Weg met taboe op bevolkingspolitiek
Wie pleit voor geboortebeperking, stuit op hevig verzet. Natuurlijk moet de rechtsstaat ver wegblijven uit de slaapkamers van burgers. Maar dat wil niet zeggen dat een politieke visie op bevolkingsontwikkeling altijd slecht is. Sterker nog, bevolkingspolitiek is harder nodig dan ooit, schrijft Geerten Waling.
Met het oog op de leefbaarheid, het milieu en het klimaat valt er alles voor te zeggen om wereldwijd geboortebeperking te bevorderen. Nederland kan dat doen, en doet dat deels al, door in zijn buitenlandbeleid in te zetten op voorbehoedsmiddelen, seksuele voorlichting en vrouwenemancipatie. Als overbevolking al niet de oorzaak is van grote problemen in de wereld – armoede, oorlogen, natuurrampen – dan verergert zij in elk geval de gevolgen ervan. Het is een simpele constatering, maar wel een die hevig verzet oproept.
Wie over geboortebeperking begint, verliest bij voorbaat alle sympathie
De reacties zijn zo voorspelbaar als het gekwijl van Pavlovs hondjes. Wie suggereert dat er minder kinderen moeten worden geboren, verliest alle sympathie bij voorbaat, want we zijn nu eenmaal dol op kinderen. Daarnaast is er de religieuze medemens, voor wie het vaak een goddelijke opdracht is om zo veel mogelijk schepselen in de Schepping te verwelkomen en om niet-reproductief seksueel genot uit te bannen. Zaad hoort niet op de rotsen, zo leert de Bijbel.
Liberalen hebben op hun beurt moeite met geboortebeperking vanwege de individuele keuzevrijheid. Het schrikbeeld van de vroegere eenkindpolitiek van China en van de gedwongen sterilisatie van minderheden en andere staatsvijanden in nazi-Duitsland zit er diep in. Toch had de VVD onlangs een goed plan om meer geld vrij te maken voor anticonceptie in ontwikkelingslanden. Helaas haakten coalitiegenoten CDA en D66 af door de boekhouderige uitleg van VVD-Kamerlid Wybren van Haga, die bevolkingspolitiek presenteerde in economische rekensommetjes voor het hoogste ‘rendement’.