolutie 1559 uit te voeren. De resolutie schrijft voor dat naast de terugtrekking van alle Syrische troepen (wat vorige zomer is gebeurd) alle militante groepen in het land worden ontwapend. Ondanks een meerderheid slaagde de Libanese regering van Foad Siniora er niet in dit voor elkaar te krijgen. Siniora werd openlijk tegengewerkt door de pro-Syrische president Emile Lahoud en achter de schermen door Damascus.
Bush
Het kabinet kan zich - zeker in dit stadium - nog niet collectief uitspreken tegen de Hezbollah. Als zij dat doen valt het kabinet en zou de macht van Hezbollah wel eens kunnen toenemen. Siniora heeft vrijdagmiddag van president Bush te horen gekregen dat het geweld van Israël snel stopt als Libanon het nationale leger in het grensgebied stationeert.
Donderdagnacht en vrijdagmorgen werden de bombardementen geïntensiveerd. Naast het vliegveld, de belangrijkste snelweg naar buurland Syrië moeten diverse sjïtische wijken van Beiroet en dorpjes in het zuiden eraan geloven. De christelijke bevolking van de Libanese hoofdstad werd door middel van flyers door het Israëlische leger gewaarschuwd uit deze gebieden weg te blijven.
Stroomversnelling
De ontwikkelingen in het kleine en politiek sterk verdeelde Libanon zijn in een stroomversnelling geraakt. Het is vooralsnog niet duidelijk of en hoe buurland Syrië direct bij het conflict wordt betrokken, want het voornemen van Israël is duidelijk; wij breken de Hezbollah en eisen dat Libanese leger haar verantwoordelijkheid neemt.
Veel Libanezen zijn bang voor wat er komen gaat. Angst is er voor Hezbollah, als de partij dit overleeft kan het de publieke opinie naar de hand zetten. Ook is er angst voor de brute aanvallen van het Israëlische leger waar ‘het verzet’ helemaal niets tegen kan doen.
Hoopvol
Hoopvol is de reactie van Saoedi-Arabië die, nog voordat de Arabische ministers van Buitenlandse Zaken bij elkaar komen, de actie van Hezbollah scherp veroordeelde. Daarmee wordt de spijker op zijn kop geslagen. Het past niet bij een staat met democratische ambities een militie geleid door Syrië en Iran in het grensgebied de dienst te laten uitmaken, terwijl een absolute meerderheid van de bevolking dat niet steunt.
Hezbollah, of dat wat er straks nog van over is, staat voor de historische keus: doorvechten tot de laatste snik en het hele land langer gijzelen, of de wapens inleveren en zich aansluiten bij het nationale leger. Voor Israël is de maat duidelijk vol. Als het niet goedschiks kan, dan maar kwaadschiks. Treurig is wel dat het niet net als met het vertrek van de Syriërs van binnenuit gebeurt, maar met hulp van een staat waar het land nog steeds mee in staat van oorlog verkeert.
Arthur Blok
planet.nl